Verzet je en hou vol: het verliezen van hoop is geen optie
Geloof in je eigen kracht en invloed. Want de geschiedenis leert dat zelfs de allerkleinste daden van verzet nog tientallen jaren kunnen doorwerken.
Onlangs gingen klokkenluiders Daniel Ellsberg en Edward Snowden publiekelijk met elkaar in gesprek over democratie, transparantie en meer. Ellsberg, die in 1971 de uiterst geheime Pentagon Papers naar buiten bracht, bleek een voorbeeld te zijn geweest voor Snowden. Zonder de Pentagon Papers, vertelde Snowden via Skype, zou hij nooit hebben durven openbaren op welke schaal de NSA miljoenen gewone mensen bespioneerde. Een buitengewone uitspraak, die betekent dat de gevolgen van Ellsbergs daad niet beperkt bleven tot een presidentschap en oorlog in de jaren zeventig. De Pentagon Papers vinden tientallen jaren later nog steeds hun weerslag - Snowden kwam pas twaalf jaar nadat Ellsberg omwille van zijn principes zijn toekomst riskeerde ter wereld. Ons handelen klinkt vaak ver voorbij het oorspronkelijke doel door; een goede reden om te leven naar je principes, te handelen in de hoop dat wat je doet ertoe doet, ook al is dat niet meteen duidelijk.
De belangrijkste gevolgen zijn vaak het meest indirect. Ik vraag me weleens af, als ik meeloop met een massademonstratie zoals de Vrouwenmars in januari dit jaar, of zoiets ertoe gaat leiden dat een onbekende jongere daar haar doel in het leven zal vinden, twintig jaar later misschien een formidabele vrijheidsstrijdster wordt en de wereld verandert.
Ik begon over hoop te spreken in 2003, in de troosteloze jaren na het begin van de oorlog in Irak. Nu, veertien jaar later, gebruik ik het begrip hoop als kompas dat ons helpt de weg te vinden tussen de valse zekerheden van optimisme en pessimisme, en de zelfgenoegzaamheid en passiviteit die bij beide horen. Optimisten gaan ervan uit dat alles goed zal gaan zonder dat we er iets voor hoeven doen; voor pessimisten heeft het allemaal geen zin. Beide - optimisme én pessimisme - maken dat we thuis blijven en niks doen. Hoop daarentegen betekent voor mij onvoorspelbaarheid, dat we niet weten wat de toekomst brengt, maar dat we wel kunnen proberen haar te schrijven.
Hoop is het geloof dat wat we doen van belang is
Hoop is het geloof dat wat we doen van belang is, het besef dat de toekomst nog moet worden geschreven. Het is een bezielde, scherpzinnige vorm van ruimdenkendheid over wat er kan gebeuren en de rol die wij daarin zouden kunnen spelen. Hoop kijkt vooruit, maar put zijn kracht uit het verleden, uit het kennen van de geschiedenis, inclusief onze overwinningen met al hun complicaties en onvolkomenheden. Het betekent: laat het betere niet de vijand van het goede zijn. Het betekent: niet de nederlaag erkennen omdat de overwinning nog niet verteerd is. Het betekent er niet van uitgaan dat je weet wat er staat te gebeuren als de toekomst ongeschreven is, maar dat wat er gebeurt deels aan ons is.
Je verzet faalt niet als je niet meteen resultaat ziet
Wij zijn complexe wezens. Hoop en angst leven naast elkaar in ons. In de nieuwe film over James Baldwin, I am not your negro, zit een scène waarin Robert Kennedy voorspelt, in 1968, dat Amerika over veertig jaar een zwarte president zal hebben. Het is een indrukwekkende profetie, aangezien Barack Obama vier decennia later inderdaad de presidentsverkiezingen wint. Toch steekt Baldwin er de draak mee. Want Kennedy’s prachtige ideaalbeeld mocht dan troost bieden aan witte mensen die gruwen van racisme, met zo’n ideaalbeeld waren zwarte mensen nog niet bevrijd van de pijn en woede die ze op dat moment ervoeren - en nog altijd ervaren. Patrisse Cullors, een van de oprichters van de Black Lives Matter-beweging, omschreef de missie van de beweging eerder als ‘geworteld in verdriet en woede, maar gericht op een visie en een droom.’ Wie hoopt op betere tijden, hoeft de misdaden en het lijden dat nu plaatsvindt niet te ontkennen. Juist vanwege die ellende is zulke hoop zo belangrijk.
