Onder dit regenwoud wint Peru gas (om het naar Europa te exporteren)
Tankwagens met aardgas domineren het Peruaanse wegennet, ontdekte ik tijdens mijn liftreis langs de Interoceanic Highway. Maar waar haalt het land zijn gas eigenlijk vandaan? Ik ging op zoek naar de drijvende kracht achter Peru’s economische groei, diep in het regenwoud.
Tijdens een van de lifts die me door Peru voeren neem ik plaats in de cabine van een grote grijze tankwagen. ‘Peligro’ (gevaar), staat in rode letters op de zijkant geverfd. Carlos (56), de bestuurder, zit al meer dan dertig jaar achter het stuur. Elke week rijdt hij met een wagen vol gas door de Andes.
Het Peruaanse wegennet wordt gedomineerd door dit soort tankwagens die alle uithoeken van het land van gas voorzien. Naast handig voor mij bij het liften zijn de wagens vooral een zichtbare aanwijzing voor hoe afhankelijk de lokale economie is van deze fossiele brandstof.
Het gas waar Peru op draait wordt gewonnen onder het tropisch regenwoud. Daarbij denk je algauw aan lekkages, vervuild drinkwater en ontbossing. Met elke tankwagen die ik zie rijden neemt mijn drang dan ook toe om te ontdekken welke impact deze gaswinning lokaal heeft. Dus ben ik op weg naar Camisea, waar het inheemse Machiguenga-volk woont. Camisea ligt in een van de meest biodiverse delen van de Amazone. Onder de grond bevindt zich het belangrijkste gasveld van Latijns-Amerika.
Camisea: waar grondstofwinning nauwelijks tot ontbossing leidt
Liften heeft voor het laatste deel van de weg ernaartoe weinig zin. De route naar Camisea loopt vanaf de bergen over onverharde wegen naar een kleine haventje in het regenwoud. Vanaf daar neem ik een achttien meter lange motorboot die ons zes uur lang over de Urubamba-rivier, een zijtak van weer een andere zijtak van de Amazone, voert.
Enkele kilometers voor we Camisea bereiken, passeren we de boorlocatie. De gasinstallatie zelf is niet te zien, goed afgeschermd als die is door een haag van bomen. Wel zie ik een graafmachine, die bezig is met de bouw van een nieuwe kade. Al het materiaal dat nodig is om het gas uit de grond te halen wordt hier namelijk per boot of per vliegtuig heen gebracht. Het is een gevolg van de Peruaanse eis dat er geen weg door het regenwoud naar de gaswinningslocatie mag worden aangelegd.
Deze eis heeft er toe geleid dat de gaswinning in Camisea tot relatief weinig ontbossing heeft geleid in vergelijking met andere vormen van landgebruik in de Amazone (zoals veeteelt, mijnbouw of palmolie).
‘Camisea heeft een unieke mogelijkheid geboden om zeer substantiële welvaart en economische groei te genereren voor de natie als geheel, terwijl het negatieve ecologische impact bijna compleet heeft weten te voorkomen,’ was de zeer positieve conclusie van een expertpanel, dat de impact van de gaswinning tussen 2010 en 2014 analyseerde.
Maar: lokaal verdienen ze er weinig aan
Het grootste milieuprobleem dat de bevolking van Camisea ervaart is de afname van vispopulaties als gevolg van het toegenomen scheepsverkeer, vertelt Yoel Rios Vicente (30), het jonge dorpshoofd, mij.
Ik tref hem aan de rand van het lokale voetbalveld, waar hij me op een koud biertje trakteert. Yoel is schuchter en heeft weinig zin om over de gaswinning te praten. Het dorp ontvangt wel een compensatie, vertelt hij. ‘Maar het is weinig,’ laat hij na lang doorvragen los.
