Beste,

In deze nieuwsbrief wil ik het graag even hebben over het O-woord. Het wat? Het O-woord.

Onderzoeksjournalistiek.

Zodra de zendermanager van de Nederlandse Publieke Omroep namelijk zegt dat hij dan weet je: oppassen geblazen.

Want onderzoeksjournalistiek is een beetje zoals het onderwijs: iedereen vindt altijd dat er meer geld naartoe moet, maar beter wordt het er zelden van. (Zie ook: Het resultaat van twintig jaar miljarden extra naar onderwijs: minder docenten, grotere klassen,

Wellicht heb je iets meegekregen van de oproer in medialand afgelopen week, toen uit gelekte plannen van de NPO bleek dat de zendtijd voor de onderzoeksjournalistieke radioprogramma’s Argos en Reporter van de journalistenbond en waren het gevolg: wéér een bezuiniging op de inhoud door de entertainment-dictatuur.

De NPO voelde zich waarschijnlijk in het nauw gedreven, want al heel gauw kwam zendermanager Laurens Borst vertellen dat het ‘definitieve besluit’ over de programmering nog moest worden genomen en dat de NPO juist wil inruimen voor ‘vernieuwende onderzoeksjournalistiek.’

Meer geld naar onderzoeksjournalistiek? Doe het niet

Nu ga ik iets vreemds zeggen, maar: meer geld is helemaal niet nodig. Sterker nog, de reflex ‘meer geld’ illustreert juist onbedoeld het probleem dat hier op de achtergrond speelt.

Dat probleem heeft alles te maken met de rol die ‘onderzoeksjournalistiek’ in het hedendaagse medialandschap wordt toegedicht. Bij de meeste nieuwsmedia (kranten, radiozenders, tv-omroepen) heeft onderzoeksjournalistiek namelijk vaak een status aparte: het is datgene waarvoor ‘extra geld’ moet komen, of waar ‘mensen vrij voor moeten worden gemaakt.’ Want: onderzoeksjournalistiek is, zegt men dan, ‘duur,’ ‘arbeidsintensief’ en ‘risicovol’ in termen van opbrengst.

Onderzoeksjournalistiek op nieuwsredacties is een beetje als natuur in de stad: iedereen wil er meer van, maar uiteindelijk bouwen we eerst huizen en parkeerplaatsen - en als er nog geld over is, kan er misschien een parkje vanaf.

Op nieuwsredacties is er ook altijd zo’n reservaat: een groepje lucky editors dat onderzoeksjournalistiek mag bedrijven, terwijl de rest van de redactie het ‘gewone’ journalistieke werk doet. Die status aparte blijkt ook uit het feit dat veel journalistieke prijzen ‘onderzoeksjournalistiek’ als een aparte categorie zien: je hebt ‘gewone’ verslaggeving én onderzoeksjournalistiek.

De NOS: 400 fulltimers, zelden eigen nieuws

En zo kan het dus gebeuren dat een nieuwsorganisatie als de NOS maar liefst vierhonderd fulltime medewerkers op de afdeling ‘nieuws’ heeft zitten - van wie zeker honderd fulltime journalist - maar zelden eigen, onderzoeksjournalistieke scoops produceert. Want de overgrote meerderheid van die medewerkers wordt geacht het nieuws te volgen, niet het nieuws te maken.

Ik kan mij niet herinneren wanneer de laatste keer was dat het NOS Journaal opende met een bericht dat het gevolg was van eigen, diepgravend onderzoek. Het meeste NOS-nieuws is niet proactief, maar reactief: er gebeurt wat, of andere media brengen iets, en de NOS meldt dat dan ook.

Maak van onderzoeksjournalistiek de norm, niet de uitzondering

En dat komt dus doordat onderzoeksjournalistiek niet gezien wordt als iets wat iedereen elke dag doet, maar als iets wat een select groepje doet, terwijl de rest de actualiteit achternaloopt.

Maar stel nu eens dat je dat omdraait. Dat je van onderzoeksjournalistiek niet de uitzondering, maar de norm maakt. Dat de missie van de NOS (of van iedere willekeurige krant in Nederland) niet wordt om het nieuws te volgen, maar om het zelf te maken. Dat je van die honderd fulltime journalisten de meerderheid haar tijd dus laat besteden aan eigen onderzoek, gravend naar scoops die niemand anders heeft, terwijl je een kleiner groepje (laten we ze ‘het nieuwsreservaat’ noemen) op het bijhouden van de dagelijkse nieuwsstroom zet - in plaats van andersom.

Dan zou iedere journalist van de NOS slechts één keer per kwartaal een scoop hoeven hebben en dan heeft het Journaal alsnog élke dag een eigen onthulling om het Journaal mee te openen. Op die manier wordt onderzoeksjournalistiek een integraal onderdeel van de grootste nieuwsorganisatie van ons land, en een structureel onderdeel van onze nieuwsvoorziening als geheel. Daar is geen euro meer voor nodig - daar is vooral een andere besteding van het huidige budget voor nodig.

Desnoods richt je er een aparte zender voor in. Een zender met een ander verdienmodel (geen reclameblokken) en een andere bedoeling (niet de snelste, maar de diepgravendste zijn). Ter inspiratie: doe ik alvast een voorzet voor zo’n Publieke Omroep 2.0 (vergeef me de woordkeus).

Onderzoeksjournalistiek, iedere dag om 20.00 uur op de NPO! Ik zou kijken.

Schrijf je hier in voor mijn wekelijkse nieuwsbrief! In mijn nieuwsbrief houd ik je op de hoogte van mijn laatste media-analyses en kritische noten over de journalistiek, geef ik je kijkjes achter de schermen bij De Correspondent (zoals onze plannen om The Correspondent op te richten) en tip ik het beste lees-, kijk- en luistervoer dat ik die week ben tegengekomen. Hier kun je je aanmelden voor mijn wekelijkse mail