Ik ben ontroerd en blij en verwonderd over de kracht, de wijdsheid, de intensiteit en de onbaatzuchtigheid van het verzet tegen de regering-Trump en haar agenda. Ik had niet gerekend op zoiets dappers, zoiets doordringends. Het verzet komt van regionale overheden, ambtenaren en bestuurders - van gouverneurs tot burgemeesters tot medewerkers van federale organisaties, in kleine dorpen in Republikeinse staten - maar ook nieuwe organisaties, zoals de zesduizend afdelingen van de Indivisible-beweging die naar verluidt na de verkiezingen zijn opgericht, en nieuwe, versterkte groepen die opkomen voor de rechten van immigranten, en religieuze groeperingen. Het verzet omvat met de Vrouwenmars van 21 januari een van de grootste demonstraties in de Amerikaanse geschiedenis. En ga zo maar door.
Ik maak me ook zorgen of het verzet zal aanhouden. Nieuwkomers denken vaak dat je pas iets hebt bereikt als de resultaten zichtbaar zijn. Ze denken dat je hebt gefaald als iets niet meteen lukt. Zo’n mentaliteit zorgt ervoor dat velen de strijd opgeven en naar huis gaan, precies wanneer het momentum groeit en overwinningen binnen bereik liggen. Een gevaarlijke fout, en één die ik keer op keer gemaakt zie worden.
Wat hieronder volgt is een pleidooi voor de complexe praktijk van verandering. Want verandering laat zich niet vangen in de simpele causale optelsom van oorzaak en gevolg.
In Manhattan zit een boekhandel die ik geweldig vind, de Housing Works-boekwinkel. Ik ga er al jaren heen om er wat te eten en rond te neuzen in de uitstekende verzameling tweedehands boeken. Vorig jaar oktober herinnerde een vriend, Gavin Browning, vrijwilliger bij Housing Works, me eraan wat de naam betekent. Het is een spin-off van Act Up, de Aids Coalition to Unleash Power, opgericht tijdens het hoogtepunt van de aidscrisis, met als doel patiënten sneller toegang te geven tot experimentele medicijnen, het bewustzijn van de ernst van de epidemie te vergroten, en niet stilletjes de duisternis in te glijden, een vroegtijdige dood tegemoet.
Wat deed Act Up? De groep woedende en woeste activisten - velen van hen doodziek of stervend - veranderde ons denken over aids. Ze streden voor versnelling van medicijnproeven, leerden hoe samen om te gaan met de vele symptomen en complicaties van aids, ze maakten zich hard voor beleid, voorlichting, programma’s, financiering. Ze leerden mensen met aids en hun medestanders in andere landen hoe ze moesten vechten tegen farmaceutische bedrijven om betaalbare toegang te krijgen tot wat ze nodig hadden - en die gevechten te winnen.
Browning schreef onlangs: ‘In het begin van de jaren negentig waren in New York City minder dan 350 huizen beschikbaar voor naar schatting 13.000 daklozen met hiv/aids. Als antwoord daarop richtten vier leden van de wooncommissie van Act Up in 1990 Housing Works op.’ Nu, 27 jaar later, verzorgt Housing Works in stilte nog altijd van alles voor mensen die besmet zijn met hiv, waaronder huisvesting. Terwijl ik alleen een boekwinkel zag. Het werk van Act Up is nog lang niet gedaan.
