De Britse verkiezingen gaan allang niet meer over de Brexit

Jon Henley
Journalist, gespecialiseerd in de Britse politiek
Conservatieven wachten op de komst van Theresa May op een vliegveld in Newcastle op 5 juni 2017. Foto: Justin Tallis / AFP

De Lagerhuisverkiezingen van donderdag gaan tussen Conservatieven van Theresa May en Labour van Jeremy Corbyn. Toen May de verkiezingen uitriep, was de verwachting dat ze haar tegenstander zou verpletteren - en daarmee steun voor de Brexit zou krijgen. Maar de campagnes zijn overschaduwd door terroristische aanslagen.

Zelfs naar zijn deze buitengewoon vreemd verlopen.

Ze werden vorige maand uitgeroepen door een premier die aangaf over de uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit de EU. Dat zijn de omvangrijkste, ingewikkeldste en waarschijnlijk ook belangrijkste onderhandelingen die ooit in vredestijd door een Britse regering zijn gevoerd. En die zullen, even ter herinnering, bepalend zijn voor de toekomstige relatie met een groep landen die momenteel goed is voor een slordige

In werkelijkheid streefde er natuurlijk naar te profiteren van wat er destijds uitzag als een historisch zwakke tegenpartij. Op dat moment lag haar Conservatieve Partij twintig procentpunten voor in de peilingen en was de algemene verwachting dat ze een overweldigende overwinning zou behalen op Labourpartij, met een verpletterende meerderheid in het Lagerhuis als gevolg.

Maar sindsdien liep het niet helemaal zoals de premier had gepland.

De verkiezingen zijn gekaapt

De campagne werd tot twee keer toe tragisch gekaapt door de gruwelijke terroristische aanslagen in respectievelijk en die minstens dertig mensen – onder wie kinderen – het leven kostten. Met de aanslag voor het paleis van Westminster in maart erbij betekent dat drie fatale terreurdaden in minder dan drie maanden: meer dan genoeg aanleiding voor stemmers om serieuze vraagtekens te zetten bij hun veiligheid.

May verlaagde als minister het politiebudget met 18 procent, waardoor er nu 20.000 agenten minder zijn

Dat is zowel onhandig voor May, die als minister van Binnenlandse Zaken tussen 2010 en afgelopen zomer het politiebudget verlaagde met 18 procent, waardoor er nu 20.000 agenten minder zijn, als voor Corbyn, een doorgewinterde pacifist die sinds hij in 1983 parlementslid werd consequent tegen antiterreurwetten van de regering stemde en er door zijn rivalen van wordt beschuldigd banden te hebben met de IRA, de Ierse beweging wier decennialange terreurcampagne meer dan drieduizend doden tot gevolg had.

Het is uiteraard niet te zeggen in hoeverre de veiligheidskwestie stemmers bij hun keuze beïnvloeden zal, en evenmin welke partij er het meeste profijt van zou hebben als dat wel het geval zal zijn. Maar wat ook niet helemaal volgens plan verloopt, is de populariteit van de premier en haar partij.

Theresa May (Conservatieven) spreekt in Edinburgh. Foto: Jeff J Mitchell
Jeremy Corbyn (Labour) houdt een speech. Foto: Ian Forsyth / Getty Images
Paul Nuttall (UKIP) houdt een toespraak. Foto: Ben Cawthra / eyevine
Caroline Lucas, co-leider van de Green Party, tijdens een postercampagne in London op 30 mei, 2017. Foto: John Stillwell / PA

Wat de peilingen nu tonen

Afhankelijk van welke opiniepeilingen je gelooft is haar voorsprong bijna gehalveerd tot ongeveer elf procentpunten, of gezakt naar 1 procentpunt – en dus zo goed als nihil. Hoewel de meeste commentatoren nog steeds verwachten dat May zal winnen, durft niemand meer te zeggen hoe groot haar meerderheid zal zijn (het districtensysteem maakt het sowieso bijzonder lastig om de landelijke percentages te vertalen naar het uiteindelijke aantal zetels in het parlement). Het is zelfs nog denkbaar dat ze geen absolute meerderheid haalt.

