Deze gekozen despoot bereidde de weg voor leiders als Erdogan en Trump

Maaike Goslinga
Adjunct-hoofdredacteur
© Bonil (echte naam Xavier Bonilla) is een van de meest bekende cartoonisten in Ecuador. De cartoons bij dit verhaal zijn speciaal voor dit verhaal door hem getekend.

De autoritaire leider die ooit democratisch werd gekozen: overal ter wereld vind je hem. En zijn grootste nachtmerrie? Kritiek. Vandaag zwaait in Ecuador zo’n autocraat af. In eigen land, maar ook daarbuiten, laat hij een erfenis na: zijn methodes om critici de mond te snoeren.

Het zou uit de mond van mijn hoofdredacteur Rob Wijnberg

‘Alle informatie hangt af van wat een handvol media ons vertellen of weigeren te vertellen.’

‘Als media inderdaad een tegenmacht zijn, zouden ze dan uit fatsoen niet hun politieke positie

‘We hebben het over massamedia die private belangen

Als Correspondent-lezer zal dit soort mediakritiek je bekend voorkomen. Tot zover niks aan de hand. Totdat je beseft dat deze uitspraken van een man komen die al tien jaar lang onwelkome critici het zwijgen oplegt: Rafael Correa, de president van Ecuador.

Vandaag wordt Correa opgevolgd door Lenín Moreno, partijgenoot bij Alianza PAIS. Moreno staat een lastige taak te wachten. De schade die Correa heeft toegebracht aan de vrijheid van meningsuiting werpt nog lang een schaduw over het land - en zijn methodes kregen wereldwijd navolging.

Cartoon: Bonil

Het is de schuld van de media

De socialistische Correa heeft sinds zijn aantreden in 2007 veel vrienden gemaakt met zijn aversie tegen de superrijken en het Amerikaanse kapitalisme. Hij is een van de populairste leiders van het continent en wordt gezien als hét gezicht van nieuw Latijns-Amerikaans leiderschap: Correa zet zich in voor traditionele Ecuadoraanse waarden én met een sterke staat. Onder zijn colbertje zie je vaak een wit hemd met kleurrijk inheems borduurwerk, een even symbolisch als stijlvol gebaar naar de minderheden in het land.

Onder Correa heeft Ecuador een flinke stap vooruit gezet ten opzichte van tien jaar geleden. Ecuadoranen worden ouder, het bruto nationaal product is gestegen en er is Het vliegveld van hoofdstad Quito heeft zo’n facelift gekregen dat je er van de grond zou kunnen eten. De wegen zijn van hobbel naar glad gegaan en er zijn moderne ziekenhuizen bij gekomen.

In deze context klinkt Correa’s mediakritiek best logisch. Het gaat goed met Ecuador, waarom dus dat gezeur?

Correa heeft de private media meermaals als staatsvijand aangeduid

Maar toch: kijk je voorbij zijn hagelwitte glimlach, gepassioneerde televisieoptredens en economische analyses, dan is Ecuador er slechter aan toe dan op het eerste oog lijkt. Het probleem is alleen dat Nederlanders en zelfs Ecuadoranen die waarheid niet vaak horen.

Toen ik Ecuador bezocht met collega Jelmer Mommers, zagen we wat die waarheid wél is.

Want Correa’s regeerperiode laat zich vooral kenmerken door zijn vijandige houding tegenover iedereen die kritiek op hem uit. Correa heeft de Ecuadoraanse private media meerdere malen als staatsvijand aangemerkt. Hij legt de schuld van een mislukte staatsgreep in 2010, waarbij hij gegijzeld werd, bij de ‘corrupte media.’ En hij noemde het aan banden leggen van kritische kranten zelfs van de regering en

Correa heeft een ongelooflijk apparaat van staatsmedia opgebouwd, dat functioneert als megafoon voor zijn politieke ideeën en de oppositie marginaliseert.’

De media als middel voor macht: een idee dat hij kopieerde van wijlen Hugo Chávez, de eveneens socialistische oud-president van Venezuela.