Occupy laat zien: activisme is een kettingreactie
Veel groepen, bewegingen en opstanden hebben spin-offs en dochters, ze veroorzaken domino-effecten, kettingreacties, creëren nieuwe modellen en voorbeelden en sjablonen en gereedschappen, voortkomend uit experimenten; elke nieuwe ronde van activisme is een experiment waarvan de resultaten bruikbaar zijn voor andere situaties. Als we hoopvol willen zijn, moeten we niet alleen de onzekerheid omarmen, maar ook accepteren dat resultaten niet te meten zijn, dat die zich nog steeds ontvouwen, dat die mogelijk zo indirect zijn als arme mensen op een ander continent die toegang krijgen tot medicijnen, omdat activisten in de VS zich roeren en weigeren de status quo te accepteren. Beschouw hoop als een vaandel geweven van ragfijn draad, van het besef dat alle dingen met elkaar verbonden zijn, van het blijvende effect van de beste daden, niet alleen van de slechtste. Beschouw het als een ondeelbare wereld waarin alles ertoe doet.
Toen Occupy Wall Street begon, zei een oude vrouw: ‘We strijden voor een samenleving waarin iedereen belangrijk is,’ een prachtig beknopte samenvatting van wat het doel kan zijn van een beweging die ten diepste democratisch is, en vol van radicaal mededogen. Aanvankelijk werd Occupy Wall Street belachelijk gemaakt en omschreven als chaotisch en vruchteloos, en vervolgens, toen de beweging zich landelijk en verder verspreidde, als falend of al mislukt, door deskundigen die nogal simpele criteria van succes hadden. De oorspronkelijke bezetting in Lower Manhattan werd in november 2011 opgebroken, maar veel kampementen die zich door Occupy Wall Street hadden laten inspireren, bleven veel langer staan.
Occupy blijft bestaan, maar je moet de talloze vormen ervan leren herkennen
Occupy gaf het startschot voor een beweging tegen studieschulden en opportunistische en op winst gerichte universiteiten; het zette de schijnwerper op de pijn en wreedheid van de financiële crash en het Amerikaanse systeem van schuldslavernij. Het kaartte economische ongelijkheid op een nieuwe manier aan. Californië vaardigde een wet uit die huizenbezitters meer rechten geeft om zich te verzetten tegen roofzuchtige kredietverstrekkers; in het kielzog van Occupy ontstond een beweging die, huis voor huis, veel kwetsbare huizenbezitters beschermt. Elke Occupy was op zijn eigen manier met lokale overheden en zijn eigen projecten bezig; vorig jaar nog vertelden Occupy-betrokkenen me dat bloeiende aftakkingen van de beweging nog altijd het verschil maken. Occupy blijft bestaan, maar je moet de talloze vormen ervan leren herkennen - geen van allen lijken ze nog op Occupy Wall Street, op de groep mensen die een plein in Manhattan bezet hield.
Standing Rock ging veel verder dan één pijpleiding
Evenzeer denk ik dat het een vergissing is om het samenkomen van stammen en activisten bij Standing Rock, North Dakota, te beoordelen aan de hand van de vraag of het verzet wel of niet een pijpleiding heeft weten tegen te houden. Je kunt daaraan voorbijgaan door op te merken dat alleen al het gedwongen uitstel van de pijplijn de investeerders een fortuin heeft gekost. Of dat de geweldige beweging ervoor heeft gezorgd dat veel investeerders zich hebben teruggetrokken en dat tot dusver onzichtbare bedrijven en de milieuschade die ze veroorzaken, onder een vergrootglas zijn komen te liggen. En dat het aanleggen van pijpleidingen daardoor als een riskante en mogelijk minder winstgevende business wordt beschouwd.
Maar Standing Rock was veel groter dan deze praktische dingen. Op zijn hoogtepunt was het vrijwel zeker de grootste politieke samenscholing van inheemse Amerikanen ooit. Naar verluidt was het de eerste keer dat alle zeven subgroepen van de Lakota samenkwamen sinds ze in 1876 commandant George Custer versloegen in de veldslag bij Little Big Horn.
