Waarom ik blijf schrijven over dingen die iedereen al weet
Toen ik deze week een stuk publiceerde over de invloed van fossiele-energiebelangen op het Nederlandse onderwijs, was een veelgehoorde reactie: ‘Dit is al bekend.’
‘Wat een oud nieuws!’ schreef een lezer. ‘Het is al decennia bekend dat multinationals onderzoeken financieren in universiteiten.’
Een tweede lezer wees op de invloed van farmabedrijven op de studie geneeskunde, van de financiële sector op de studie economie en van agribedrijven op landbouwonderwijs. ‘Dit is hoe we onze onderwijszaak organiseren, al jaren, en dus ook als het gaat om energie.’
‘Dat dit gebeurt moet ons dus niet verbazen,’ schreef een derde lid.
Het is een refrein dat ik vaak hoor terugkeren in reactie op mijn verhalen en dat ik hier kort wil bespreken. Niet omdat ik er verongelijkt over ben, wel omdat ik denk dat het een beperkend refrein is: maatschappijkritiek wordt erg moeilijk als we alleen mogen praten over wat nieuw is.
Eerst nog een ander voorbeeld. Toen ik in februari op basis van interne documenten een kritische reconstructie publiceerde over Shells decennia oude kennis van het klimaatprobleem, vonden sommige journalisten dat er ‘nul nieuws’ was.
Ik had een oude klimaatfilm van Shell onthuld, maar het was al heel lang bekend dat het bedrijf de gevaren van klimaatverandering kende en dus was mijn publicatie, in de woorden van een oud-minister, ‘nepnieuws.’
Een journalist van HetFinancieele Dagblad schreef dat al lang en breed bekend was dat Shell nauwelijks in duurzame energie investeert. ‘Mommers beschrijft in feite niets anders dan de realiteit,’ concludeerde hij daarom.
Nothing to see here!
Nogmaals, ik ben niet verongelijkt over dit soort reacties. Ik vind ze wel razend interessant. Er zijn kennelijk lezers die hun interesse verliezen als een journalist iets beschrijft dat normaal en bekend is.
- Natuurlijk weet Shell van klimaatverandering en handelt het daar nauwelijks naar.
- Natuurlijk is de lobby van bedrijven soms in tegenspraak met wat ze publiekelijk zeggen na te streven.
- Natuurlijk heeft overheidsbeleid ervoor gezorgd dat universiteiten steeds meer dependances worden van het bedrijfsleven.
Waarom zou je nog de moeite nemen dit te beschrijven; dit weten we toch al?
Toen collega Jesse Frederik publiceerde over het kafkaëske Nederlandse boetebeleid, schreef een autoblog: ‘Linkse activisten komen erachter dat autobezitters hard worden genaaid.’
Nou is er een verschil tussen vermoeden of weten dat iets op een bepaalde manier werkt, en laten zien of aantonen hoe bepaalde min of meer bekende ontwikkelingen – zoals de commercialisering van het onderwijs – in de alledaagse praktijk uitpakken.
Juist daarvoor is De Correspondent opgericht: om ‘normale’ structuren en ontwikkelingen kritische journalistieke aandacht te geven. Het feit dat iets normaal of algemeen bekend is, is hier op de redactie geen diskwalificatie. Niets maatschappelijks is natuurlijk, en wat voor de een bekend is, kan voor de ander nieuw zijn.
Juist klimaatverandering vraagt om problematisering van wat normaal is
Een oliebedrijf met top-notch kennis over klimaatverandering, een universiteit met nogal nauwe banden met de fossiele industrie – dat zijn interessante fenomenen die kritische reflectie verdienen, ook als iedereen er al aan gewend is. Juist in het licht van klimaatverandering, dat fenomeen dat van ons vraagt dat we veel van wat nu normaal is leren loslaten en radicaal kiezen voor een nieuwe economie.
Als ik het ‘dit is al bekend’-refrein van een afstandje bekijk, dan valt me vooral op dat het geen inhoudelijke reactie biedt op wat er dan ook maar aan de orde wordt gesteld. Journalisten die het adagium volgen dat alleen echt nieuws verslaggeving waard is, zullen nooit bestaande structuren kunnen bevragen.
Terwijl die juist zo interessant en zo bepalend zijn. Daarom verwijs ik graag nog naar het gesprek over de relaties tussen onderwijsinstellingen en multinationals zoals Shell en BP. Het ging niet alleen over de fossiele industrie: in de bijdragen deelden collega’s Maaike Goslinga en Marilse Eerkens interessante anekdotes over invloed op het onderwijs door de kinderopvang- en de veiligheidsindustrie.
De Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR), onderwerp van onderzoek deze week, heeft inmiddels met gestrekt been gereageerd op de aantijgingen van te nauwe fossiele relaties. De SP heeft een Kamerdebat aangevraagd.
Verder deze week
Verder heb ik de afgelopen week vooral veel gepraat: tijdens een lezing en een debat, maar ook met collega’s. Ik sprak met adjunct-hoofdredacteur Rosan Smits over plannen voor de lange termijn en met onder meer hoofdredacteur Rob Wijnberg over de verduurzaming van De Correspondent. Vraag in dat kader: kent iemand een duurzame Amerikaanse bank?
Voor wie nu nog iets wil lezen, tip ik graag twee goeie verhalen van klimaatjournalist David Roberts op Vox. In eentje legt hij precies uit waarom eigenlijk geen enkel land handelt in lijn met de doelen van het Klimaatverdrag van Parijs (weinig mensen begrijpen hoe snel de uitstoot moet dalen en waarom). In het andere stuk spreekt Roberts de auteur van een nieuw boek waarin de beste oplossingen tegen klimaatverandering zijn geïndexeerd.
Tot de volgende,
Jelmer