Ze is een van de meest gebruikte hashtags op sociale media. Koffiebrouwers, kleuterjuffen en coaches van allerlei pluimage bieden haar aan. En iedereen wil het hebben: inspiratie.

Ik begon bij Plato en eindigde bij Pinterest, en concludeerde: wat ooit een zaak tussen goden, kunstenaars en profeten was, is nu een massaproduct.

Dat is niet zo gek, bedacht ik, want in de kenniseconomie moeten we bijna allemaal creatief (en dus geïnspireerd) zijn. En: in een tijd waarin depressie ons op de hielen zit, is inspiratie een erg goede brandstof.

Tot nu toe lopen de reacties op het verhaal uiteen van ‘zuur stuk’ tot ‘inspirerend verhaal’: ben benieuwd wat jullie van mijn analyse vinden – en van de fascinerende fotoserie die beeldredacteur Yara van der Velden erbij koos, over een moderne muze.

Uit het boek Sunday van fotograaf Paul Kooiker. Courtesy: Galerie Tegenboschvanvreden.

De regels gelden niet

In mijn vorige nieuwsbrief had ik het – een onderwerp dat misschien niet altijd even serieus is genomen, maar waarover de laatste jaren wel steeds meer prachtige boeken verschijnen: fictie, non-fictie, en alles daar tussenin. In reactie tipte Naomi Jacobs (dank!) het onlangs verschenen van Ariel Levy, en dat ben ik nu aan het lezen.

In The New Yorker schreef Levy een paar jaar geleden een over de keer dat ze negentien weken zwanger was, naar Mongolië reisde voor een reportage, en daar, op de badkamervloer van haar hotel, beviel van haar gedoemde zoontje. Die gebeurtenis vormt het hart van The Rules Do Not Apply, maar is nu ingebed in Levy’s leven ervoor en erna.

Het gaat over wat het betekent om moeder te zijn van een zoon die maar heel eventjes heeft geleefd.

En het gaat over als je maar wil.

Dat laatste betekent dat het ook over deze tijd gaat, over deze samenleving – over de illusie van maakbaarheid en controle, en het diep verankerde geloof dat er voor het unieke individu ook uitzonderlijke regels gelden. ‘Daring to think that the rules do not apply is the mark of a visionary,’ schrijft Levy daarover: ‘It’s also a symptom of narcissism.’

(Het is misschien ook, dacht ik, gewoon een symptoom van jeugdigheid. Ik moest denken aan een van mijn favoriete essays, van Joan Didion, uit 1967. ‘One of the mixed blessings of being twenty and twenty-one and even twenty-three,’ schrijft ze daarin, ‘is the conviction that nothing like this, all evidence to the contrary notwithstanding, has ever happened to anyone before.’

Dat je de eerste bent, de enige, de uitzondering – geloven we dat niet bijna allemaal, als we jong zijn?)

Hoe dan ook, The Rules Do Not Apply verschijnt volgende maand in vertaling bij Uitgeverij Atlas Contact – waarschijnlijk schrijf ik tegen die tijd een wat uitgebreider verhaal over dit intrigerende boek, en het groeiende genre waarvan het onderdeel uitmaakt. Leestips blijven welkom.

Mannen, vrouwen, muziek

Tot slot: mijn collega Rufus Kain doet onderzoek naar genderongelijkheid in de muziekindustrie. Hoe kan het dat het merendeel van de artiesten op de radio en op de festivalpodia man zijn? Een van de eerste inzichten die hij opdeed: de ongelijkheid begint al in de kindertijd. Lees hier de en hier

Tot de volgende mail,

Lynn.