Het marginaliseren van kritische stemmen als wereldwijde trend

Wat Correa hier doet, is niet nieuw. Het is onderdeel van een wereldwijde trend van de een stelsel waarin gekozen leiders democratische middelen gebruiken om ondemocratische maatregelen te nemen. Zoals het uitschakelen van andersdenkenden, dus. Leiders als Correa zijn desondanks populair, omdat ze een magische formule voor hun succes hebben gevonden. Men neme:

  1. Een charismatisch leider die voor ‘het volk’ opkomt en altijd een krachtige oneliner paraat heeft, bijvoorbeeld over de ‘burgerrevolutie.’
  2. Een groeiende groep mensen die het economisch gezien moeilijk heeft.
  3. Instituties die kunnen worden weggezet als de beschermheren van het grootkapitaal of een andere corrupte elite.
  4. Een ingestort politiek establishment (en dus het gebrek aan een

De Turkse president Recep Tayyip Erdoğan past bijvoorbeeld perfect in het plaatje van de ‘illiberale democraat.’ Hij organiseerde nota bene een referendum om zichzelf toe te kennen. Donald Trump, dan. Die boycot kritische journalisten tijdens zijn persconferenties en noemde de pers In de eerste week van zijn presidentschap werden zes journalisten gearresteerd toen ze protesten tegen Trump versloegen. President Viktor Orbán, die openlijk toegaf de wel te zien zitten, was achter het sluiten van de grootste oppositiekrant in Hongarije.

Een rampzalige ontwikkeling voor de democratie, want zonder kritisch oog is het makkelijk het volk in de maling te nemen en jezelf en je vrienden voorrechten toe te kennen. Zonder dat iemand daar wat van zegt.

En Rafael Correa dus. Als hij niet een inspiratiebron is voor de Erdogans en Trumps van deze wereld, dan is hij toch zeker een trendsetter. Maar wat betekent dat voor het functioneren van een land?

Het begint met een belediging

Correa ligt al sinds zijn aantreden in 2007 in de clinch met verscheidene media die hem van corruptie en censuur beschuldigen. Het liefst ziet hij een apolitieke pers, die de overheid met rust laat zodat zij haar taak goed en ongestoord kan uitvoeren.

In zijn wekelijkse sabatinas, gemiddeld drie uur durende toespraken tot het volk, gaat Correa er dan ook goed voor zitten. ‘Moordenaars met inkt,’ noemt hij de journalisten. ‘Manipulatief,’ ‘middelmatig,’ ‘corrupt,’ ‘samenzweerders,’ ‘lafaards,’ ‘aanstellers’ en ‘coupplegers.’

Hoofdredacteur Juan Carlos Calderón (54) en journalist Fermín Vaca (40) van het online medium Plan V kennen de tactiek maar al te goed. Correa noemde Calderón een ‘zieke clown,’ een ‘kleine kakkerlak’ en ‘een corrupte journalist die voor de die erop uit is om ‘de progressieve president’ af te zetten.

‘Moordenaars met inkt’ - zo noemt Correa journalisten

De twee begonnen hun medium in 2013, nadat het tijdschrift waar ze werkten, stopte vanwege politieke druk. Plan V heeft 20.000 unieke bezoekers per week en 25.800 volgers op Facebook en Twitter. Er zijn in Ecuador nog maar weinig echt kritische media als Plan V. Vanuit hun kantoor van vijfentwintig vierkante meter in Quito schrijft hun stukken over eigenlijk alles met publieke relevantie, zoals:

  • Verhalen over conflicten. De overheid wil mijnen toestaan op inheemse grond in het Amazonegebied, en besloot leiders in het gebied op te sluiten vanwege weerstand. Tijdens ons bezoek in Ecuador werd één leider vrijgelaten. Journaliste Susana Morán: ‘De nieuwsmedia zouden gewoon een verhaal maken dat hij is vrijgelaten. Maar ik leg uit wat het werkelijke verhaal is,
  • Verhalen over corruptie.Plan V schrijft over de rol van de Ecuadoraanse regering in een belangrijke Latijns-Amerikaanse
  • Verhalen over mensenrechten. Zoals verhalen over het

Alles in het kantoor is bruin: de geschilderde bakstenen muren, de tafels, de kasten. In de hoek liggen stapels kopieën van het boek Democratie, mensenrechten en instituten in Ecuador, de bijbel van Plan V. Calderón reikt me een boek aan en slaat het open op hoofdstuk twee: ‘De vrijheid van meningsuiting, het verloren tijdperk.’ ‘Tijdperk,’ dat weet iedere Ecuadoraan, staat hier voor tien jaar president Correa.

Plan V is een van de weinige media die onafhankelijk van de staat opereert en ‘geen concessies’ doet aan de juistheid van informatie. Maar kritisch zijn is nog niet zo makkelijk. Sinds de oprichting in 2013 krijgen de journalisten wekelijks advocaten op hun dak, waren er meer dan en worden ze regelmatig gevolgd en, in het geval van Calderón, soms zelfs bedreigd met de dood.

