Waarom ik volgend jaar geen les meer geef
Vorige week zegde ik mijn contract op school op. Komend schooljaar schrijf ik fulltime voor De Correspondent over onderwijs.
Waarom? Ik vond het afgelopen jaar moeilijk om les te geven, stukken te schrijven en over beide tevreden te zijn. Ik denk dat ik betere stukken kan schrijven als ik komend jaar niet voor de klas sta.
Als dat niet zo is, dan hoop ik dat van jullie te horen.
Nog even over die rivierdolfijn
Ik kreeg meerdere reacties op het citaat dat ik met jullie deelde uit Yuval Noah Harari’s boek Homo Deus. De Israëlische historicus schrijft dat het maken van beleid - hij gebruikt een dam als voorbeeld - geen wetenschappelijke aangelegenheid is, maar een ethische. Je kan wel berekenen hoeveel elektriciteit zo’n dam oplevert, maar wie bepaalt of dat opweegt tegen het uitsterven van de rivierdolfijn – ook een gevolg van de dam?
Wat ik hier uit haalde: het onderwijs zou leerlingen moeten leren nadenken over zulke ethische keuzes.
In die gedachte werd ik deze week bevestigd door collega Tamar Stelling. Tamar – volg haar! - schreef deze week een groot verhaal over embryo’s. Ooit werd vastgelegd dat wetenschappers niet mogen experimenteren op embryo’s ouder dan veertien dagen. Dat was nooit een probleem: niemand wist hoe je zo’n embryo langer dan vijf à zes dagen in leven kon houden.
Tot het twee onderzoeksgroepen vorig jaar lukte een embryo tot de dertiende dag in leven te houden, waarna ze hun experiment maar afbliezen om zich aan de veertiendagengrens te houden. Zou het de wetenschap niet heel veel opleveren als die grens verlegd werd?
Tamar stelt terecht de vraag: wie moet er door embryowetten beschermd worden? Ze schrijft: ‘Die vraag laat zich niet beantwoorden door louter wetenschappers. De wetenschap produceert immers feiten, geen waardes. En waarde staat niet gecodeerd in DNA, die ken je toe. Maar dat moet je dan wel doen. Anders is alles waardeloos.’
Zo ziet mijn keukenmuur eruit
Over mijn onderzoek naar EdTech (ik heb besloten dat voortaan zonder koppelteken te schrijven) kan ik kort zijn: zo ziet mijn keukenmuur er nu uit:
(Dat stuk karton met 82 en VISSER erop is trouwens een heel grote versie van een FIFA-kaart. Met zulke kaarten speel je het voetbalcomputerspelletje FIFA, mijn lievelings. Ik kreeg de kaart vorig jaar van m’n leerlingen.)
Anyhow, ik probeer alle informatie te structureren en een opzet te maken voor mijn onderzoek. De lijst van mensen die ik moet spreken en boeken die ik moet lezen wordt steeds langer, maar suggesties blijven welkom!
Ik ben/heb per ongeluk gedebuteerd
Anderhalf jaar geleden leverde ik een stuk in voor, dacht ik, een jubileumboekje van de onderwijsvereniging Beter Onderwijs Nederland (BON). Dat stuk baseerde ik op een verhaal dat ik eerder voor De Correspondent schreef, ‘Waarom de docent van de toekomst geen robot is.’
Ik was blij verrast toen ik afgelopen weekend op het jaarlijkse symposium van BON het resultaat zag: een prachtig vormgegeven bundel, uitgegeven door Boom, met onder andere gastbijdragen van Theodore Dalrymple, Aleid Truijens en Hans Schnitzler.
Ik ben dus, zonder dat ik het wist, gedebuteerd. Hoezee!
P.S. Op het moment dat je dit leest, zit ik waarschijnlijk met mijn vader in het vliegtuig naar Sint-Petersburg. Ook reistips zijn welkom.