De Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) faciliteert klimaatverandering door nauwe banden te onderhouden met de fossiele energie-industrie. Dat is de conclusie van een nieuw rapport dat vandaag verschijnt. Het is de vrucht van meer dan een jaar onderzoek en het roept fundamentele vragen op over de verhouding tussen onze universiteiten en multinationals zoals Shell. Ik praat je bij in zeven vragen en antwoorden.

1. Wie deed dit onderzoek en waarom is het relevant?

Het werd door Vatan Hüzeir. Hij is opgeleid als socioloog en geeft les op de faculteit sociale wetenschappen van de Erasmus Universiteit. Hij stond in 2014 aan de voet van de campagne die pensioenfonds ABP onder druk zette om

In hetzelfde jaar begon hij een campagne om Hij sloot zich daarmee aan bij een wereldwijde ‘divestment’-beweging die een paar jaar eerder in Amerika was gestart, en die tot doel had de financiële banden tussen publieke instellingen en fossiele energiebedrijven

Die campagne is springlevend: vorige week werden er overal ter wereld Vrijdag werden acht demonstranten van de groep Fossil Free Culture opgepakt omdat ze de sponsoring van het Van Gogh Museum door Shell

Met het nieuwe onderzoek zet Hüzeir een nieuwe stap in deze campagne. Het gaat niet langer alleen om de financiële banden tussen publieke instellingen en fossiele energiebedrijven. Alle soorten samenwerking tussen de fossiele industrie en publieke instellingen moeten kritisch worden onderzocht, vindt Hüzeir. Want samenwerkingsverbanden met bedrijven die willens en wetens op fossiele brandstoffen zouden niet vanzelfsprekend moeten zijn.

De EUR ondersteunde het onderzoek met een subsidie, maar toen Hüzeir en gebruik begon te maken van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) bekoelde de relatie. Hüzeir voelde zich onder druk gezet om zijn kritische toon en

2. Wat zegt het rapport over de relaties tussen de Erasmus Universiteit en de fossiele industrie?

Het meest saillant is een overeenkomst die Hüzeir via de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) boven tafel kreeg. Het gaat om een partnership tussen de Rotterdam School of Management (RSM), onderdeel van de EUR, en olie- en gasgigant Shell.

De overeenkomst is niet geheim: toen zij in juli 2012 werd gesloten, publiceerde de RSM trots Volgens decaan Steef van de Velde was het ‘een grote eer’ om met zo’n vooraanstaand oliebedrijf geassocieerd te worden. De eerste pagina van de overeenkomst werd ingelijst en opgehangen

Maar Hüzeir kreeg het volledige document dus pas onder ogen na een Wob-verzoek. De inhoud is shockerend voor iedereen die het idee van onafhankelijke wetenschap koestert. De overeenkomst voorziet in de oprichting van een ‘stuurgroep’ waarin Shellmanagers en onderzoekers van de RSM deelnemen.

In de stuurgroep worden kennis en inzichten uitgewisseld, met als doel gezamenlijke prioriteiten vast te stellen, de richting van het partnerschap te bepalen, en ‘for Shell to potentially influence the design of the RSM curriculum and the profile of students who attend the BSc/MSc/MBA programmes.’

Het oliebedrijf kreeg met het partnership dus over het lesprogramma van de universiteit. Maar dat was nog niet alles. De universiteit en Shell maakten ook afspraken over de werving van studenten, gastcolleges door Shellmedewerkers, en samenwerking in adviesgroepen voor specifieke opleidingen.

In feite werd afgesproken dat Shell in bijna alle lagen van het onderwijs een formele overlegpartner werd. Bovendien zou de RSM ‘research services’ beschikbaar stellen om R&D (onderzoek en ontwikkeling) binnen Shell te ondersteunen. (Shell besteedt ongeveer van z’n R&D-budget aan klimaatvriendelijke technieken; de rest gaat naar activiteiten die samenhangen met de core business, olie en gas.)

In gesprek met Hüzeir gaf een medewerker aan dat hij dit alles ‘een beetje vreemd’ vond. ‘Door als instituut zo’n partnership te ondertekenen, legitimeer je in zekere zin de rol van Shell als ‘olie- en gaskoning.’ Dat vind ik een verkeerd signaal.’