Wat wél vaststaat is dat de steun aan Corbyn is toegenomen, vooral onder jonge stemmers, in tegenstelling tot die voor May, wiens politieke u-turns en publieke optredens alom worden bekritiseerd. Hoe meer de stemmers van hem te zien krijgen, hoe populairder hij wordt, zo lijkt het, terwijl dat bij haar precies andersom geldt. Maar iets anders wat vaststaat is dat deze verkiezingen, die geheel en al om de Brexit zouden draaien, in het geheel niet over de Brexit gaan – en dat is van wezenlijk belang.

Veel kiezers weten niet wat de gevolgen van Brexit kunnen zijn – aangezien de regering geen moeite heeft gedaan ze dat uit te leggen

Deels komt dit omdat kiezers anders zijn gaan denken over de Brexit. In het referendum was het Verenigd Koninkrijk in tweeën verdeeld: 48 procent wilde in de EU blijven (Remainers, of Remoaners voor wie er zelf geen was), en 52 procent wilde weg (Leavers, of Quitlings als je onaardig wilde zijn). Bijna een jaar later zijn er ineens drie verschillende groepen: 45 procent wil zo’n beetje koste wat kost uit de EU, 22 procent wil dat de Brexit niet doorgaat, maar nu is er ook nog een groep van Zij wilden vorig jaar blijven, maar vinden nu dat de regering dan in godsnaam maar keihard door moet zetten. Dat komt doordat veel kiezers nog steeds niet echt weten wat de gevolgen van Brexit kunnen zijn – aangezien de regering geen moeite heeft gedaan ze dat uit te leggen.

Supporters nemen een selfie met Tim Farron (LibDem). Foto: Yui Mok / PA
Theresa May wordt gefotografeerd. Foto: Stefan Rousseau / PA
Nicola Sturgeon (Scottish National Party) maakt een selfie. Foto: Andrew Milligan / PA
Jeremy Corbyn wordt gefotografeerd. Foto: Christopher Furlong / Getty Images

Wat willen May en de regering?

Sinds januari, toen May eindelijk hield in het Lancaster House in Londen en een einde maakte aan haar absurde ‘Brexit betekent Brexit’-mantra door uit te leggen wat zij en haar regering nou precies voor ogen hadden met een Brexit, heeft ze herhaaldelijk laten weten dat ze uit is op ‘de beste Brexit-deal voor Groot-Brittannië.’ Jammer is alleen dat we geen enkele garantie hebben dat wat zij als ‘de beste deal voor Groot-Brittannië’ beschouwt ook daadwerkelijk haalbaar is, en, belangrijker nog, wat de gevolgen zijn als die er niet komt.

Dus, wat wil de Britse regering nou eigenlijk?

Brexit bestaat uit twee onderdelen. Ten eerste is er de scheiding, die volgens binnen twee jaar moet zijn geregeld. Daarin moet vooral duidelijkheid zijn ontstaan over de volgende belangrijke kwesties: de ‘exit’-rekening die het Verenigd Koninkrijk moet betalen om tegemoet te komen aan de EU-begroting, de rechten van EU-burgers in het VK en Britse burgers op het continent en de grens tussen Republiek Ierland en Noord-Ierland (die ineens landgrens van de EU zal zijn).