Het maakte de vaak onzichtbare stam zichtbaar voor de hele wereld. Wat zich daar ontvouwde leek niet zozeer een pijplijn tegen te houden, als wel een radicaal nieuw hoofdstuk toe te voegen aan een geschiedenis van meer dan vijfhonderd jaar koloniale wreedheid, eeuwen van verlies, ontmenselijking en onteigening. Duizenden oorlogsveteranen sloten zich bij de beweging aan om het kampement te verdedigen en de pijpleiding tegen te houden. Tijdens een gedenkwaardige ceremonie knielden veel van de voormalige militairen om zich te verontschuldigen en vergiffenis te vragen voor de uitgebreide rol die het Amerikaanse leger speelde bij de onderdrukking van de inheemse Amerikanen.
Net als de bezetting van het eiland Alcatraz door inheemse Amerikanen eind jaren zestig, vormt Standing Rock een katalysator voor het gevoel van macht, trots, lotsbestemming. Het is een bevestiging van solidariteit en onderlinge verbondenheid, een voorlichting voor mensen die niet veel af wisten van zaken van inheemse volken, een bevestiging voor native Americans zelf die vaak hun geschiedenis tot in de kleinste details kennen. Het is een versterking van de diepe banden tussen de klimaatbeweging en inheemse volkeren die een grote rol hebben gespeeld in het tegenhouden van pijpleidingen in en vanuit Canada. Standing Rock heeft jonge mensen iets bijgebracht en geïnspireerd, jongeren die misschien nog wel een halve eeuw aan goede werken voor zich hebben. Standing Rock vormt een baken waarvan de betekenis verder reikt dan alleen die tijd en die plaats.
De geschiedenis kennen betekent in staat zijn om voorbij het heden te kijken, je te herinneren dat het verleden je in staat stelt om ook vooruit te kijken, te zien dat alles verandert en dat de meest ingrijpende veranderingen vaak het meest onvoorzien waren. Ik wil wat uitgebreider in één deel van onze geschiedenis duiken om deze vragen over consequenties te onderzoeken, deze consequenties die verder gaan dan alleen oorzaak en gevolg.
De anti-kernenergiebeweging van de jaren zeventig was machtig. Tegenwoordig is ze niet meer zo bekend, maar haar invloed is nog altijd merkbaar. L.A. Kauffman schrijft in haar belangrijke nieuwe boek Direct Action: Protest and the Reinvention of American Radicalism dat de eerste echte anti-kernenergie-actie in 1976 geïnspireerd was door een bijzonder protest in West-Duitsland het jaar ervoor. Daar was de regering gedwongen om af te zien van de bouw van een kerncentrale. Een Amerikaanse groep die zichzelf de Clamshell Alliance noemde, verzette zich tegen de bouw van een kerncentrale in New Hampshire. Ondanks hun creatieve tactieken, de opbouw van een geweldige beweging en veel media-aandacht voor het verzet tegen de Seabrook-kerncentrale in New Hampshire, wisten de activisten de fabriek niet tegen te houden. Wel inspireerden ze een zusterorganisatie, de Abalone Alliance in midden-Californië, die vergelijkbare strategieën gebruikte om de Diablo Canyon-kerncentrale tegen te houden. De groepen verzetten zich tegen twee specifieke kerncentrales: toch kwamen die er alle twee.
Dat zou je falen kunnen noemen, maar Kauffman schrijft dat het verzet mensen door het hele land inspireerde om hun eigen anti-kernenergiebewegingen op te richten. Dat zorgde ervoor dat de bouw van meer dan honderd geplande kerncentrales werd afgeblazen, dat het publieke bewustzijn groeide en de publieke opinie over kernenergie kantelde. Maar dan komt Kauffman bij het opwindendste stuk, als ze schrijft dat de erfenis van de Clamshell Alliance vooral opviel door ‘het bestendigen en bevorderen van wat in de daaropvolgende veertig jaar het dominante model voor grootschalig actievoeren zou worden. Het werd overgenomen door… de Pledge of Resistance, een landelijk netwerk van groepen die actie voerden tegen de Amerikaanse inmenging in Centraal-Amerika in de jaren tachtig.