Desalniettemin werd Marjan van Loon, president-directeur van Shell Nederland, in juni 2016 uitgenodigd om met het bestuur van de RSM te komen praten over een ‘nog veel De universiteit was op dat moment bezig met een rondgang om ‘alle relevante spelers’ voor vijftig jaar aan zich te binden, schrijft Hüzeir

3. Wat staat er nog meer in het rapport?

Een andere opvallende vondst van Hüzeir is een onderzoek dat door energiebedrijven Shell, de en werd besteld bij de RSM en Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN). Het onderzoek werd in februari 2015 opgeleverd en moest de gassector helpen ‘beter leren omgaan met de veranderingen in de beeldvorming van gas als energiebron in Nederland.’

De vraag was hoe ‘stakeholder management’ kon bijdragen aan en hoe de sector het beste kon omgaan met consumenten die overwogen van gas af te stappen. De Nederlandse overheid subsidieerde het onderzoek met ruim 68.000 euro, schrijft Hüzeir.

Hüzeir kwam er ook achter dat Shell de RSM via werkgeverslobbyvereniging VNO-NCW 300.000 euro betaalde voor Volgens de auteurs moest Nederland vooral werken aan ‘talent’ en ‘belasting[voordelen].’ Dat advies werd later gebruikt in een

4. Is hier sprake van een incident?

Nee, hier is geen sprake van een incident. Ik heb al vaker tips gekregen van lezers die struikelen over fossiele invloed in het Nederlandse onderwijs. Zo werd ik gemaild door een student uit Delft die zich verbaasde over het feit dat eerstejaars ‘nog voor de start van hun studie op excursie [gaan] naar het hoofdkantoor van Shell.’

‘De aanwezigheid van bedrijven is zo normaal,’ schreef zij, ‘dat nauwelijks ter discussie staat wat hun impact is op het universitaire onderwijs en de houding of mening van academische gemeenschap.’

In Groningen doet een groep studenten van de recent opgerichte actiegroep Democratische Academie Groningen (DAG) onderzoek naar

Zij zijn bijvoorbeeld kritisch over de sponsoring van de Energy Academy Europe door Gasunie, GasTerra en de NAM. Ze beschrijven ook een die studenten van de opleiding communicatie- en informatiewetenschappen vorig studiejaar voor GasTerra moesten uitvoeren. De opdracht: ‘Denk na over de communicatiemaatregelen die benodigd zijn om het geschonden vertrouwen van de Groningers en de in hun ogen verdwenen legitimiteit van de gaswinning te herstellen.’

5. Waarom zijn de relaties tussen universiteiten en multinationals zo knus?

Er is een duidelijke reden dat universiteiten zo aanschurken tegen de vraagstukken waarmee fossiele energiebedrijven worstelen: onderzoek voor de industrie levert geld op. Universiteiten zijn steeds vaker op het bedrijfsleven aangewezen om hun onderzoek te financieren.

Projectfinanciering van externe opdrachtgevers In 2014 ging er in totaal 5 miljard euro aan onderzoeksgeld naar universiteiten en universitair medische centra, Van dat bedrag was maar liefst 3,7 miljard euro ‘competitieve financiering’: financiering waarbij de belangen van private bedrijven

In komt hoogleraar energie en duurzaamheid Catrinus Jepma aan het woord - een toonbeeld van deze ontwikkeling. Jepma werkte zijn hele leven in de gasindustrie en is een fervent voorstander van aardgas als ‘transitiebrandstof.’ Hij noemt zichzelf sinds zijn aanstelling als ‘honorair hoogleraar’ een ‘cash cow’ voor de universiteit, omdat hij sponsoring van fossiele energiebedrijven kan binnenhalen. Wie succesvol wil zijn, moet ‘geld genererend vermogen hebben,’ aldus Jepma in 2014.

Er is hier kortom sprake van een veel bredere ontwikkeling - eentje die zich niet tot Nederland beperkt. Bedrijven zoals Chevron, ExxonMobil en Shell bepalen een groot deel van het energieonderzoek op Amerikaanse universiteiten, schreven twee promovendi Problematisch, schreven zij, want ‘wanneer het ‘onafhankelijke’ onderzoek om klimaatverandering te stoppen in feite afhankelijk is van een industrie wiens belang daar tegenin druist, dan wordt noch het publiek noch de toekomst goed gediend.’

