Als je te vaak rechtsaf slaat, beland je vanzelf in Noord-Korea aan de Noordzee
O jee. Paul Cliteur heeft zijn hoofd tegen de piano van Thierry Baudet gestoten en de hersenschudding die erop volgde op The Post Online gepubliceerd.
Nu weten we waar de term ‘in allerijl’ vandaan komt.
Voor wie even kwijt is wie Paul Cliteur ook alweer is: op zijn Wikipedia staat ‘een Nederlands rechtsgeleerde,’ maar ik vermoed dat dat nog moet worden aangepast. Verder: filosoof, columnist, docent aan de Leidse universiteit en, niet onbelangrijk, voormalig voorvechter van het vrije woord.
U heeft een beeld.
Het vermeende gevaar van ‘haat jegens het Westen’
Aanleiding voor mijn opwinding is een werkelijk krankzinnig stukje proza uit de fobische vulpen van Cliteur, over de term ‘occidentofobie’ - haat jegens de westerse cultuur. Die westerse cultuur - de bron van ‘de democratie, rechtsstaat en mensenrechten,’ wordt namelijk in haar bestaan bedreigd door haat, niet alleen ‘door de ideologie van terroristen,’ maar ‘ook door onszelf.’
Kern van de haat is het ‘cultuurrelativisme’ waarmee onze samenleving doordrenkt zou zijn. ‘Wij, nuttige idioten die we zijn, wij zijn gaan denken dat die eigen cultuur relatief is,’ schrijve Cliteur, ‘immers, alle culturen zijn gelijk.’
Het is dé terugkerende klacht en waarschuwing ineen aan populistisch-nationalistische zijde: dat we uiteindelijk allemaal ten onder zullen gaan aan een of ander (s)links-progressieve misvatting dat alle culturen even gezellig en waardevol zijn, daarmee de deur wagenwijd openzettend voor Sharia-aan-de-Maas en IS-in-de-polder.
De hamvraag blijft alleen: wie koestert dit cultuurrelativisme nou eigenlijk?
Noem één iemand die alle culturen gelijkwaardig vindt
Het stuk van Cliteur biedt weinig aanknopingspunten, want er staan zegge en schrijve nul voorbeelden in van mensen die dit levensgevaarlijke cultuurrelativisme daadwerkelijk aanhangen. Niet nodig ook, zulke onderbouwing met - hou je vast - feiten, want: ‘Moet ik dit nog verder beargumenteren? Dat zal toch nauwelijks nodig zijn?’
Ja, toch wel, lijkt mij. Noem mij, beste Paul, nu eens één zichzelf respecterend propagandeur van het idee ‘dat alle culturen gelijk zijn’? Dat het, door een postmoderne bril bekeken, best prima toeven is in Sharia-Arabië? Dat je, als je maar genoeg Derrida hebt gelezen, heus wel de logica achter steniging van vreemdgaande vrouwen in gaat zien?
Noem nou eens een voorbeeld. Eentje maar. Wie denkt er zo?
Laat ik zélf dat voorbeeld geven waar Cliteur maar niet op lijkt te kunnen komen: de rechter die onlangs een school beboette omdat een islamitische leerling door het Suikerfeest niet bij het nemen van de schoolfoto kon zijn en daarmee ‘geen gelijke behandeling’ had gekregen. Dat lijkt me, stel ik me zo voor, iets waar Thierry en Paul het hele weekend van wakker liggen. Alaaf, dat mag je van mijn part onder doorgeschoten "rekening houden met" scharen, inderdaad. Maar op dat vonnis kwam dan ook zóveel kritiek, dat je veilig kunt stellen: zo diep zit dat cultuurrelativisme hier niet.
Wie denkt dat je, als je maar genoeg Derrida hebt gelezen, heus wel de logica achter steniging van vreemdgaande vrouwen in gaat zien?
Paul Cliteur daarentegen ziet het werkelijk overal. ‘Die afkeer van de westerse cultuur is tegenwoordig zo wijdverbreid binnen Europa, en ook in de Verenigde Staten van Europa, dat het gevaarlijke vormen begint aan te nemen,’ aldus de filosoof. ‘Ik wil niet dramatisch gaan doen,’ vervolgt hij, ‘maar toch: de Europese samenlevingen zullen ten onder gaan wanneer deze tendens zich blijft voortzetten.’
Gelukkig biedt Cliteur ook oplossingen, constructieve denker die hij is. Want, ook al zou men ‘idealiter niet het strafrecht gebruiken om de opvattingen van mensen te beïnvloeden,’ de situatie is inmiddels zodanig ‘kritiek’ dat we er niet aan ontkomen. Dus, stelt Cliteur, zullen we occidentofobische opvattingen moeten ‘criminaliseren,’ en ook het ‘aanzetten daartoe’ strafbaar moeten stellen. Op Cliteurs bucketlist, onder andere: meldpunten voor occidentofoben, een verbod op occidentofobische partijen en, ik citeer, ‘adverteerders in occidentofobische kranten waarschuwen dat zij een bijdrage leveren aan de Untergang des Abendlandes.’
Iets diep in mij hoopt oprecht dat Cliteur hiermee een stukje satire heeft bedreven, maar afgaande op de bloedserieuze reacties eronder, onder andere van TPO-hoofdredacteur Bert Brussen, vrees ik het ergste. Waarmee we natuurlijk bij de ironie van dit alles zijn aanbeland: een cultuurconservatieve vrijheidsstrijder die, om ons van de ondergang te redden, droomt van een soort Noord-Korea aan de Noordzee.
Het is de ultieme paradox van hedendaags rechts: sla net een keer te váák rechtsaf en je komt vanzelf uit waar je vandaan probeerde te blijven. Dat vrije avondland vol verboden partijen en meldpunten voor wie er de verkeerde opvattingen op na houdt. Een vergezicht dat zodanig tegen de democratie, de rechtsstaat en de meest basale mensenrechten indruist, dat je ze haast occidentofobisch zou noemen.
Gelukkig voor Cliteur leven we in een vrij land.