Op dit gebied zijn er al enorme meningsverschillen (zo heeft Groot-Brittannië waar de EU nu aan schijnt te denken). Daarbij komt, de EU 27 – die een ongekende eensgezindheid aan de dag legt als het op de Brexit aankomt – heeft duidelijk gemaakt dat er ‘voldoende voortgang’ op deze vlakken moet zijn bereikt

Het Verenigd Koninkrijk wil dat de handelsgesprekken gelijktijdig met de scheidingsgesprekken worden gevoerd. Er bestaat dus een reële kans dat het proces al vrij snel spaak zal lopen: May heeft vaak gezegd dat ze en Brexit-minister heeft aangekondigd dat het Verenigd Koninkrijk simpelweg uit de onderhandelingen stapt als de gepresenteerde rekening te hoog is. En als er wel een overeenkomst komt, dan staan ze vervolgens voor een oneindig veel complexer probleem. Het is namelijk zo dat de Britse regering heeft aangegeven een ‘ambitieuze, uitgebreide’ vrijehandelsovereenkomst met de EU te willen sluiten waar alle toekomstige handelsregelingen onder komen te vallen.

Er bestaat een reële kans dat het onderhandelingsproces al vrij snel spaak zal lopen

Dat komt omdat het belangrijkste doel van het VK aangaande de Brexit is ‘de controle terug te krijgen’; geen deelname meer aan de interne markt, geen vrij verkeer van mensen en niet langer onderworpen zijn aan de rechtspraak van de EU. En hoe deze doelstellingen dan te verenigen zijn met ‘een zo vrij en soepel mogelijke handel in goederen en diensten’ met de EU, is vooralsnog voor iedereen een groot raadsel.

Voor Brussel en de andere Europese hoofdsteden heeft dit verdacht veel weg van Het Engelse equivalent is Geen enkel land, zo heeft EU 27 vanaf het begin gezegd, kan profiteren van de voordelen van de Europese interne markt (zoals vrije handel) zonder aan de voorwaarden te voldoen (zoals vrij verkeer van mensen en het naleven van de regels).

Kort gezegd: voor de samenhang van de interne markt en de toekomst van de EU is het van groot belang dat de relatie die het Verenigd Koninkrijk uiteindelijk met Europa overhoudt niet kan tippen aan de voordelen van een EU-lidmaatschap.

Theresa May komt uit haar bus. Foto: Ben Stansall / WPA
De bus van Jeremy Corbyn. Foto: Ian Forsyth / Getty Images
De bus van Paul Nuttall. Foto: Jack Taylor / Getty Images
Nicola Sturgeon staat samen met een piloot naast haar helikopter. Foto: Cumbernauld / AFP

En wat als er geen deal komt?

Hoe zou ‘geen deal’ eruit komen te zien? Handel onder voorwaarden van de Wereldhandelsorganisaties, geen financieel paspoort voor banken, geen douane-unie, geen vrije toegang tot de interne markt en heffingen op alle export van het VK. De gevolgen zouden immens kunnen zijn: rijen vrachtwagens bij Dover, verstoring van het luchtverkeer, (gecompenseerd door een toename van zo’n 5 procent vanwege vrijehandelsovereenkomsten met landen als China en India). zou de schade als gevolg van uittreding uit de interne markt door daling van het bbp tussen de 25 en 36 miljard pond per jaar bedragen.

Labour lijkt tenminste in te zien wat een verstrekkende gevolgen dit zou hebben. Corbyn noemde het ‘weglopen’ uit de onderhandelingen het slechtst mogelijke resultaat: ‘Er bestaat niet zoiets als geen deal. Geen deal is in feite een slechte deal; het is de slechtst mogelijke deal.’ Hij belooft inschikkelijker te zullen zijn bij de onderhandelingen, en de nadruk te leggen op het belang van Engeland om in de interne markt te blijven in de hoop dat de EU dat zal toestaan in combinatie met een meer gecontroleerde versie van vrij verkeer. Maar het is allerminst zeker dat Labour de onderhandelingen gaat leiden.

En er is nog altijd geen minister opgestaan met de boodschap: ‘Luister, mensen, er is een kans, gewoon een kleine mogelijkheid, dat dit allemaal vreselijk verkeerd uit zal pakken.’ Dat, plus het feit dat de economie van het VK, maakt misschien dat kiezers zich tijdens deze vreemde verkiezingen nauwelijks bezighouden met de Brexit. (Terwijl ze dat beter wel zouden kunnen doen: doordat de pond na het referendum met 17 procent is gedaald, handelstekorten nemen toe en de reële lonen dalen, waarmee dus ook de levensstandaard omlaag gaat. De economische groei in het VK is nu lager dan die in Frankrijk, Duitsland en Spanje.