‘Bij de vorige krant waar we werkten, kwam de politie met mitrailleurs binnen en namen ze onze computers mee,’ zegt Calderón. De journalisten gaan het rijtje intimidaties af alsof ze het over een boodschappenlijstje hebben: beledigingen, valse beschuldigingen, rechtszaken, Alles went. Calderón moest dokken toen hij onthulde dat bedrijven gelinkt aan de oudere broer van de president 120 miljoen dollar van zes publieke instellingen hadden ontvangen voor infrastructurele projecten. Onwettelijk, bleek, toch moest Calderón Correa voor ‘morele schade’ en 100.000 dollar aan procedurele kosten betalen.

‘Twee miljoen dollar?’ vraag ik met open mond.

‘Ik kon het niet betalen,’ zegt hij. ‘Maar daar gaat het niet om. De boete is uiteindelijk kwijtgescholden en daarmee was de zaak gesloten. Dat doet Correa wel vaker. Het is hem uiteindelijk alleen om de vernedering en de macht te doen.’

En dan: de anti-perswet

In 2013 werd Correa’s wil wet. Er kwam een nieuwe perswet die met de nodige politieke kunstgrepen door het congres werd Die wet maakt de overheid arbiter van wat media wel of niet mogen publiceren of uitzenden.

Laat dit even bezinken: de overheid die beslist wat het volk mag lezen. (Stel je eens voor dat Mark Rutte hetzelfde deed.)

Volgens Correa versterkt de wet de positie van de oftewel media die ‘de eer en reputatie’ van mensen of rechtspersonen Maar in de praktijk pakt dit desastreus uit. Iedereen die in de ogen van Correa en zijn bondgenoten verkeerde dingen zegt, riskeert het om achter de tralies te eindigen.

Je wordt aangeklaagd

Met de perswet werd ook een nieuw overheidsinstituut met de Orwelliaanse naam SUPERCOM (kort voor Superintendency of Information and Communication) opgericht.

Als journalisten, cartoonisten of columnisten iets publiceren dat de overheid, bedrijven of normale burgers niet zint, trekt deze media-arbiter van Correa aan hun jasje. Of ze de informatie kunnen rectificeren en publiekelijk hun excuus kunnen aanbieden. (Naast een vette boete, of misschien zelfs een gevangenisstraf.)

SUPERCOM is ook streng wat betreft informatie die niet wordt gepubliceerd. In mei 2015 moest de krant La Hora in de buidel tasten omdat het niet over een van de stad Loja publiceerde. Tijdens demonstraties in het verleden of de staatsgreep in 2010 werden media gedwongen om pro-overheidsboodschappen uit te zenden.

Cartoon: Bonil
Correa zette een copyright op zijn eigen gezicht

Maar consequente regels hoef je van SUPERCOM niet te verwachten. Het beboette zeven media die niet publiceerden over beschuldigingen aan het adres van een oppositiekandidaat. Maar de media in kwestie zeiden dat dat kwam vanwege de perswet, die het hun verbiedt om in de verkiezingsperiode nieuws over kandidaten te publiceren. Bovendien kwam het originele nieuws van een Argentijnse krant en konden ze die bronnen niet controleren, terwijl dat volgens de perswet juist een is. Desondanks moest elk medium zo’n 3.400 euro boete betalen.

Papieren kranten mogen zich dan makkelijker laten temmen, het internet is een Wild Westen waar iedereen zijn mening kwijt kan - en waar de Ecuadoraanse wetten makkelijk te omzeilen zijn.

Lukt het niet om journalisten via de te pakken, dan moet dat maar via andere wegen, dacht Rafael Correa.

En dus zette hij een copyright op zijn eigen gezicht en dat van de vice-president, en op de logo’s van zijn partij en alle publieke instellingen. Wie zijn foto’s of videomateriaal gebruikt, wordt aangeklaagd via de Amerikaanse Digital Millennium Copyright ACT De Turkse leider Erdogan heeft inmiddels een geïntroduceerd.

Daarna word je in je financiële hart geraakt

Voor kritische journalisten is miljoenen in het rood staan bijna het nieuwe normaal. De journalist van de krant El Universo moest veertig miljoen dollar aan schadevergoeding betalen aan Correa vanwege een belediging in een column en werd veroordeeld tot drie jaar cel.

