De toekomst van de media? Wereldmerken en niches
Vorige week interviewde ik voor Een Podcast over Media ondernemer Derk Sauer. Hij sprak de verwachting uit dat de media over een paar jaar alleen nog uit nichepublicaties - zoals een yogasite - en wereldmerken - zoals The New York Times - bestaan.
Alles wat daartussen zit verdwijnt. Want aan advertenties valt niet genoeg meer te verdienen en het publiek is steeds minder bereid te betalen voor algemene media.
In De Medianieuwsbrief van deze week wil ik daar wat dieper op ingaan.
Over wereldmerken gesproken: The New York Times is onder de indruk van The Washington Post
Grab them by the pussy, Flynns Russische contacten en een loslippige Trump bij Russisch bezoek: zomaar een paar recente scoops van The Washington Post. De grootste concurrent, The New York Times, is onder de indruk.
Volgens de hoofdredacteur van de Post komt het succes door eigenaar (en Amazonoprichter) Jeff Bezos. Die bevrijdde de Post van de focus op Washington en moedigde de redactie aan na te denken als een internationaal nieuwsmerk. Ook maakte hij ruimte voor tientallen nieuwe journalisten en developers.
Ik moest denken aan wat Sauer vorige week zei in het interview met EenPodcast over Media: de enige media die overblijven zijn óf heel niche óf wereldmerken. De Post zou zomaar tot die laatste categorie kunnen behoren.
Betalen voor niches: Patreon groeit ontzettend hard
Laten we dan even naar de andere kant van het spectrum kijken: de niche. Hoe kunnen publicaties en schrijvers die over heel specifieke onderwerpen schrijven overleven?
Door hun publiek om geld te vragen, denken ze bij het bedrijf Patreon. Met hun service kunnen donateurs elke maand een vast bedrag overmaken aan hun favoriete auteur of blog. Een publicatie kan met Patreon een paywall aanmaken en verschillende lidmaatschapstypes instellen.
Het is een duidelijke transactie: jij maakt iets wat ik belangrijk of mooi vind, en daar betaal ik voor.
Het goede nieuws is dat Patreon ontzettend hard groeit. In de eerste drieënhalf jaar haalde Patreon in totaal 100 miljoen dollar op voor makers. Dat is al aardig, maar de verwachting is dat het bedrijf alleen al in 2017 150 miljoen dollar ophaalt. Er zijn nu 1 miljoen donateurs die via Patreon voor 50.000 makers betalen.
De gemiddelde bijdrage is 12 dollar (10,70 euro). Stel dat je als Nederlandse journalist in je eentje een nichepublicatie schrijft en daar een modaal inkomen van 37.000 euro aan wilt overhouden. Dan heb je 288 maandleden nodig. Dat klinkt helemaal niet onrealistisch.
Een wereldmerk dat op niches inzet
Nog een variant op het niches-en-wereldmerken-uitgangspunt: een wereldmerk dat op niches inzet.
Een van de populairste Facebookpagina’s ter wereld is Tasty. Je bent misschien een van hun 85 miljoen likers of hebt in ieder geval al eens zo’n smerig lekker kookfilmpje van ze voorbij zien komen. Bedrijven sponsoren de kookfilmpjes en in totaal werken er nu 75 man aan die pagina.
Tasty is van Buzzfeed, een publicatie die Derk Sauer denk ik wel tot de wereldmerken zou rekenen. Het medium duikt steeds dieper de niches in: van algemeen (de Buzzfeedsite) naar koken (Tasty) naar vegetarisch koken (Tasty Vegetarian), koken voor kinderen (Tasty Junior) en koken met één pan (Tasty One-Pot).
Deze niche-aanpak werkt zo goed voor gesponsorde video’s, dat Buzzfeed veel meer nichepagina’s uit de grond stampt. Van ‘avontuurlijk reizen’ tot ‘huisdieren.’ Volgens een directeur van Buzzfeed is het een vereiste dat zo’n pagina aansluit bij de ‘persoonlijke identiteit’ van een volger.
Nog een verdienmodel voor niches
Ook The New York Times zet in op niches. Het bedrijf heeft namelijk ontdekt dat er veel geld te verdienen valt met affiliate-marketing. De krant linkt naar een productpagina bij een online winkel en krijgt een commissie als iemand die doorklikt tot aankoop overgaat.
Vorig jaar kocht The Times de technologie-recensiesite The Wirecutter en nu zoekt de krant negentien mensen die soortgelijke aanbevelingssites willen uitrollen. En die nieuwe sites richten zich allemaal op niches, zoals babyverzorging, huisdieren, persoonlijke financiën en hardlopen.
Amazon is hier trouwens de grote winnaar. Grote media als The Times linken massaal naar de online winkel om een commissie te kunnen ontvangen.