Toch lijken May en haar ministers er niet alleen van overtuigd dat het VK exact zal krijgen wat zij verlangen, maar dat de toekomst van het koninkrijk buiten de EU zonnig zal zijn, ongeacht de deal die zij met Brussel sluiten (of niet). ‘Brexit heeft geen schaduwzijde, alleen maar positieve kanten,’ verklaarde Davis vol vertrouwen. Hij voegde eraan toe: ‘Ik ben er zeker van dat ik een goed resultaat uit de onderhandelingen krijg.’ Johnson heeft gezegd dat Groot-Brittannië een ‘fantastische’ en ‘onvergelijkbare’ toekomst buiten de EU tegemoet gaat - en ‘zonder enig probleem’ verder kan, ook zonder handelsakkoord. (De EU heeft van haar kant bij herhaling gezegd dat de Britse regering de complexiteit van de onderhandelingen zwaar onderschat.)

Jeremy Corbyn legt een baksteen op het Derwentside College in Consett, 5 juni 2017. Foto: Scott Heppell / AFP
Nicola Sturgeon is op bezoek in een fietsenwinkel net buiten Glasgow. Foto: Andy Buchanan / AFP
Theresa May zit in de keuken van de familie Drone. Foto: Stefan Rousseau
Paul Nuttall eet een ijsje tijdens het campagne voeren. Foto: Chris J Ratcliffe / AFP

Britse leiders leven in La-La-Land

Het kan natuurlijk zijn dat de regering een beetje aan het pochen is als voorbereiding op de Brexitonderhandelingen. De spieren alvast wat aanspant. Misschien willen ze de EU 27 de boodschap overbrengen die de beruchte Millwallvoetbalfans zo mooi scanderen: ‘Niemand vindt ons aardig en dat kan ons niks schelen.’ Ik denk dat er iets anders aan de hand is. Ik denk dat veel Britse politici (en rechtsgezinde krantenredacteuren sowieso) oprecht geloven en zijn plaats in de wereld na de Brexit.

Ik denk dat veel Britse politici oprecht geloven in het fabeltje over het economisch potentieel van het VK en zijn plaats in de wereld na de Brexit

Britse leiders mijmeren liever over de gloriedagen van het Verenigd Koninkrijk, dat volgens hun verhalen een grootse, globalistische, vrij handelende natie zou zijn geweest – in plaats van de wrede kolonisator die het in werkelijkheid was.

Dat de Britse economie het op het wereldtoneel fantastisch doet, zoals zij ook geloven, berust evenmin op waarheid. Er zijn maar weinig mensen die lijken te snappen in hoeverre de Britse economie afhankelijk is van de ‘vrije en soepele’ handel, de douane-unie en andere regelgeving binnen de interne markt van de EU.

Wat de oorzaak ook is, Britse leiders leven, vooralsnog, in La-La-land. Maar zeer binnenkort, laten we zeggen ergens na 19 juni, zal de realiteit toeslaan. Dat zal pijn doen, en die pijn zal voorlopig niet weggaan.

Wellicht is dat de prijs die het Verenigd Koninkrijk moet betalen om ‘de controle terug te krijgen’ en ‘de soevereiniteit te herstellen,’ en wellicht hebben sommigen zo’n pesthekel aan de EU en al wat zij bewerkstelligt Maar voor veel anderen geldt dat niet. En dat is wat het blinde en argeloze vertrouwen van de regering in de Brexit zo onvergeeflijk maakt. Geen enkele keer hebben ze toegegeven dat er misschien op een gegeven moment toch wel een keerzijde zal komen.

Dit stuk is uit het Engels vertaald door Laura Weeda.

Meer lezen?