‘Nog eens honderden mensen namen die herfst [het model] over bij een actie van burgerlijke ongehoorzaamheid als verzet tegen een anti-homo-uitspraak van het Hooggerechtshof in de zaak Bowers vs Hardwick,’ vervolgt Kauffman. ‘De aidsactivisten van Act Up gebruikten een versie van dit model bij het bezetten van de hoofdkantoren van de Food and Drug Administration in 1988 en de National Institutes of Health in 1990, om beide instituten te dwingen sneller experimentele aids-medicijnen toe te staan.’ En zo verder in het huidige millennium.
Maar wat waren dan die strategieën en organisatieprincipes die deze bewegingen wisten te versterken?
Het belang van verzet zonder geweld, en consensus
Het korte antwoord is: extern geweldloos verzet, en intern een op consensus gericht beslissingsproces. Het eerste heeft een geschiedenis die de hele wereld omspant, het tweede gaat terug tot de vroege geschiedenis van Europese dissidenten in Noord-Amerika. Dat wil zeggen: geweldloosheid is een strategie die tot uitdrukking kwam bij Mohandas Gandhi, en die voor het eerst op 11 september 1906 werd gebruikt door inwoners van Indiase afkomst in Zuid-Afrika die zich verzetten tegen discriminatie. Niet lang daarna reisde de jonge advocaat Gandhi naar Londen, waar hij een dieper besef van kansen en macht kreeg. Drie dagen na zijn aankomst bezette een groep Britse vrouwen het parlement in hun strijd voor vrouwenkiesrecht. Elf van hen werden gearresteerd, weigerden hun boete te betalen en moesten naar de gevangenis. Dit maakte diepe indruk op Gandhi.
Hij beschreef de vrouwen in een artikel met de titel ‘Daden zijn beter dan woorden,’ waarin hij Jane Cobden citeerde, de zus van een van de gearresteerde vrouwen. Zij zei: ‘Ik zal nooit enige wet eerbiedigen waaraan ik zelf geen hand heb gehad; ik zal de autoriteit van de rechtbank die deze wetten uitoefent niet erkennen…’ Gandhi verklaarde: ‘Vandaag lacht het hele land ze uit, en ze hebben maar een paar medestanders. Maar deze vrouwen blijven onverschrokken en standvastig doorwerken aan hun zaak. Ze zullen slagen en het stemrecht krijgen…’ En hij begreep dat als zij konden winnen, dat de Indiase burgers van Brits Afrika de strijd om hun rechten ook konden winnen. In hetzelfde artikel (uit 1906!) voorspelde hij: ‘Als de tijd rijp is, zal India zijn eigen ketenen breken.’
Ideeën zijn besmettelijk, emoties zijn besmettelijk, moed is besmettelijk. Zodra we deze kwaliteiten - of hun tegenpolen- belichamen, brengen we ze over op anderen.
Dat wil zeggen dat de Britse sufragettes, die in 1918 beperkt kiesrecht kregen en in 1928 het volledige kiesrecht, een rol speelden in het inspireren van een Indiase man die twintig jaar later de beweging leidde die het Aziatische subcontinent van de Britse overheersing bevrijdde. Op zijn beurt inspireerde Gandhi een zwarte man in het zuiden van Amerika. Na een pelgrimage naar India in 1959 waar hij Gandhi’s erfgenamen ontmoette, schreef Martin Luther King: ‘Terwijl de Montgomery-boycott bezig was, vormde India’s Gandhi voor ons de leidraad bij ons geweldloos verzet ten behoeve voor sociale verandering. We hadden het vaak over hem.’ Die technieken, die door de burgerrechtenbeweging verder werden ontwikkeld, werden overal ter wereld opgepikt, in de strijd tegen apartheid aan de ene kant van het Afrikaanse continent en tijdens de Arabische Lente aan de andere kant.
