Ismail Ilgün werd veroordeeld als ‘treitervlogger’. Nu filmt hij zonder zelf te oordelen

Vera Mulder
Correspondent Emotie
Beeld uit de serie 'Symbols' die Thomas Kuijpers maakte voor De Correspondent.

Bijna iedereen heeft het erover, maar wat is het verhaal van de betrokkenen zelf? Elke maand ontleed ik een mediastorm of portretteer ik iemand over wie in de media vooroordelen zijn ontstaan. Vandaag: Ismail Ilgün, de Zaanse ‘treitervlogger’ die nu documentaires maakt over probleemwijken.

Na drie kwartier praten vraagt hij of we even kunnen bijkomen. Ismail Ilgün (20) strijkt de zwarte krullen onder zijn pet glad en glimlacht verlegen een mondhoek omhoog. ‘Ik vind ons gesprek echt fijn en je bent heel leuk en lief. Maar dit is allemaal nieuw voor mij, man.’

Een jaar geleden had niemand nog van hem gehoord. Nu is de hem opgelegde bijnaam volgens de Van Dale woord van het jaar: ‘treitervlogger.’

Naar aanleiding van een reeks YouTubefilmpjes die hij opnam in zijn probleemwijk Poelenburg in Zaandam, kon Ilgün vorig jaar rekenen op de toorn van opiniërend Nederland. Zijn lieten vooral de jongens zien waarmee hij op straat rondhing, af en toe ging het verder dan dat. Bezoekers van de supermarkt waarvoor ze hingen werden uitgescholden, een man kreeg een klap, de politie werd bespot.

De filmpjes werden honderdduizenden keren bekeken, er ontstonden kleine fitties met andere vloggers. Toen de video’s na een woordenwisseling met rapper Boef werden opgepikt door grote media, zat Ilgün al snel met een groep zonnebrildragende vrienden bij werd hij besproken door elke columnist, ‘tuig van de richel’ genoemd

Het symbool van alles wat mis zou zijn met de migrantenjeugd

Ilgün groeide vorig najaar uit tot symbool voor alles wat mis zou zijn met de migrantenjeugd van Nederland. De politie pakte hem uiteindelijk op voor opruiing, nam zijn camera en computer in beslag. Na drie dagen kwam hij vrij - onder meer op voorwaarde dat hij niet meer voor de supermarkt zou hangen. Thuis was het na alle ophef niet meer veilig, Ilgün dook tijdelijk onder met zijn moeder en zusje.

We zijn intussen negen maanden verder. Ik interview hem nu, maar hij heeft die ervaring met bijvoorbeeld Pauw dus al. Dat was live, voor de camera, met een presentator die hem verbeten ter verantwoording riep. Nu zitten we in een knusse kamer op een bank, geen spotlight in zicht. Dus waar moet hij precies van bijkomen? Wat maakt dit zo spannend?

Ilgün wendt zijn blik af, draait aan het horloge rond zijn magere pols. ‘Ja gewoon, dit… met meisjes praten.’

‘Treiterend tuig’ Ilgün wil aan het begin van ons gesprek eerst weten of het goed met me gaat. Heb ik iets te drinken gekregen? Was mijn reis hierheen fijn? Hij verontschuldigt zich in drievoud als zijn telefoon tijdens het interview afgaat, voegt voorafgaand aan antwoorden af en toe de disclaimer toe dat hij ‘niet de slimste is, sorry’ en dat hij ‘dankbaar is voor dit soort gesprekken, omdat het goed is voor zijn Nederlands.’

Er komt zo een antwoord

Tijdens ons gesprek laveert hij steeds tussen zoekende jongen en geruststellende man. Als hij een seconde of twintig stil blijft na een bepaalde vraag, probeer ik die nog eens te stellen, nu iets anders geformuleerd.

Ilgün is me al die tijd blijven aankijken, zijn hoofd licht gekanteld. Is hij verontwaardigd? In de war? Gaandeweg ontdek ik dat dit is wat hij doet wanneer hij nadenkt - niet over een antwoord, maar over de vraag zelf.

Wanneer ik de stilte doorbreek glimlacht hij, onze blikken nog steeds op elkaar gericht. Ilgün: ‘Je hoeft je geen zorgen te maken. Ik ben een beetje langzaam, ik denk veel na. Er komt zo een antwoord, laten we gewoon even wachten.’

Ik ben een beetje langzaam, ik denk veel na

En het antwoord komt, evenals een ontleding van de vraag. Want, zo wil hij weten, waarom is het voor mijn lezers eigenlijk interessant om te weten hoe hij de massale kritiek op zijn persoon heeft beleefd? Zo belangrijk vindt hij zichzelf niet, meent hij, en hij richt zich liever op de positieve dingen waar hij nu mee bezig is - zoals een online documentairereeks over achterbuurten.