Geen wonder dat hij naar de Verenigde Staten vluchtte. Hetzelfde gebeurde een freelancer van Plan V, Met leningen en geld van familie en vrienden betaalde hij uiteindelijk een boete van 47.000 dollar aan Correa, waarna hij politiek asiel aanvroeg in Peru.

De tactiek om journalisten in hun portemonnee te raken, werkt dus. Maar hoe zit het eigenlijk met de publieke steun? ‘Het moeilijkste is om mensen te vinden die willen betalen voor onderzoeksjournalistiek,’ zegt Fermín Vaca van Plan V.

Plan V en andere onafhankelijke media in Ecuador, zoals en worden voornamelijk gefinancierd door Amerikaanse fondsen en donoren uit het bedrijfsleven die anoniem willen blijven. Het kan ook niet anders: in een vijandig klimaat als dit worden burgers of bedrijven die de platforms steunen in het verdomhoekje geplaatst.

‘We hebben lidmaatschappen geprobeerd, op deuren geklopt. Maar mensen vinden ons te klein, ze doen beloftes en vergeten ons dan weer. En ze zijn bang om vervolgd te worden,’ zegt Vaca.

De grip van de staatsmedia groeit

We spreken radio-dj Alvaro Rosero in het kantoor van zijn veel beluisterde radiostation Radio Democracia/EXA. Achter hem hangt een groot portret van zijn familie. Rosero’s vader begon het bedrijf veertig jaar geleden en sindsdien hebben zijn telgen de koers voortgezet onder zijn vleugel. Elke ochtend luisteren 600.000 mensen naar hun show, die nieuws, entertainment, maar ook politieke en economische analyses biedt.

Van de staatsmedia hoef je geen berichtgeving te verwachten over corruptie of misstanden. En daarom brandt de familie Rosero zich aan die taak. ‘Ja, er zijn meer ziekenhuizen en scholen. Maar de service en het onderwijs zijn niet beter. De wachtlijsten zijn enorm. De corruptie is er nog steeds,’ zegt Rosero.

Volgens Rosero is de president de afgelopen jaren extremer geworden. Zijn ambtenaren mogen niet meer meewerken met Radio Democracia of andere kritische media. ‘Correa stuurt soms fragmenten in die uitgezonden móeten worden. Hijzelf of een minister gaat dan uitgebreid te keer.’

De media in handen van Correa, daarentegen, krijgen steeds meer De president maakte hierbij handig gebruik van de financiële crisis in 2008: veel media stonden op het randje om failliet te gaan, waarop de president hun schulden kocht en ze dus publiek eigendom maakte.

Wat dit alles betekent

Internationale organisaties zoals en schrijven al jaren vernietigende rapporten over Ecuador onder Correa.

Correa wuift alle kritiek weg. Hij vindt dat de internationale organisaties buiten de jurisdictie van het land Het volk gaf hem nou eenmaal het toen hij gekozen werd.

Het is de cirkelredenering die illiberale democraten gebruiken om de democratie uit te hollen.

Dichter bij huis zet de mediastichting Fundamedios zich in voor de persvrijheid. ‘Het is als 1984. We leven in Orwells droom, of nachtmerrie,’ zegt Mauricio Alarcón, plaatsvervangend directeur van onafhankelijke stichting Fundamedios. We spreken hem in zijn kantoor in het noorden van Quito.

Met zijn team documenteert Alarcón al jaren alle aanvallen op de pers. En zoekt hij uit of de overheid zich wel aan haar eigen regels houdt.

Fundamedios balanceerde in 2015 op het randje van de afgrond toen Correa de stichting geforceerd wilde sluiten omdat hij het te veel op een ‘politieke organisatie’ vond lijken. Ook stichtingen zijn blijkbaar niet

En zijn opvolger, Lenín Moreno?

Gaat de kersverse president Lenín Moreno iets veranderen aan de situatie van de pers in Ecuador? Moreno mag dan koelbloediger overkomen, de journalisten die we spreken hebben er een hard hoofd in. Ja, de levensstandaard werd beter onder Correa. Maar sinds de olieprijs werd gehalveerd in 2014 zonk het land in een recessie en steeg de werkloosheid. Voor alle koopzucht van Correa betalen Ecuadoranen een hoge prijs in de vorm van de voortwoekerende corruptie en erosie van mensenrechten. Moreno, in een rolstoel en zonder het pittige karakter van Correa, moet het gaan oplossen.

