Het zware werk dat ‘content moderation’ heet
The ones who are crazy enough to think they can change the world, are the ones that do.
Sinds een week of wat siert die slogan, ontleend aan Apples befaamde ‘Think Different’-campagne, een enigszins verregend affiche op de oudpapierbak tegenover mijn huis.
‘Wanneer start jouw start-up?’ staat eronder.
Opstarten, innoveren, de wereld veranderen – we raken er maar niet over uitgepraat. In die zin belichaamt deze poster (waar ook nog een foto op staat van een man in pak die doet alsof het winkelwagentje waarin hij zit een zweefvliegtuigje is ) de mores van onze tijd.
Maar ik zie dat ding nu al weken hangen en ben eigenlijk veel meer geïnteresseerd in de container waar hij tegenaan is geplakt, en waar die voor staat – namelijk, onderhoud.
Opruimen, opvegen, repareren, recyclen, ondersteunen, schoonmaken: niet het veranderen van de wereld hield me de laatste tijd bezig, maar het in stand houden ervan.
Gewoon, zorgen dat de boel blijft draaien zoals-ie draait.
Want je zou het haast vergeten, met die collectieve start-up- impact - innovatie -koorts van ons, maar de meeste mensen besteden het grootste deel van hun tijd aan één of andere vorm van onderhoud. Van onze lichamen en onze relaties, onze sociale netwerken en onze gebouwen, bruggen en wegen.
Deze week schreef ik een stuk over waar onze blinde vlek voor onderhoud vandaan komt en wat daar de keerzijden van zijn. En ook, over de (her)waardering van onderhoud die in verschillende domeinen van werk en leven op handen lijkt. Want de toekomst is aan onderhoud, people!
(Speaking of which: dit weekend opent in het Amsterdamse Bos een kunstmanifestatie rondom de kunst van zorg. Ook ‘onderhoudskunst’ maakt er zijn opwachting, schrijf ik in deze notitie.)
Dan ga je toch gewoon wat vaker roken?
Verder las ik de afgelopen week vooral veel verhalen over een relatief nieuwe vorm van onderhoudswerk: content moderation. Oftewel: het controleren van foto’s, video’s en berichten op sociale media, het verwijderen van aanstootgevend materiaal, en waar nodig het inschakelen van de politie.
Volgens sommige schattingen zijn wereldwijd zo’n 150.000 mensen werkzaam als content moderator, vaak in lagelonenlanden zoals de Filipijnen of India.
In mijn stuk noem ik een rechtszaak die twee voormalige content moderators van Microsoft aanspanden tegen hun voormalig werkgever. Aan het dag in dag uit kijken naar het allernaarste dat de mensheid ooit heeft voortgebracht hielden zij namelijk een posttraumatische stressstoornis over, en Microsoft zou hen niet goed hebben bijgestaan.
Van de aanklacht, droog en juridisch als-ie is, kreeg ik al kippenvel.
Er komen steeds meer verhalen naar buiten over deze zware maar onzichtbare arbeid:
- The Guardian sprak vorige week met een content moderator van Facebook. Mensen zoals hij, is de conclusie, zijn ‘overburdened and underpaid.’
- Op online documentairekanaal Field of Vision is sinds vorige maand The Moderators te zien, een korte documentaire waarin een groep Indiase content moderators wordt gevolgd tijdens hun introductieweek.
- The Moderators werd geregisseerd door Adrien Chen, die eerder voor Wired deze reportage maakte, over het lot van conternt moderators op de Filipijnen.
- En deze longread, die vorig jaar op The Verge verscheen, gaat over de ontstaansgeschiedenis van content moderation – en de betekenis van dit ongereguleerde, oncontroleerbare werk voor onder meer de vrijheid van meningsuiting.
Het besef dat onze sociale mediafeeds niet ‘vanzelf’ gevrijwaard blijven van kinderporno, martelpraktijken en dierenseks, maar dat daar mensenwerk aan ten grondslag ligt, lijkt me een belangrijke eerste stap richting het verbeteren van de arbeidsomstandigheden van content moderators.
Want dat bedrijven als Microsoft en Facebook denken dat ze weg kunnen komen met het advies wat vaker rookpauzes te nemen of een wandelingetje te maken of eens een keer te mediteren, is om woest van te worden.
Tot de volgende nieuwsbrief,
Lynn.
P.S. Ik ga even met vakantie. Deze nieuwsbrief dus ook!