Deelname aan de burgerrechtenbeweging van de vroege jaren zestig gaf vorm aan menig leven. Zoals dat van John Lewis, een van de eerste Freedom Riders en een jonge leider van de sit-ins bij lunchcafés, wiens schedel bij een gewelddadige aanval tijdens de Selma-mars werd gebroken. Lewis was een van de uitgesproken stemmen in het bevragen van Trumps legitimiteit en hij stond aan het hoofd van tientallen Democratische Congresleden die de inauguratie boycotten. Toen een week na Trumps inauguratie de aanval op islamitische vluchtelingen en immigranten begon, bezocht Lewis het vliegveld van Atlanta.
Dat is indrukwekkend. Maar laat ik het zo zeggen: toen die vrouwen werden gearresteerd in het parlement, streden ze voor het recht van Britse vrouwen om te mogen stemmen. Ze slaagden erin zichzelf te bevrijden. Maar ze gaven ook tactieken door en bezieling, de geest van verzet. Je kunt een directe lijn trekken van de anti-slavernijbeweging die de Amerikaanse beweging voor vrouwenkiesrecht inspireerde, naar John Lewis die dit jaar op het vliegveld van Atlanta in actie kwam voor vluchtelingen en moslims. We worden gedragen door de helden en heldinnen die voor ons kwamen en die de deuren van kansen en verbeelding voor ons openden.
Je weet niet wat wat je doet doet
Mijn partner mag graag een uitspraak van Michel Foucault citeren: ‘Mensen weten wat ze doen. Vaak weten ze waarom ze doen wat ze doen; maar wat ze niet weten is wat wat ze doen doet.’ Je doet wat je kan. Wat je hebt gedaan kan voor de generaties na jou meer betekenen dan je je nu kunt voorstellen. Je plant een zaadje en er groeit een boom uit: zullen er vruchten komen, schaduw, een habitat voor vogels, meer zaden, een bos, hout om een wieg te bouwen, of een huis? Je weet het niet. Een boom kan veel langer leven dan jij. Net als een idee. En soms kunnen de veranderingen die voortkomen uit dat nieuwe idee over wat goed en juist is, de wereld opnieuw vormgeven. Je doet wat je kunt doen, je doet je best, maar wat het effect is van wat je doet, is niet aan jou.
Dat is een manier om de nalatenschap van de externe geweldloze burgerlijke ongehoorzaamheid van de anti-kernenergiebeweging in de jaren zeventig te eren, en die van de burgerrechtenbeweging van de jaren zestig, die de technieken van het verzet zoveel verder uitbreidden en verfijnden.
Wat betreft het interne proces: in Direct Action onderzoekt Kauffman de invloed van de Clamshell Alliance, waarbij ze deelnemer Ynestra King citeert. Die zegt: ‘Bepaalde vormen die we overnamen van het feminisme introduceerden we op een natuurlijke manier in onze situatie, een zeker ethos van respect, versterkt door de Quaker-traditie.’ Suki Rice en Elizabeth Boardman, vroege deelnemers aan de Clamshell Alliance, lieten zich inspireren door de Quakers en introduceerden het Quaker-gebruik van op consensus gerichte beslissingsprocessen. ‘Het idee was ervoor te zorgen dat elke stem werd gehoord, en dat er geen onderscheid was tussen leiders en volgers.’ De Quakers zijn radicale dissidenten die zich al sinds de zeventiende eeuw verzetten tegen oorlog, hiërarchie en nog veel meer. Een Clamshell-organisator genaamd Joanne Sheehan zegt dat ‘training in geweldloosheid, actie ondernemen in kleine groepjes en het vaststellen van richtlijnen voor geweldloosheid op zich niet nieuw waren, maar dat het wel nieuw was om die te combineren met op consensus gerichte beslisprocessen en een niet-hiërarchische structuur.’ De Clamshell Alliance creëerde een manier van werken en organiseren die zich verspreidde naar progressieve actievoerders wereldwijd.
