De zes beste inzichten tot nu toe over het verduurzamen van De Correspondent
In mijn vorige nieuwsbrief schreef ik over onze ambitie om De Correspondent te verduurzamen. Dat heeft een fantastische respons opgeleverd; bijna 180 bijdragen onder de oproep, en meer dan honderd mails in mijn inbox.
Het is echt geweldig om te zien hoeveel kennis en ervaring de leden van De Correspondent willen bijdragen. Daar zijn we enorm dankbaar voor. Ik ga vanaf nu naast mijn normale journalistieke werk voor De Correspondent een dagdeel per week besteden aan onze verduurzaming.
De eerstvolgende stap is het beleggen van een sessie waarin ik met een groep experts de voetafdruk en de impact van De Correspondent in kaart wil brengen. Zoals aangekondigd in de oproep zal ik - in overleg met de hoofdredactie - ook een adviescomité samenstellen op basis van alle reacties.
Maar dit project gaat niet alleen over De Correspondent. De lessen die we onderweg opdoen, willen we delen en beschikbaar maken voor andere organisaties. Daarom in deze mail: de zes dingen die ik nu al heb geleerd.
1. 100 procent duurzaam kan niet
Het is een naïef streven om te denken dat je ‘100 procent’ duurzaam kunt zijn, zo bleek al snel uit de reacties. ‘Duurzame ontwikkeling is de balans tussen 3 dimensies: ecologisch, sociaal en economisch,’ schreef Diana. De keuze voor duurzaamheid op één dimensie betekent soms dat je inlevert op een ander vlak. In de praktijk is de afweging vaak: ‘optie 1 is duurzamer dan optie 2,’ schreef Dieuwertje.
2. Techniek is niet alles
Oplossingen voor duurzaamheid worden vaak in de techniek gezocht, maar de cultuur van een organisatie is minstens zo belangrijk. Lode beschreef het risico ‘dat de mensen niet mee veranderen [met de techniek]. Bij het volgende ding zijn mensen niet getraind om er duurzaam mee om te gaan.’ Dus: inzetten op bewustwording, en bijvoorbeeld gezamenlijk een ‘no impact-week’ organiseren.
3. Er zijn allerlei tools om je impact te meten
Zo verwees Rombout naar de Milieubarometer. Ik heb inmiddels ook contact gehad met de Climate Neutral Group, die al vijftien jaar ervaring heeft met het verduurzamen van organisaties. De mogelijkheden zitten meestal vooral in energiebesparing, duurzame mobiliteit en minder vliegen, vertelde adviseur Jouke me.
4. Vervang de lampen!
Led-specialist Sebastiaan liet in de bijdragen weten dat ‘in een gemiddeld kantoorgebouw meer dan de helft van de elektriciteit naar verlichting gaat. In de meeste gevallen kan daar een reductie van 50 - 70 procent in worden bereikt door led-verlichting toe te passen.’
5. Werk aan warmte
Deze tip is niet alleen voor kantoren maar ook voor huishoudens onwijs belangrijk. ‘Ongeveer twee derde van je energierekening bestaat uit kosten voor verwarmen van je woning,’ schreef Hendrik eerder al in de bijdragen onder een van mijn stukken.
Isolatie, warmtepompen en bijvoorbeeld vloerverwarming kunnen een groot verschil maken. ‘Besparingen van 90 procent op de energievraag voor verwarming zijn realistisch,’ schreef Jan. ‘Een zeer belangrijk ‘neveneffect’ is dat [je] woning hiermee comfortabeler en gezonder wordt.’
6. Vergeet niet waar je invloed ligt
‘Ik denk dat de ‘environmental handprint’ van De Correspondent sowieso groter is dan de ‘environmental footprint’ door het op gang brengen van het maatschappelijk debat over klimaat, duurzaamheid, consumptiemaatschappij, diversiteit, etc.,’ schreef Femke.
Met andere woorden: we moeten ons niet blindstaren op onze voetafdruk, maar vooral gefocust blijven op onze journalistieke kerntaak en de indirecte impact die we daarmee hebben, ook al is dat ‘heel lastig om kwantitatief uit te drukken,’ schreef Jonah.
Tot zover de eerste zes lessen. Je kunt het hele proces volgen in de updates die ik op De Correspondent publiceer, en via deze wekelijkse mail. Ik wil jullie allemaal van harte uitnodigen om kennis en ervaring te blijven delen in de bijdragen, daar kunnen alle andere leden en lezers weer van profiteren.
Tot de volgende,
Jelmer