De compensatie komt van PlusPetrol, een Argentijns olie- en gasbedrijf. Het bedrijf, dat zijn hoofdkantoor in Amsterdam heeft, investeerde ook in een nieuw schoolgebouw en elektriciteitsvoorziening voor het dorp. Maar het grote probleem van de gemeenschap is nog altijd ondervoeding. ‘De kinderen leven hier alleen maar van yuca, bananen en wat vis. Er is een groot gebrek aan gezond en gevarieerd voedsel,’ zegt Yoel.
In een goede voedselvoorziening is nooit geïnvesteerd. Dicht bij het dorp ligt wel een boerderij waar melk- en vleeskoeien worden gehouden. Maar de melk en het vlees zijn alleen voor de werknemers van PlusPetrol zelf bestemd, aldus het dorpshoofd.
De woorden van Yoel echoën de aanklacht die het expertpanel begin vorig jaar uitte. Waar het rapport zeer positief was over de milieu-impact van de gaswinning, des te kritischer was het in zijn conclusie over de sociaal-economische gevolgen:
‘De trieste afname in inheemse gezondheid en zorgopties in de Lage Urubamba-regio is simpelweg onacceptabel, gezien de welvaart die Camisea in alle sectoren van de Peruaanse economie heeft gegenereerd en de honderden miljoenen dollars die naar de lokale en regionale overheden zijn gegaan de afgelopen tien jaar.’
In het rapport wordt geconcludeerd dat de lokale gemeenschap ‘niet heeft geprofiteerd’ van het project, en mogelijk zelfs ‘slechter af is dan voorheen’, voor wat betreft gezondheidszorg, voeding, onderwijs, en algemeen welzijn.
Steeds meer gas is bedoeld voor de export
Tijdens mijn liftreis ben ik vaker op Peru’s gasinfrastructuur gestuit. Het gas wordt via een ondergrondse pijpleiding vanaf Camisea naar de kust gebracht. Daar zag ik tientallen tankwagens chaotisch langs de weg staan, wachtend tot ze volgeladen konden worden met gas dat in een lokale raffinaderij verwerkt wordt.
Dat deel van het gas is bedoeld voor gebruik in Peru zelf. Maar steeds meer Peruaans gas is ook bedoeld voor de export. Zeker nu China’s staatsoliebedrijf CNPC onlangs aankondigde voor 2 miljard dollar te investeren in nieuwe boringen onder het regenwoud.*
Enkele tientallen kilometers naar het noorden is een gloednieuwe fabriek gebouwd om het gas vloeibaar te maken, zodat het kan worden geëxporteerd. Eerder op de dag ben ik erlangs gereden met een andere lift.
Vanaf de snelweg probeer ik een glimp van de installatie op te vangen. Mijn verzoek om de fabriek te bezoeken was eerder afgewezen (‘wegens werkzaamheden’). Gelukkig zit ik hoog in een vrachtwagen en zie over de omheining heen de enorme witte koepels staan. Daar wordt het aardgas opgeslagen nadat het vloeibaar is gemaakt. Het is dé nieuwe industrie waar Peru in investeert. Vloeibaar aardgas uit Camisea wordt via deze fabriek verscheept naar Mexico, en sinds kort ook naar Europa (met name Engeland en Spanje).
Peru gaat hiermee de concurrentie aan met de Verenigde Staten. Nederland importeerde daarvandaan onlangs zijn eerste lading vloeibaar aardgas.* Het is dus zomaar mogelijk dat wij straks ook gas importeren uit het regenwoud van Peru, omdat de gaskraan in Groningen verder dicht wordt gedraaid.
De vergelijking met Groningen dringt zich deze dagen sowieso veel op. Net als Groningen is Camisea de kurk waar de Peruaanse economie op drijft. En net als in Noord-Nederland ziet men hier weinig terug van de miljarden die uit de grond getrokken worden.
Het contrast tussen de armoede waarin de inheemse gemeenschap van Yoel leeft, en de enorme miljarden die op hun land worden verdient, is schrijnend. Jelmer Mommers schreef afgelopen week een analyse van de ‘grondstoffenvloek’ die Zuid-Amerika arm houdt. Het is een verhaal dat (helaas) ook sterk voor Camisea lijkt op te gaan.