Je doet wat je kunt doen, je doet je best, maar wat het effect is van wat je doet, is niet aan jou
Er zijn vreselijke verhalen over de manier waarop ziektes als aids overspringen op andere soorten en muteren. Er zijn ook ideeën en tactieken die overspringen naar andere gemeenschappen en muteren, tot ons voordeel. Er is een nare term, collateral damage, ofwel ‘bijkomende schade,’ voor mensen die onopzettelijk omkomen: burgers, niet-strijdende partijen, etc. Misschien is wat ik hier voorstel een idee van collateral benefit - bijkomend voordeel.
Wat wij democratie noemen is vaak slechts het recht van de meerderheid. En dat laat de minderheid in de kou staan, zelfs als die 49,9 procent van het volk is, of nog meer, als je uit drie partijen kan kiezen. Bij consensus wordt niemand buitengesloten. Na ‘Clamshell’ dook het op consensus gerichte beslissingsproces op in de radicale politiek en hervormde die, maakte haar inclusiever en gelijkwaardiger. En het is verder verfijnd en aangescherpt door elke beweging waaraan ik heb deelgenomen of waar ik getuige van was - van de anti-kernenergiedemonstraties in de jaren tachtig en negentig bij het nucleaire testterrein in de Nevada-woestijn, tot het stilleggen van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) eind 1999, een overwinning op het neoliberalisme die het lot van de wereld veranderde, tot Occupy Wall Street in 2011 en daarna.
Dus wat bereikte de Clamshell Alliance? Alles, behalve zijn vermeende doel. Middelen om de wereld te veranderen, telkens weer. Er zijn misdaden tegen de menselijkheid, tegen de natuur, en andere vormen van vernietiging die we zo snel mogelijk moeten stoppen. De pogingen om dat te doen zijn al aan de gang. Ze worden bezield door deze eerdere activisten, ze worden uitgerust met het gereedschap dat zij eerder ontwikkelden. Het verzet tegen deze zaken kan een grotere nalatenschap hebben als we de collateral benefits en indirecte gevolgen ervan leren herkennen.
Als je maatschappelijk actief bent, als je demonstreert, volksvertegenwoordigers aanspreekt en geld geeft aan mensenrechtencampagnes, zul je zien hoe politici en rechters en machthebbers goede sier maken of de eer toegespeeld krijgen van de veranderingen waar jij voor hebt gezorgd, soms door je te verzetten. Je zult hoe dan ook moeten geloven in je eigen kracht en invloed. Je moet blijven bedenken dat veel van onze grootste overwinningen de dingen zijn die niet gebeuren: wat niet wordt gebouwd of gesloopt, gedereguleerd of gelegitimeerd, tot wet wordt gemaakt of algemeen wordt geaccepteerd. Dingen verdwijnen dankzij onze inspanningen en we vergeten dat ze er ooit waren. Daardoor vergeten we soms dat we er ooit ons best voor hebben gedaan. En dat we hebben gewonnen.
Zelfs verliezen kan deel van het proces zijn: de wetten om de slavernij in het Britse rijk af te schaffen haalden het keer op keer niet, maar intussen verspreidden de onderliggende gedachten zich wel, voordat 27 jaar na het eerste wetsvoorstel een versie uiteindelijk werd aangenomen. Je moet onthouden dat de media graag simpele, concrete verhaaltjes vertellen, waarin de uitspraak van een rechtbank of het aannemen van een wet een afspiegeling lijkt van de welwillendheid of de inzichten van de mensen erachter. Maar de media zullen zelden verder onderzoeken hoe dat perspectief tot stand is gekomen, via de naamlozen en de onbekenden, via de mensen die met hun daden een nieuwe wereld of nieuw wereldbeeld opbouwden, zoals ontelbare koralen samen een rif vormen.
