Deze verkoop laat zien dat de muziekindustrie nog steeds big business is
De echte winnaars van de muziekindustrie zijn de uitgevers. Dat betoogde ik vorig jaar aan de hand van Hilversumse muziekuitgeverij Imagem. Nu is Imagem verkocht voor honderden miljoenen. Wat maakt dit bedrijf zoveel waard?
Het Amerikaanse Concord Bicycle Music heeft de Nederlandse muziekuitgeverij Imagem gekocht. Volgens bronnen betaalt het bedrijf tussen de 500 en 600 miljoen dollar.* Iemand met kennis van de deal bevestigt mij dat het bedrag inderdaad in die richting zit.
Imagem is een van de grootste onafhankelijke muziekuitgeverijen ter wereld. Het bedrijf beheert de rechten over popliedjes van Justin Timberlake tot Daft Punk, musicals als The Sound of Music en een enorme collectie klassieke muziek. En dat terwijl Imagem nog geen tien jaar bestaat.
Vorig jaar wijdde ik een stuk aan deze uitgeverij, die ondanks haar grootte vrijwel onbekend is. Hoe werd dit bedrijf zo snel zo groot? En wat zegt deze verkoop over de muziekindustrie?
De snelle klim van Imagem
Om verwarring te voorkomen: muziekuitgeverijen zijn geen platenlabels. Labels verkopen het werk van uitvoerende artiesten aan fans, uitgevers verkopen het werk van liedschrijvers aan bedrijven.
Platenlabels handelen in albums. Toen rond 2000 de cd-markt instortte, kregen labels het moeilijk. Uitgeverijen zagen hun omzet juist stijgen. Mediabedrijven waar uitgevers mee werken, zoals de film- en reclamewereld, bleven en blijven betalen. Ook de groei van de concertsector levert uitgevers geld op.
Een goede tijd om in een uitgeverij te investeren dus. Daarom gaat het ABP Pensioenfonds in 2008 in zee met CTM Publishing. CTM’s directeur André de Raaff heeft dan al een indrukwekkend cv. In de jaren negentig was hij CEO en voorzitter van de raad van bestuur bij twee van Nederlands grootste muziekuitgeverijen.
Met het ABP als geldschieter en De Raaff aan het roer ontstaat een simpel en doeltreffend plan van aanpak: zo veel mogelijk waardevolle uitgaverechten opkopen. Het doel: de hele catalogus met winst doorverkopen. In de eerste twee jaar besteedt Imagem hier honderden miljoenen euro’s aan. Al snel kan het zich met de grootste uitgeverijen meten.
De vage scheidslijn tussen ‘major’ en ‘indie’
De drie grootste muziekuitgeverijen zijn Universal, Sony/ATV en Warner Chappell. Ook wel de majors genoemd. In 2016 hadden de majors samen een marktaandeel van bijna 60 procent.*
Alle andere muziekuitgevers worden independents genoemd, vaak afgekort tot indies. Dit kan verwarrend werken. Deze ‘onafhankelijke’ partijen zijn soms alsnog grote internationale bedrijven. Ook zijn ze vaak eigendom van andere bedrijven.
Neem Concord Bicycle Music, het bedrijf dat Imagem koopt. Concord Bicycle is eigendom van Barings Alternative Investments, een wereldwijde beleggingsbeheerder. Toch noemen ze zich onafhankelijk. In de woorden van hun directeur, Scott Pascucci: ‘We willen de potentiële impact en vuurkracht van een major, maar we zijn een indie.’
Nog een reden dat de term indie kan verwarren: Veel onafhankelijke uitgevers en labels zijn voor hun distributie afhankelijk van een major. In het geval van Concord Bicycle is dit Universal.
Wat betekent dit voor de muziekindustrie?
Maar of je het nou een indie of een major noemt, we hebben het hoe dan ook over een grote speler. Volgens The New York Times behaalt Concord Bicyle met Imagem erbij dit jaar een omzet van 257 miljoen euro.*
En dat is de les: de muziekindustrie is nog altijd big business. Niet alleen bij de labels, die sinds een paar jaar opkrabbelen dankzij Spotify. Maar juist ook bij de onderbelichte uitgeverijen. Niet voor niets spreekt zakenblad Forbes van een gouden eeuw voor muziekuitgevers.*
Iedere keer dat je hun muziek hoort, verdienen uitgevers geld. Imagems CEO André de Raaff, noemt ‘My Favorite Things’ als voorbeeld. Onlangs werd dit lied uit Imagems catalogus gebruikt in een Dovereclame. De Raaff:* ‘The Sound of Music levert nu meer geld op dan toen hij vijftig jaar geleden voor het eerst succesvol was.’