Toch slaat hij zijn vuist snel voor zijn mond, alsof hij even na wil denken. Dan gaat hij alsnog kort in op wat de kritiek met hem deed. Het maakte hem wantrouwig, hij kwam niet graag meer op drukke plaatsen, had moeite contact te leggen met vreemden uit angst voor wat ze van hem zouden denken.

Dat wantrouwen begint af te nemen nu hij voor zichzelf afscheid heeft genomen van zijn oude video’s. Maar zijn nieuwe werk helemaal loskoppelen van wat hij eerder deed, kan hij naar eigen zeggen niet.

Minder stoken, meer observeren

Dat nieuwe werk bestaat hoofdzakelijk uit die hij sinds kort voor het Algemeen Dagblad maakt, over het leven in achterstandswijken in Nederland. In plaats van te figureren en stoken in de puinhopen van zijn eigen wijk, neemt hij in deze films meer afstand. Hij bekijkt hoe wijken zijn geworden zoals ze zijn, hoe mensen er met elkaar leven en waar de steunpilaren van de wijk hun inspiratie vandaan halen.

Tegenover de hoodvlogs van vorig jaar, waarin hij zat te prikken en jennen, staan nu volwassen reportages, waarin hij de rol van observator, interviewer en duider op zich neemt - met verve.

Toch blijft er kritiek komen op Ilgün. Dit keer niet vanwege de inhoud van zijn filmpjes, maar vanwege zijn verleden. De nieuwe, positieve dingen, zoals deze documentairereeks, komen direct voort uit de negatieve ophef van vorig jaar, ziet hij in.

Ze denken: hij heeft lopen kutten, is daardoor bekend geworden en krijgt nu allemaal mooie kansen die ‘echte’ journalisten niet krijgen

‘Ik snap waarom sommige mensen me dit niet gunnen. Ze denken: hij heeft lopen kutten, is daardoor bekend geworden en krijgt nu allemaal mooie kansen die ‘echte’ journalisten niet krijgen. Maar even twee dingen hè: ten eerste zou ik gek zijn als ik geen gebruik zou maken van die mogelijkheden, alleen maar om andere mensen niet te beledigen. En ten tweede: ik wil niet arrogant klinken, maar ik kan iets wat anderen niet kunnen - oprecht connecten met de bewoners van achterstandswijken. Omdat ze weten dat ik real ben, dezelfde ervaringen heb, zelf ook constant in hokjes word gepropt en daarom nooit over hen zal oordelen.’

En dat is duidelijk, ook op beeld: hij wordt in de wijken die hij bezoekt met open armen ontvangen door de jeugd die er woont.

Maar voordat we daar inhoudelijk over kunnen praten, breekt Ilgün in: ‘Eigenlijk is het niet direct voor het AD. Het is voor een productiemaatschappij die levert aan de krant.’ Praten over het Algemeen Dagblad lijkt een beetje moeilijk te liggen.

Tijdens de mediastorm van vorig jaar liep juist die krant voorop in negatieve berichtgeving over zijn filmpjes en uitspraken. Ilgün: ‘Er zit daar ook een journalist die een stuk schreef over mijn moeder. Allemaal leugens waren dat, mijn bloed…’ Hij knijpt in zijn arm tot zijn knokkels wit worden. ‘Mijn bloed kookt alweer als ik daaraan denk, man.’

Lokale helden uit de probleemwijk

Zijn hand ontspant, we gaan terug naar zijn documentairereeks. In Achter Buurten portretteert hij dus probleemwijken in Nederland. in Rotterdam, toen de Op het moment draait hij in Woensel, Eindhoven, waar hij onder meer praat met rapper Fresku en een aantal lokale helden - volwassenen die hun ervaring met opgroeien in een achterstandswijk omzetten in mentorschap voor de jeugd.

Of Ilgün zichzelf in zo’n rol ziet? ‘Ik denk het niet. Misschien als ik ouder ben, maar ik heb nu zelf nog zoveel te leren dat ik andere mensen niet kan vertellen hoe ze moeten leven.’

Toch kijken veel kinderen nu al naar hem op. In de documentaires is te zien hoe hij als beroemdheid wordt ontvangen in de wijken. Jongens juichen als hij langsloopt, vertellen hem openlijk over hun levens en dromen. Ilgün: ‘En dat is bijzonder, mensen in zulke wijken willen meestal onherkenbaar blijven.’ Opvallend: die gastvrijheid en dat respect komen vrijwel uitsluitend van mensen van kleur.