6. Doet dit probleem zich alleen op de universiteit voor?

Nee, de inmenging beperkt zich niet tot het hoger onderwijs. Zo organiseert gashandelsbedrijf GasTerra in Groningen allerlei onderwijsactiviteiten. Het bedrijf ontwikkelde de leermodule ‘Energieke basisscholen’ ‘om kinderen spelenderwijs

‘Ook al gaat het overwegend over duurzame energie,’ mailde een lezer me, ‘dan nog vind ik het [...] zorgelijk dat scholen met het grootste gemak een partij met een commercieel belang binnenlaten en dan ook nog uit de fossiele sector. Wat blijft kleven bij de kinderen is GasTerra = Duurzame energie, Duurzame energie = GasTerra. Hoe absurd!’

Hij vreesde dat ‘commerciële partijen zoals Shell en GasTerra [...] middels schoolprogramma’s hun bedrijfsbelang weten neer te zetten als maatschappelijk belang en daarmee bewust en actief werken aan berusting in plaats van verwondering rond bestaande structuren, zoals olie- en gaswinning.’

Shell werd eerder uitgebreid bekritiseerd voor het organiseren van het Er is dus sprake van een veel breder probleem: olie- en gasbedrijven zitten – bijna dertig jaar nadat klimaatverandering een algemeen erkend probleem werd – nog altijd in alle haarvaten van de samenleving.

7. Kunnen we hier ook wat aan doen?

Ja, dat kan. In geeft Hüzeir verschillende adviezen. Zo adviseert hij de EUR een gedragscode op te stellen voor samenwerking met fossiele energiebedrijven. Er moet meer transparantie komen over de geldschieters van onderzoek en de nevenactiviteiten van individuele medewerkers.

Uiteindelijk zou de EUR volgens Hüzeir alle relaties met de fossiele industrie moeten beëindigen, omdat de universiteit via deze relaties de verdienmodellen van olie-, kolen- en gasbedrijven stut. De samenwerkingsverbanden legitimeren een industrie die maar amper oplossingen levert tegen klimaatverandering. Dat is niet iets waar de universiteit zich voor zou moeten lenen, aldus Hüzeir.

‘Dit onderzoek toont haarscherp aan dat de banden tussen de universiteit en de fossiel industrie niet alleen vanzelfsprekend en fijn vertakt zijn, maar ook dat ze inhoudelijk veel te diep ingrijpen,’ zegt Derk Loorbach, hoogleraar socio-economische transities aan de Erasmus Universiteit, in een reactie.

Het kritisch bevragen van de relaties tussen fossiele energiebedrijven en onderwijsinstellingen is een eerste stap. Laten we dat, in het gesprek onder dit stuk, samen doen.

Wil je dit onderwerp volgen? Als correspondent Klimaat & Energie onderzoek ik de oorzaken van de klimaatcrisis en onze toekomst op een steeds warmere aarde. Blijf op de hoogte via mijn wekelijkse mail

Lees meer:

Klimaatverandering vraagt om een wereldwijde volksbeweging Het dogma van economische groei zit oplossingen voor het klimaatprobleem in de weg, schrijft journalist en activist Naomi Klein in haar nieuwe boek This Changes Everything. Alleen een massale volksbeweging kan het tij keren. Hoe precies? Door deze vijf strategieën te volgen.
Lees hier het verhaal van Jelmer
Klimaatverandering is een vorm van geweld Wat is klimaatverandering eigenlijk? Is het onrecht, natuurgeweld of een tragedie die ons domweg overkomt? De Amerikaanse essayiste Rebecca Solnit betoogt in dit indrukwekkende essay dat het een vorm van geweld is en spreekt zich uit tegen de taal die dit geweld verhult. Lees het essay van Rebecca Solnit hier terug Hoe De Correspondent samenwerkt met buitenlandse journalisten De Colombiaanse Lia Valero sprak met gepardonneerde strijders van de FARC in Colombia, met in haar tas een lijst vragen van Correspondent-leden. Een goede aanleiding om meer te vertellen over buitenlandjournalistiek bij De Corrrespondent. Lees het verhaal van Maaike hier terug