Beste,

Aan het Lexicon van het moderne leven voegde ik afgelopen vrijdag toe. Ik stelde de existentiële vraag of 💩 taalverrijking is. Het dwong de whizzkids achter de schermen bij De Correspondent om het met spoed mogelijk te maken emoji te gebruiken op ons platform.

Dat lukte – de bijdragen lichtten op in alle kleuren van de regenboog. Voortaan kun je het aangeven als je een grapje maakt, je kritiek verzachten met een schattig gezichtje of haters de 💩 geven. Het einde van alle misverstanden! (Waarschijnlijk niet, maar leuk is het wel.)

Universele verwarring

Onder het stuk en in de wandelgangen ontstond grappig genoeg juist veel discussie over de misverstanden die er over de universele emoji alsnog kunnen ontstaan. Verschillende culturen blijken verschillend te denken over dezelfde emoji. 💩 blijkt in Japan voor geluk te staan (omdat het Japanse woord voor poep lijkt op dat voor geluk).

Maar ook binnen een cultuur houdt iedereen er zijn eigen interpretaties op na. Zo gaf iemand toe dat hij de ‘dansende meisjes met konijnenoren’ 👯 die ik nooit heb begrepen altijd voor strippers heeft aangezien.

En wat te denken van emoji-inflatie? Waar 😘 voorheen bedoeld was voor speciale personen, verraadt mijn berichtenarchief dat ik tegenwoordig geen moeite heb om er ook collega’s mee te begroeten. Emoji rekken blijkbaar je begrip van wat gepast is. En, zoals de eindredacteur opmerkte, past de informele taal die ze stimuleren in die zin wel bij het

Eenzame mannen

Wie van dit onderwerp ook veel verstand heeft is de Amerikaanse komiek die ik vaak aanhaal als het gaat over de sociale mores en consequenties van smartphone-gebruik. Afgelopen week is op Netflix het tweede seizoen beschikbaar gekomen van zijn merkwaardige maar super-originele serie over de zoekende dertiger Dev.

De eerste aflevering is meteen een vormexperiment: geschoten in zwart-wit in Modena, als een klassieke Italiaanse film, met bijpassend trage verhaallijn en ouderwetse filmmuziek. Maar het plot is hedendaags: een single jongen wordt beroofd van de smartphone waarop hij net het telefoonnummer heeft opgeslagen van een potentiële geliefde.

Dit begin belooft meer van wat het eerste seizoen zo goed maakte: originele en grappige bespiegelingen op moderne eenzaamheid. Soms melig, maar vaak ook oprecht – iets wat je van maar weinig Amerikaanse komedies kunt zeggen.

Ook een man alleen: de verteller van de nieuwe roman van Adriaan van Dis, In het buitengebied, die ik dit weekend besprak in een leesclub. Het is een mooi, grappig en soms droevig klein boek dat in een paar rake verhalen het eenzame plattelandsleven beschrijft van een schrijver die daar misschien wel niet geschikt voor is en gekweld wordt door het gezelschap van een neerbuigende ‘binnenstem.’

Lex Bohlmeijer had dit weekend ook een goed gesprek met Van Dis in zijn podcast. Net als het boek zeer aan te raden.

❤️

Op de hoogte blijven van het moderne lijden op De Correspondent? In mijn tweewekelijkse mail praat ik je bij over ‘het moderne lijden’. En hoor je wat je volgens mij niet mag missen aan artikelen, boeken, films, tv en andere cultuur. Meld je hier aan