Ilgün: ‘Witte Nederlanders willen meestal niet met me praten. Ze hebben nog steeds dat beeld van de hoodvlogs in hun hoofd en vertrouwen me niet. Buitenlanders vertrouwen me wel omdat ze snappen waar ik vandaan kom. Maar achterbuurten zijn juist een plek waar Nederlanders en buitenlanders met elkaar leven. Met de docu’s wil ik die kloof dichten, door te laten zien dat we allemaal dezelfde struggle hebben.’

Ze kijken zelf toch ook?

Het contrast is groot tussen de juichende kinderen op straat en de mensen die hem zijn oude werk blijven nadragen. Hoe gaat hij om met de aanhoudende kritiek van die laatste groep?

Ilgün heft zijn handen ten hemel: ‘Mensen vragen steeds: moet je die jongen wel een podium geven? Maar ze kijken zelf óók. Het publiek bepaalt toch zelf hoe groot je podium wordt? Als je me niet wilt zien, moet je niet kijken, dan verdwijnt mijn podium vanzelf. Maar haters keken toch omdat ze het stiekem lekker vonden dat ik hun vooroordeel bevestigde: dat van de hangende, slecht aangepaste Turk die dit land verpest.’

Maar als dat stereotype schadelijk is, waarom dan in eerste instantie bijdragen aan het voortbestaan ervan, door je als zodanig te profileren in die hoodvlogs?

‘Dat is een goede vraag, ouwe.’

Ilgün staart weer een poosje voor zich uit. ‘Ik ben altijd eerlijk, dus dat zal ik nu ook zijn: ik heb helemaal niet nagedacht over die verantwoordelijkheid toen ik begon met filmen. Ik zat al twee jaar niet op school, had geen baan en wist gewoon dat ik met zulke content op YouTube geld kon verdienen - en dat klopte ook.’

Ik heb helemaal niet nagedacht over mijn verantwoordelijkheid toen ik begon met filmen

Zou hij, met de kennis van nu, nog steeds die hoodvlogs hebben gemaakt? Hij denkt van wel. ‘Ik heb geen spijt van de video’s omdat die lieten zien hoe ons leven daar is. Maar ik heb wél spijt van hoe ik leefde. Ik deed de hele dag niks, had geen doel. Nu zie ik welk effect ik kan hebben op anderen. Begrijp me niet verkeerd: ik ben geen rolmodel, ik vind dat mensen voor zichzelf moeten nadenken. Maar ik snap wel wat er slecht aan was en heb veel veranderd: ik hang niet meer rond, lok niks meer uit.’ Hij gebaart naar de ruimte om ons heen. ‘Dat heb ik hier ook geleerd.’

En hier, dat is bij platenlabel Top Notch. Labelbaas Kees de Koning tweette daags na Ilgüns arrestatie de vraag waar hij was gebleven. Ilgün antwoordde op die tweet (‘ik wist niet wie Kees was, maar sommige vrienden werden helemaal gek’), mocht langskomen op kantoor en tekende een tijdje later zijn contract - Top Notch doet nu zijn zakelijke representatie.

Ik wil gewoon niks verkeerds zeggen

Omdat Ilgün zijn filmspullen moest afstaan aan de politie kocht het label een nieuwe camera en laptop voor hem. En hij kreeg een zwart petje met de letters TN erop, dat hij nu tussen zijn handen samenknijpt omdat hij twijfelt over wat hij wil gaan zeggen, zittend in die smalle kamer van het Top Notch-kantoor in Amsterdam.

Na de zelfverzekerde uitspraken over zijn werk, doelen en criticasters, is hij nu weer even die zoekende jongen. Zijn slungelige benen in elkaar gedraaid, zijn handen over zijn armen, alsof hij zichzelf vasthoudt.

‘Ik wil niet… Ik wil gewoon niks verkeerds zeggen.’ Zijn ogen glijden langs de planken van de stellage aan de muur naar beneden. Cd’s van Opgezwolle, Fresku-elpees, posters, prijzen - dat kleine TN-logo verstopt in elke hoek.

Ilgün: ‘Oké, ik zou dus nooit ondankbaar willen klinken over de kansen die ik hier krijg. Ze helpen me overal mee. Mensen ontmoeten, dingen bedenken. Maar ik ben ooit begonnen met YouTube omdat ik mijn eigen geld wilde maken, zelf de baas wilde zijn. En dat wil ik voor de toekomst nog steeds. Denk ik.’

Bijna iedereen heeft het erover, maar wat is het verhaal van de betrokkenen zelf? Elke maand ontleed ik een mediastorm of portretteer ik iemand waarover in de media vooroordelen zijn ontstaan. Volgende maand een nieuw verhaal.

Meer mediastormen?