‘Met Fundamedios maakten we tijdens de verkiezingsperiode een roadmap om de vrijheid van meningsuiting te herstellen. Alle presidentiële kandidaten tekenden, behalve Lenín Moreno. Alle mensen van de verkiezingsraad tekenden, behalve Correa en Moreno’s partij Alianza PAIS,’ aldus Mauricio Alarcón.

Waarom dit geen ‘Ecuadoraans probleem’ is

Die houding is niet uniek voor Ecuador. Zijn linkse Latijns-Amerikaanse evenknieën, zoals wijlen Hugo Chávez in Venezuela en diens opvolger Nicolás Maduro, zijn ook bekritiseerd voor het muilkorven van de vrije pers. Ecuador lijkt af te stevenen op een Mexicaans model, waarin politiek leiders deals sluiten met private media.

De PVV voert een Correaanse strijd tegen de Nederlandse pers

In het Westen liggen de verlokkingen van het autoritaire mediamodel eveneens op de loer. Kijk maar naar Nederland. VVD-partijvoorzitter Henry Keizer ontzegde journalisten van Follow the Money toegang tot een persconferentie. Tijdens de verkiezingen weigerden DENK en Forum voor Democratie journalisten op hun bijeenkomsten. De PVV voert een Correaanse strijd tegen de Nederlandse pers door interviews te weigeren en haar publiekelijk belachelijk te maken, om zo haar geloofwaardigheid te ondermijnen. En een verruimt de mogelijkheid voor inlichtingen- en veiligheidsdiensten om journalisten en hun bronnen af te luisteren.

Ecuador laat zien wat er gebeurt als politieke instituties worden uitgehold en de media de rol van de oppositie wordt toegekend. En hoe kwetsbaar zij zijn als de regerende partij en leider waar zij over schrijven boven de wetgevende en rechterlijke macht staan.

Hoe gaan de journalisten hiermee om?

Ondanks alle weerstand is Alarcón van Fundamedios een vrolijk figuur die het mantra ‘humor is ook strijdlust’ eigen heeft gemaakt. Net als zijn jonge, overwegend vrouwelijke team, dat rondom een grote tafel in de centrale ruimte werkt. Vanuit het kamertje van Alarcón horen we ze af en toe lachen.

Voor veel journalisten is Fundamedios een plek om je veilig te voelen en om te klagen, een plek voor hulp en voor een luisterend oor. Als ze weer eens worden aangeklaagd, bijvoorbeeld via de DMCA, kloppen Vaca en Calderón bij Fundamedios aan, net als andere journalisten. Ze delen hun ervaringen, opdat ze steun vinden om de pen weer op te pakken.

‘Je durft de verschrikkelijke dingen die gebeurd zijn soms niet eens te vertellen, omdat je bang bent dat mensen je niet geloven,’ zegt Martha Roldós, oprichter en journalist van Fundación Mil Hojas. Ze ligt vaak in het ziekenhuis vanwege haar slechte gezondheid. ‘Ik vecht door omdat dit mijn land is. Ik heb geen misdaad begaan.’

Het interview met Mauricio Alarcón van Fundamedios is afgelopen. Buiten de deur staat Vaca op ons te wachten, klaar om ons als razende reporter weer door Quito te rijden. Zodra Alarcón hem ziet, buldert hij van het lachen en omhelst hij hem. ‘Don Fermín! Amigo, amigo!’ Hij slaat hard op zijn rug.

Met een lach op zijn gezicht geeft hij ons ook een omhelzing. ‘Ja, het is allemaal heel erg. Maar dat zeggen we niet steeds. We zeggen tegen elkaar: we zijn samen. Daardoor hebben we tenminste plezier.’

Voor dit artikel is een reactie gevraagd van het Nationale Secretariaat voor Communicatie in Ecuador. Tot op heden heb ik geen reactie ontvangen.

Dit verhaal schreef ik met correspondent Klimaat en Conflict Jelmer Mommers. Van zijn hand verschijnen binnenkort meer artikelen over Ecuador en zijn relatie met olie, de natuur en inheemse volken.

Met dank aan Carolina Loza de Leon en Fermín Vaca, onze vertrouwelingen in Ecuador. Onze reis naar Ecuador werd betaald door de non-gouvernementele stichting WAN-IFRA (World Association of Newspapers and News Publishers) in het kader van een internationale uitwisseling voor journalisten. WAN-IFRA verbond geen eisen aan deze beurs.

Meer lezen?