Deze Japanse architect laat zien: steden bouwen kan veel groener én spannender
Onze steden worden steeds voller. Hoe zorgen we dat het daar prettig wonen is? Ik deed inspiratie op bij de Japanse architect Sou Fujimoto, die het helemaal anders durft te doen.
Fact of life: de wereldbevolking groeit rap, en steeds meer mensen trekken naar de stad. Daar is over het algemeen het meeste werk, en daar zijn de meeste voorzieningen.
Ook in Nederland is de trek naar de (Rand)stad volop gaande, terwijl de bevolking op het platteland afneemt. Zo houdt Rotterdam rekening met een verdubbeling van het aantal centrumbewoners binnen 25 jaar.
Om die reden hou ik me de komende maanden bezig met de vraag: hoe houden we het prettig in de (Nederlandse) stad, en hoe voorkomen we dat hij dichtslibt?
De antwoorden wil ik zoeken in nieuwe manieren van vervoer, in gedragsverandering, maar ook in de layout van de stad zelf. Kiezen we voor nog meer rijtjeshuizen met een tuintje in Nederland, met horizontaal uitdijende steden tot gevolg? En moet dat ten koste gaan van het groen buiten de stad?
Of gaan we in de stad toch de hoogte in? En kan dat dan niet wat groener?
De stad zoals Sou Fujimoto hem graag ziet
Vorige week maakte ik kennis met een Japanse architect die uitblinkt in laten zien wat er mogelijk is - hoeveel leuker en interessanter de gebouwde toekomst eruit kan zien, als we maar durven. Hij sprak op een seminar voor studenten bouwkunde. Zijn naam: Sou Fujimoto (45).
Fujimoto groeide op in de natuur van Hokkaido, en verhuisde later naar Tokio. In plaats van te letten op de enorme verschillen tussen de landschappen, werd hij getroffen door de overeenkomsten. De hoogteverschillen, de verbindingen over de grond, de vertakkingen.
In zijn gebouwen probeert hij die overeenkomsten te benadrukken en de natuur steeds weer in de gebouwen te laten dringen. Het levert landmarks op: heel opvallende gebouwen. Hij bouwt ze in steeds meer steden over de hele wereld, en de stadsbesturen zijn er maar wat trots op.
Aan het einde van zijn lezing dacht ik: wat als dit soort bouw nu eens het nieuwe normaal zou worden? Zouden we het dan niet beter uithouden in een steeds drukkere en hogere stad? Oordeel zelf.
Fujimoto is de afgelopen jaren internationaal doorgebroken, dus wellicht ken je (een deel van) zijn werk al. Hieronder vier van zijn projecten - en één prachtig idee dat het niet haalde, alle voorzien van anekdotes die hij tijdens zijn lezing deelde.
1. Arbre Blanc, Montpellier
Deze Witte Boom verrijst op dit moment in de Zuid-Franse stad Montpellier, een stad met een mediterraan klimaat waar mensen gewend zijn aan een leven dat zich grotendeels vlak buiten hun huis afspeelt.
Er komen 105 appartementen met samen meer dan tweehonderd balkons. Sommige appartementen hebben wel drie balkons, die met buitentrappen met elkaar verbonden zijn.
‘We hebben allerlei ontwerpen getest, ook met rechte balkons,’ zei Fujimoto tijdens de lezing. ‘Maar toen zag het gebouw eruit als een tandenborstel.’
Over een jaar moet het gebouw af zijn. Fujimoto verheugt zich op het moment dat er mensen in wonen. ‘Het moment dat er meubels en alledaagse spullen op de balkons staan, van al die verschillende mensen. Heel spannend hoe die activiteiten leven gaan geven aan het gebouw.’
Het Nederlandse klimaat is helaas niet geschikt voor zo’n gebouw. Maar: als ik in Frankrijk zou wonen, zou ik met zo’n flat prompt voor de hoogte kiezen, als dat ook zou betekenen dat de natuur in de omgeving van de stad niet zou hoeven wijken.
En Fujimoto bouwt niet alleen voor mooi weer. Zie het volgende project.
2. Serpentine Gallery Pavillion, Londen
Met dit tijdelijke café brak Fujimoto door in de internationale architectenwereld. Het was een paviljoen op de expo in de Kensington Gardens in Londen in 2013.
Binnen en buiten lopen in elkaar over. Vanuit de verte lijkt het gebouw op een witte wolk, vanbinnen kun je er doorheen kijken. Maar het blijft Londen, dus het heeft wel een dak. Een glazen dak, zodat je tijdens een regenbui ook in dit paviljoen kunt zitten.
