Ik ging naar Japan en zag de toekomst van werk (en ze leek op de Sovjet-Unie)

Rutger Bregman
Correspondent Vooruitgang

Het was in de jaren twintig van de vorige eeuw toen de Amerikaanse journalist Lincoln Steffens, na een lange reis door de Sovjet-Unie, thuiskwam en de beroemde woorden sprak: ‘Ik heb de toekomst gezien, en het werkt.’

Achteraf viel het tegen: wie tijdens geschiedenis heeft opgelet, weet dat de Sovjeteconomie ten onder ging aan inefficiëntie.

Natuurlijk, iedereen had recht op een baan, maar dat wil niet zeggen dat al dat werk nuttig was. Achter de kassa van bijvoorbeeld een groentewinkel stond iemand om de groenten te wegen, iemand om ze in te pakken en iemand om af te rekenen. ‘Wij doen net alsof we werken, zij doen net alsof ze ons betalen,’ luidde een populaire Sovjetmop.

Als economen tegenwoordig nadenken over de toekomst van werk, hebben ze het zelden over de Sovjet-Unie. Ze maken zich niet druk over het overschot aan banen, maar juist over het gebrek. Een van de Universiteit van Oxford voorspelde onlangs nog dat maar liefst de helft van alle banen in de komende twintig jaar zijn verdwenen. Ingepikt door robots.

Het mysterie van Japan

Dus toen ik onlangs naar Japan mocht voor de promotie van mijn vertaalde boek (dat gaat over het belang van minder werken), was ik razend nieuwsgierig naar onze toekomst met robots.

Japan is namelijk een van de meest geautomatiseerde landen ter wereld. Volgens de Internationale Federatie van Robotica heeft alleen Zuid-Korea meer robots. Ondertussen Japanse bedrijven 50 procent van de wereldmarkt in het maken van robots en 90 procent in het maken van robotonderdelen.

Je ziet het ook in het dagelijks leven: als je in Japan naar het toilet gaat, klapt het deksel automatisch omhoog. Als je een taxi neemt, vliegt de deur zomaar open.

De toekomst werkt zich te pletter

Toch is er iets vreemds aan de hand: vrijwel nergens is de werkloosheid zo laag (minder dan 3 procent). Sterker nog, vrijwel nergens wordt zo hard gewerkt. In Japan begint een ontmoeting steevast met het uitwisselen van naamkaartjes en functies. Werk is er geen onderdeel van je identiteit, het is

Maar hoe is dit mogelijk? Als die robots onze banen zouden inpikken, dan zou je het tegenovergestelde verwachten: een hogere werkloosheid en een kortere werkweek. Niets is minder waar. Het grootste robotland ter wereld is ook het meest overwerkte land.

In de week dat ik in Japan was, moest ik steeds denken aan die beroemde woorden van Lincoln Steffens: ‘Ik heb de toekomst gezien, en het werkt.’

Letterlijk. De toekomst werkt zich te pletter.

De opmars van de nutteloze banen

Ik weet ook wel: Japan is een kapitalistisch en geen communistisch land.

Toch heb ik nooit zoveel nutteloze banen gezien als die week in Tokio:

  • Ik gaf interviews en er zat tien man in de ruimte om mee te luisteren, waarvan er toch minstens negen overbodig leken.
  • Ik liep over straat en zag talloze wegwijzers zwaaien dat ik naar links moest op een plek waar ik alleen naar links kón.
  • Ik stapte een winkel binnen en drie personeelsleden sprongen bovenop me.
  • Ik hoorde over de vergaderingen die er zijn om vergaderingen voor te bereiden. En over de vergaderingen voor de vergaderingen voor de vergaderingen - waar vervolgens iedereen aanwezig moet zijn.

In Japan is werken geen kwestie van productiviteit, zo werd me al snel uitgelegd, het is een kwestie van aanwezigheid. Van doen alsof je werkt.

Natuurlijk, als Europeaan heb je dit gevoel ook weleens als je op reis bent in de Verenigde Staten. Mensen die met een reclamebord op hun hoofd rondlopen, of bij de ingang van de Walmart staan te zwaaien om iedereen welkom te heten - wat is daar nou nuttig aan?

En ja, ook in Europa zijn er heel wat nutteloze banen. Een wees onlangs nog uit dat 37 procent van de werknemers zijn baan volkomen overbodig vindt. Uit bleek dat 29 procent zijn baan niet zinvol vindt en een kwam uit op 40 procent.

Leven we om te werken, of werken we om te leven?

Japan laat zien dat het nog verder kan gaan. Dat land bewijst hoe sterk de ideologie van werk - ‘je moet en zult werken voor je geld’ - kan worden. De economen die denken dat de robots al onze banen zullen inpikken, onderschatten het fenomenale vermogen van het kapitalisme om nieuwe, nutteloze banen te scheppen.

Leven we om te werken, of werken we om te leven?

Ondertussen betaalt Japan een hoge prijs. Er worden nog maar weinig kinderen geboren, omdat ouders werk en privé niet kunnen combineren. Terwijl de samenleving in rap tempo vergrijst, denkt de overheid dat robots de zorg voor de ouderen wel kunnen overnemen (terwijl juist zorg werk is dat menselijke aandacht vereist). De Japanse jongeren zijn extreem pessimistisch over de toekomst, nog pessimistischer zelfs dan hun Griekse leeftijdsgenoten. 37 procent te moeten werken tot de dood.

Sommige Japanners geven op en besluiten nooit meer buiten de deur te komen - daar is een apart woord voor: ‘hikikomori.’ In het uiterste geval maken de overwerkte Japanners zelf een einde aan hun leven. En ook daar is een apart woord voor: ‘karōshi,’ ‘dood door overwerk.’ Het is een officieel erkende doodsoorzaak.

Als Japan iets bewijst, dan is het dat de toekomst van werk niet bepaald wordt door technologie, maar door ideologie. Al die overbodige banen, al die stress en al die depressies zijn geen uniek Japanse fenomenen - het zijn slechts uitvergrotingen van wat hier ook al aan de hand is.

Dus, als we een andere toekomst willen - een toekomst waar de robots steeds meer van ons werk doen zodat wij meer tijd hebben (om te zorgen) voor elkaar - dan lijkt het me nu tijd voor een fundamentele discussie. Leven we om te werken, of werken we om te leven?