Over de kritiek op het artikel van Tomaso Clavarino

Maurits Martijn
Correspondent Beter internet

Volgens een Estse krant zou Tomaso Clavarino hebben geprobeerd om foto’s in scène te zetten voor een artikel dat we deze week publiceerden. Dit is onze reactie.

Afgelopen maandag verscheen er een kritisch artikel over in een Estse krant. Het ging over een fotoreportage van de Italiaanse journalist Tomaso Clavarino.

Tomaso zag in de Baltische Staten hoe volwassenen en jongeren zich aansluiten bij paramilitaire organisaties. De toenemende populariteit van dit soort groepen gaat gepaard met een groeiend wantrouwen richting buurland Rusland, aangewakkerd door de Russische annexatie van De Krim.

De Estse krant Postimees uitte aan het adres van Tomaso. Hij zou foto’s in scène hebben willen zetten waarop kinderen met wapens te zien zouden zijn.

Hiermee trok de krant de journalistieke integriteit van Tomaso in twijfel. Het stuk werd ook opgepikt door journalisten van Nederlandse media.

Wij werpen deze beschuldigingen verre van ons en staan volledig achter Tomaso.

Wij kennen hem als een goede, professionele journalist en hebben het volste vertrouwen in zijn journalistieke integriteit. Voor het uiteindelijke artikel konden wij een keuze maken uit 238 foto’s die zijn verhaal onderschreven.

Geen wederhoor

De werkwijze van de redactie van Postimees beschouwen wij als onprofessioneel. Het artikel met de beschuldiging baseert zich op één bron: de directeur van de communicatieafdeling van het Estse Ministerie van Defensie Rauno Veris. Tomaso zou volgens hem hebben aangedrongen op het overhandigen van wapens aan minderjarigen voor foto’s. Een verzoek dat zou zijn geweigerd, aldus de defensiemedewerker.

Postimees heeft aan ons noch Tomaso voorafgaand aan de publicatie een reactie gevraagd,. Toch drukte de krant deze beschuldigingen af.

We hebben Postimees benaderd en gevraagd hoe zij deze beschuldiging hebben geverifieerd. Dat hadden ze niet. Wel beschouwden ze een bericht dat via Facebook bij hen terecht was gekomen over ‘buitenlandse journalisten’ die jonge meisjes graag wapens in handen wilden geven, als een ‘first hand account’, zonder dat duidelijk was dat het om Tomaso ging.

De Estse krant heeft een aantal basisprincipes uit de journalistiek niet nageleefd. Er is één verifieerbare bron die duidelijk gebaat is bij deze boodschap en er is geen wederhoor toegepast. Hierdoor is de reputatie van Tomaso schade toegebracht.

Veelzeggend vonden wij dat ons contactpersoon bij de krant geen enkele reden zag beweringen van overheidsinstanties te verifiëren of in twijfel te trekken. ‘Does Dutch government make up things very often?’ vroeg diegene ons.

Deze zaterdag publiceerde de krant een nieuw stuk, waarin min of meer dezelfde aantijgingen werden geuit, maar nu door het ministerie van Defensie van Litouwen. Hoewel de krant ons en Tomaso dit keer wel om een had gevraagd en wij die vrijdagavond om 19 uur stuurden, zijn onze reacties niet in het artikel opgenomen.

Nogmaals, de bewijsvoering van de krant geeft ons geen enkele reden te twijfelen aan de integriteit van Tomaso. Onderaan dit stuk publiceren wij graag integraal Tomaso’s Engelse reactie op de beschuldigingen.

Wij hebben wel fouten gemaakt

We hebben wel een aantal fouten gemaakt bij de publicatie van dit artikel, waar een aantal lezers en journalisten ons terecht op heeft gewezen.

Boven het oorspronkelijke verhaal zette wij de kop ‘Aan de rand van Europa worden kindsoldaten klaargestoomd voor een oorlog tegen Rusland.’ Dat was een misleidende kop. Er werd door het woord ‘kindsoldaten’ de indruk gewekt dat er al oorlogshandelingen plaatsvonden en dat klopt niet. We hebben de kop inmiddels aangepast in ‘Aan de rand van Europa is dit het gevolg van de angst voor Rusland’ en dat onder het artikel vermeld.

In combinatie met een aantal passages in de tekst, wekte de kop bovendien de indruk dat Tomaso’s verhaal draaide om jongeren en kinderen. Hoewel kinderen zeker een rol spelen in Tomaso’s verhaal, gaat het over veel meer. We hebben daarom ook een aantal passages in de tekst aangepast om deze indruk weg te nemen.

Ook hadden wij het woord ‘kalasjnikov’ gebruikt terwijl een ander type geweren bedoeld werd. Dat hebben we aangepast.

Onderaan het artikel staan nog enkele correcties die wij hebben doorgevoerd.

Tot slot nemen wij nogmaals afstand van de forse beschuldigingen aan het adres van onze auteur.

De reactie van Tomaso

Hieronder de reactie van Tomaso Clavarino zelf, aan de redactie van de Estse krant Postimees.

To the Editorial Board of Postimees

The Estonian medium Postimees accuses me of having tried to stage photos of youngsters with weapons during my work in Estonia. You cite pr-officer Rauno Verilt from the Estonian army

His remark is absolutely false and an insult to my career as a photographer and journalist. None of the photos published on De Correspondent have been staged and I would never do so. I strongly endorse the ethics of photojournalism. These insults are reminiscent of Russian authorities against independent media outlets, and the publication surprises me a lot. I always thought Estonian authorities were on the frontline against government propaganda coming from the other side of the border.

I traveled through Lithuania, Letland and Estonia and reported what I saw during my trip. The aim of this report is to show how the international geopolitical situation and tensions are contributing to the militarization of Baltic countries; not to get pictures of youngsters with weapons.

The title of the article may have been misleading in this regard. But you should know: the use of the term child soldiers in the headline was a choice of the editors of De Correspondent. To be more precise I’ll give you some examples which can clarify how I work.

Once in Estonia I took part in a youth camp organized by Young Eagles (the youth section of the Estonian Defence League, EDL) in an army base used by the EDL. Fifty to sixty children participated. They took part in different activities such as orienteering in the woods. Weapons were everywhere, and I saw several shooting ranges. I could have stayed there the whole day, waiting for a picture of a child with a gun, but I didn’t, and instead went away after an hour. Because taking such pictures wasn’t my goal.

Another example. On my last day in Estonia, I had the chance, through a commander of the EDL in Narva, to take part in a training with under- aged members. The commander told me they were going to shoot at a shooting range in the countryside. I didn’t go. Again, I did not have a particular interest in portraying kids with guns.

Moreover: one day in Tallin there was a massive drill in the port area with paramilitaries coming from Estland and other countries in a navy base. I had all the permissions and accreditation to go inside and take pictures and have interviews. They didn’t let me before the drill was finished, after four hours of waiting. And once inside I was guided by an officer from the EDL who told me which photos I was allowed to take and which not. I was specifically instructed not to take pictures of youngsters, which I didn’t. And among those I was not allowed to take were pictures of youngsters.

Finally: in the article I have wrote, in the paragraphs related to Estonia, there is almost nothing written about under- aged paramilitaries in the country. I write about youngsters and camps in Lithuania and Latvia, where I had the chance to meet many of them. So I really can’t understand these insults.

Kind regards

Tomaso Clavarino