Fujimoto: ‘We begonnen te redeneren vanuit het landschap. Ik dacht eerst aan een kunstmatige heuvel. Maar dan zou het niet transparant worden, en het zicht op de mooie omgeving blokkeren. Zo kwamen we op een doorschijnend object uit, een organische vorm gebouwd van pijpen met kunstmatige, rechte hoeken.’
Een gebouw als een glazen wolk, die de stadsnatuur in ere houdt. Met dezelfde modulaire bouw zou je trouwens veel verder de hoogte in kunnen. Zie het volgende project.
3. The Souk Mirage, of Particles of Light, het Midden-Oosten
Dit gigantische winkelcentrum, een Arabische bazaar met een oppervlakte van 1,2 kilometer, zou met honderd meter tot de wolken reiken. Dankzij de enorme hoogte zou je een natuurlijke luchtkoelingscirculatie op gang kunnen brengen. De poorten bovenop zijn zo ontworpen dat ze beneden genoeg schaduw geven, in een heet land.
Het was een heel serieus ontwerp, maar het is een luchtspiegeling gebleven. Nadat de ontwerpwedstrijd voor een winkelcentrum in een rijk deel van het Midden-Oosten was uitgeschreven, blies de koning van het niet nader genoemde land het plan opeens af.
Fujimoto, lachend: ‘Dat leerde me veel over hoe... processen kunnen verlopen. Dus als een van jullie, of jullie vader, geld heeft... Die poorten zijn nu in Midden-Oosten-stijl, maar we kunnen ze ook opnieuw ontwerpen.’
4. Een openbaar toilet van glas, in een ommuurde tuin, Ichihara, Japan
Wat te doen met de natuur die mensen willen bezoeken als ze buiten de stad zijn? Hoe hou je die natuurlijk?
Toen ik jaren geleden zelf als toerist Japan bezocht, viel het me op dat er niet zo veel bestemmingen zijn die interessant zijn én die geschikt zijn voor busladingen toeristen op te licht schoeisel.
Fujimoto heeft er ervaring mee. Hij speelde in één project letterlijk met de behoeftes van de toerist. Deze openbare wc van glas vind je in een grote, vrij wilde, ommuurde tuin. Hij staat nu zo’n vijf jaar in Ichihara, een Japanse stad die de opdracht uitschreef om wat meer smoel te krijgen.
Stel dat je zo’n toilet echt zou gebruiken. Fujimoto: ‘Als je nodig moet, schrik je misschien als je de deur van het toilet opendoet en ziet dat je dan nog tien meter moet lopen.’
Ze vormden een lange rij om een fotoshoot te doen. En toen ontstond er een probleem, zegt Fujimoto. Want sommige mensen uit die bussen moesten écht naar de wc. Het stadsbestuur kreeg klachten en zette uiteindelijk een mobiel toiletje achter de muur.
5. House N, Oita, Japan
Tot slot een woonhuis voor twee mensen plus hond in de stad Oita, dat het onderscheid tussen binnen en buiten doet verdwijnen. Het is een soort doos in een doos in een doos, en die dozen zijn allemaal gedeeltelijk open.
Fujimoto: ‘Er zijn geen definitieve scheidingen. Je bent wel beschermd, maar niet helemaal opgesloten, je zit buiten maar ook binnen.’
Wat mij geweldig lijkt is als Fujimoto in Nederland flats zou kunnen maken in deze stijl, met verdiepingen waar je binnen woont, en open, groene verdiepingen die er als het ware doorheen groeien, die je kunt delen met andere bewoners en met de natuur.
Inspirerend werk van een inspirerend man
Tot slot iets over de publieke persoonlijkheid Sou Fujimoto.
Afgelopen week heb ik een hele reeks architecten aan het woord gehoord. Geen van hen liet zich zo voorzichtig uit over de kwaliteit van zijn eigen werk als Fujimoto.
Dat maakte niet alleen zijn gebouwen, maar ook zijn optreden - aan een publiek van internationale studenten - heel inspirerend. Je hoeft het als architect niet van de daken te schreeuwen, om het te maken.
Intussen worden zijn opdrachten groter en groter. In de Franse hoofdstad bouwt hij nabij de Arc de Triomphe als winnaar van de wedstrijd Reinventer Paris* nu een gigantisch hotel annex woon-, kantoor- en winkelcentrum, dat bomen boven de huizen moet gaan uittillen.
Fujimoto vertelde hoeveel verantwoordelijkheid hij ervaart nu hij echt grote projecten doet, en ook waar zijn eigen vrijheid ophoudt. Zo werd hem in Boedapest gevraagd het plafond van de muziekhal - een soort bladerdak - in goud uit te voeren.
Fujimoto: ‘Goud gebruiken in architectuur is... een beetje een uitdaging. Wit is een makkelijke kleur. Goud is riskant: "Welke vent met een slechte smaak heeft hier een gouden plafond gemaakt?"’