Een kind met stress wordt minder snel depressief
Een kind dat blootgesteld wordt aan stress wordt minder snel depressief als het ouder wordt. Dat bericht zoemde een tijd lang rond. Klopt het? Esther Nederhof doet er onderzoek naar.
‘Meer stress in jeugd vermindert kans op depressie.’ Een paar weken geleden kwam dit nieuwsbericht meerdere keren voorbij. Moet je hieruit opmaken dat wij ons voor niks opwinden over de kwaliteit van de kinderopvang? Dat wil zeggen: overdrijven we het belang van rust en regelmaat op de crèche? Ik leg de vraag voor aan Esther Nederhof, een aan de Rijksuniversiteit Groningen verbonden onderzoeker wiens bevindingen aanleiding vormden voor dit bericht.
Aan het begin van ons gesprek maakt Nederhof direct een interessante opmerking. Ze heeft haar zoontje na een paar maanden van crèche laten wisselen, omdat ze niet tevreden was over de pedagogische kwaliteit. Is Nederhof niet bang dat haar zoon vatbaarder wordt voor een depressie nu hij minder stress ervaart, vraag ik. Kinderopvang van mindere (pedagogische) kwaliteit is immers een stuk stressvoller voor kinderen, zo blijkt uit meerdere onderzoeken.
Nederhof legt uit dat het bericht – stress in je jeugd beschermt tegen een depressie als je later aan veel stress wordt blootgesteld - op meerdere manieren te interpreteren valt. Bekijk je het vanuit evolutionair perspectief dan zie je een logische aanpassing van de mens aan stress: oefening baart kunst, zogezegd. Maar vanuit maatschappelijk oogpunt zijn er wel wat kanttekeningen bij te plaatsen. Hoe zit dat precies?
Voor haar onderzoek, dat deel uitmaakt van TRAILS, heeft ze 2.230 kinderen – toen elf jaar oud - op basis van een test ingedeeld in drie categorieën: kinderen die hun aandacht goed kunnen richten op één specifieke opdracht, de zogenoemde ‘richters,’ kinderen die goed zijn in taken waarbij je je aandacht steeds moet verleggen, de ‘shifters,’ en een restgroep, kinderen die beide taken goed of juist niet goed beheersen.
Dat onderscheid maakte ze, omdat ze wilde weten of de manier waarop kinderen hun aandacht richten, afhankelijk was van de omstandigheden - veel of weinig stress - waarin ze tot dan toe waren opgegroeid. Met andere woorden, of hun aandachtstijl zich aanpastte aan de omgeving van hun jeugd.
Daarnaast wilde ze weten of shifters en richters verschilllen in de manier waarop zij reageren op omstandigheden die afwijken van de omstandigheden waarin ze zijn opgegroeid. Ze vroeg zich af of de ene groep dan eerder een depressie zou ontwikkelen dan de ander.
Wat blijkt? De shifters zijn in hun jeugd veel vaker aan stress blootgesteld dan de richters. Die stress kan veel oorzaken hebben: een slechte bevalling en gebrekkige emotionele aandacht als baby, tot het verlies van een dierbaar iemand, ernstige schoolproblemen, veel ruzie, ziekte of zelfs aanranding. Waar het dus op lijkt, is dat de shifters hun manier van aandacht richten, hebben aangepast aan de stressvolle omstandigheden van hun jeugd.
Deze eigenschap - dat shiften dus - kwam hen goed van pas als zij op latere leeftijd aan veel stress werden blootgesteld. Want in tegenstelling tot de richters werden de shifters in deze omstandigheden een stuk minder snel depressief.
Het voordeel van stress
In tegenstelling tot wat de meest gangbare psychologische theorieën beweren – veel stress in je jeugd, verhoogt de kans op een depressie - blijkt een zekere hoeveelheid stress in je jeugd dus ook voordelen op te kunnen leveren: het maakt je veerkrachtiger in stressvolle omgeving waarin je snel moet reageren.
Waarom brengt Nederhof haar kind dan toch naar een andere crèche waar de omstandigheden minder stressvol zijn voor haar kind? Omdat er ook heel veel redenen zijn om geen shifter te willen worden.
Shifters blijken uit dit onderzoek namelijk vaker een zogeheten ‘fast-life history’ te hebben. Ze komen eerder in de puberteit, hebben eerder seks en vrijen onveiliger. Deze ‘fast-life history’ gaat vaak gepaard met een aantal eigenschappen dat je je kinderen niet direct toewenst. Zo zijn mensen die tot deze categorie behoren vaker impulsief, vertonen ze meer risicovol gedrag - naast onveilige seks gebruiken ze ook meer alcohol en drugs -, hechten ze meer aan beloningen op korte termijn en vertonen ze vaker destructief gedrag dat terug te voeren is op een onveilige hechting. Niet bepaald eigenschappen waarmee je het ver schopt op de middelbare school of op een vervolgopleiding.
Nederhof stelt dat het vanuit maatschappelijk oogpunt dus niet altijd wenselijk is om een shifter te zijn. ‘Maar’, zegt ze, ‘het belang van de maatschappij komt niet altijd overeen met dat van het individu. Als je moet overleven in een ruige omgeving, kun je maar beter wat harder zijn en sneller reageren. Vanuit evolutionair oogpunt is het een slimme strategie om je op deze manier aan te passen.’
Deze update is geschreven door Marilse Eerkens.
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!