De enige macht die in staat is de regering-Trump tegen te houden wordt gevormd door ons, actieve burgers
De enige macht die in staat is de regering-Trump tegen te houden wordt gevormd door ons, actieve burgers. We zijn in de meerderheid, als we ons maar weer realiseren hoe machtig we zijn, en als we samen weten te komen. En zelfs als we ons dat weer realiseren, zelfs als we zo veel druk uitoefenen als we kunnen, zelfs als de regering meteen in elkaar stort of de president opstapt of wordt afgezet of wegzakt in een moeras van corruptie, zelfs dan is ons werk nog maar net begonnen.
Dat werk begint met verzet tegen de regering-Trump, maar houdt niet op voordat we een diepgaande systeemverandering hebben bewerkstelligd en onszelf daar opnieuw voor hard maken - en dan niet alleen via een revolutie, want revoluties zijn niet blijvend - aan een samenleving vol betrokken burgers, gebaseerd op de waarden gelijkheid, democratie, inclusiviteit, volledige inspraak, een radicaal e pluribus unum mét mededogen. Zoals al zo vaak is gezegd slaagde de revolutie van de Republikeinen, die hen in staat stelde zo veel lokale regeringen over te nemen en veel meer macht te grijpen dan hun aantallen rechtvaardigen, deels dankzij geld uit het bedrijfsleven, maar ook deels omdat mensen bereid waren het handwerk te doen, het langzame, geduldige zwoegen om macht van de grond af op te bouwen en vast te houden, en er voor de lange duur in te zitten. En deels door verhalen te vertellen die, hoewel ze vaak een grove vervorming van de feiten en het krachtenveld waren, wisten te boeien.
Dit soort werk is altijd, op de eerste en de laatste plaats, het vertellen van verhalen, of, zoals sommige van mijn vrienden het noemen, ‘de strijd van het verhaal.’ Bouwen, herinneren, hervertellen, het vieren van onze eigen verhalen - het is deel van ons werk.
Ik wil dat dit glorieuze verzet een lang leven krijgt, waarin de vele miljoenen, misschien zelfs tientallen miljoenen gekleurde mensen, de arme mensen en de studenten weer een stem krijgen, nu die van hen wordt afgepakt op allerlei manieren: het Crosscheck-programma; identificatie-wetten die steunen op de misvatting dat stembusfraude een serieus probleem is met gevolgen voor de uitslag; wetten die in de meeste staten veroordeelde criminelen het stemrecht ontnemen. Het is bemoedigend om te zien hoe talloze idealistische activisten erop gebrand zijn de Democratische partij te hervormen en nieuwe vormen van deelname zoeken, zowel binnen als buiten de verkiezingspolitiek. Volgens rapporten worden verkozen ambtsdragers overspoeld met e-mails en telefoontjes - meer dan ooit tevoren.
Dit verzet heeft alleen zin als het wordt onderhouden. Om door te zetten, moeten mensen willen geloven dat hun talloze kleine daden er bij elkaar opgeteld toe doen. Dat hun daden ertoe doen, ook als de resultaten niet meteen duidelijk of zichtbaar zijn. Ze moeten onthouden dat ook als je er niet in slaagt je directe doel te bereiken - het blokkeren van een benoeming of een pijplijn, of een wet er doorheen krijgen - je wel het kader zo kunt hebben veranderd, dat grotere veranderingen onvermijdelijk zijn. Je kunt het verhaal aanpassen, of de regels, je kunt gereedschappen geven aan toekomstige activisten, ze aanmoedigen, je kunt de mensen om je heen helpen door te zetten.
Geloven dat dit ertoe doet - goed, we kunnen de toekomst niet kennen. We hebben het verleden. Dat geeft ons patronen, modellen, parallellen, principes en hulpbronnen, en verhalen over heldenmoed, grootsheid, doorzettingsvermogen en over de diepe vreugde die je kunt putten uit betekenisvol handelen. Met dat allemaal op zak kunnen we kansen grijpen en kunnen we beginnen onze hoop tot werkelijkheid te maken.
Deze tekst verscheen eerder in The Guardian en werd uit het Engels vertaald door Hans Pieter van Stein Callenfels.