Vrije pers is onmisbaar. En juist daarom schreef ik kritisch over Free Press Unlimited

Maite Vermeulen
Correspondent Migratie

Laat ik beginnen met full disclosure. Ik ben al jaren donateur van Free Press Unlimited. Ik heb enkele duizenden euro’s aan reisbudget van ze om onderzoek in het buitenland Ik heb weleens En ik heb zélfs weleens leden van De Correspondent de mogelijkheid gegeven

Laten we zeggen dat ik tot nu toe niet bepaald een vijand van Free Press Unlimited ben geweest.

Op het eerste gezicht is Free Press dan ook een organisatie die zich inzet voor alles waar ik voor sta: onafhankelijke journalistiek, juist in de meest onveilige en armste gebieden ter wereld. Met sommige van hun projecten - zoals een radiostation in Darfur - bieden ze al jaren een onafhankelijke nieuwsvoorziening aan miljoenen mensen, die daar anders wel naar kunnen fluiten.

Free Press weet zich in de media neer te zetten als dé club die strijdt voor persvrijheid. Rond de Dag van de Persvrijheid, op 3 mei, was directeur Leon Willems overal in het nieuws. In zei hij zich ‘veel zorgen’ te maken over de staat van journalistiek wereldwijd: ‘Het enige systeem dat echt functioneert is het kapotmaken van onafhankelijke journalistiek door autoritaire leiders.’ En: ‘We moeten met z’n allen doordrongen zijn van het belang van onafhankelijke journalistiek: nieuws heeft overal het effect dat machthebbers op hun tellen moeten passen.’ Volkskrant-journalist Sheila Sitalsing haalde hem vol lof aan in

Ik was net zo positief. Tot ik een verhaal op het spoor kwam waar Free Press Unlimited heel anders uit naar voren kwam. Helemaal niet free. En al helemaal niet unlimited.

Het is alsof de CFO van De Correspondent mij zou dwingen niet meer te schrijven over een grote donateur van De Correspondent

Dat kon ik eerst maar moeilijk geloven - van een club met zulke idealen wil je liever niet horen dat er iets mis is. Maar naarmate ik meer gesprekken voerde, meer documenten inzag en meer mailwisselingen kreeg doorgestuurd, moest ik het wel geloven: het management van Free Press Unlimited is in daden niet altijd even begaan met onafhankelijke journalistiek als haar woorden doen geloven.

Bij het radiostation dat Free Press opzette in Zuid-Soedan - Radio Tamazuj - liep dit uit de hand: nadat het radiostation kritisch berichtte over een geldschieter van Free Press Unlimited ging het FPU-management zich bemoeien met de journalistieke inhoud.

Er zijn minstens twee grote problemen met de manier waarop Free Press Unlimited heeft gehandeld ten opzichte van Radio Tamazuj.

  • FPU liet financiering invloed hebben op de inhoud van de
  • FPU probeerde haar institutionele belangen te behartigen, ten koste van de journalistieke onafhankelijkheid van Radio Tamazuj.

Het is alsof de CFO van De Correspondent mij zou vragen niet meer te schrijven over een bepaald persoon, omdat dat een grote donateur van De Correspondent is. Om mij vervolgens, als ik toch doorga met mijn werk, te weren van het platform.

Is het een uitzondering?

Natuurlijk vroeg ik me af: is het verhaal van Radio Tamazuj een uitzondering? Een rotte appel? Of gebeurt dit vaker, dat Free Press financiële belangen vóór haar doelen laat gaan?

Om daarachter te komen sprak ik met allerlei mensen, die nauw betrokken zijn bij minstens drie FPU-projecten in drie verschillende landen. Om allerlei redenen willen zij hier niet genoemd worden en kan ik hun verhalen niet allemaal gebruiken.

Maar ik zag wel een patroon. Puzzelstukjes die allemaal onderdeel waren van hetzelfde plaatje. In gesprekken over het management van Free Press vielen elke keer woorden als ‘autoritair,’ ‘dictatuur,’ ‘vies spelen,’ ‘angstcultuur,’ ‘ontransparant.’

In gesprekken over het management van Free Press vielen woorden als ‘autoritair,’ ‘dictatuur,’ ‘vies spelen,’ ‘angstcultuur,’ ‘ontransparant’

En toen werd mij een enquête doorgespeeld, die was gehouden onder medewerkers van Free Press door hun personeelsvertegenwoordiging. Enkele resultaten:

  • gebrek aan open sfeer op kantoor;
  • mensen zijn bang hun baan te verliezen als ze weerwoord geven;
  • verontrustend voor een organisatie die beweert dat democratie onmisbaar is.

En: ‘Het is ‘not done’ om angst, onzekerheden en mislukkingen te tonen, en op kritiek wordt doorgaans gereageerd met aanzienlijke push-back. Dit wordt aangegeven door zowel leidinggevend als niet-leidinggevend personeel.’

Free Press Unlimited heeft niet gereageerd op mijn vragen over deze enquête.

Deze sfeer op de werkvloer biedt de achtergrond waartegen het conflict met Radio Tamazuj zich heeft afgespeeld. Er doemt een beeld op van een organisatie die intern niet dezelfde waarden heeft als ze extern propageert.

Wil je dan dat niemand meer doneert?

Kritiek geven op hulporganisaties is altijd lastig. Het weerwoord is al snel gegeven: wil je dan dat niemand meer geld aan goede doelen geeft?

Nee, maar ik wil wél dat goede doelen doen wat ze beloven. En dat het geld dat de overheid en wijzelf geven op een zo goed mogelijke manier besteed wordt. Juist omdat ik persvrijheid belangrijk vind, voel ik me verplicht dit verhaal te vertellen. In die zin ben ik het volledig eens met de slogan van Free Press Unlimited: people deserve to know.

Bovendien is het belangrijk een bredere discussie te voeren over media als ontwikkelingshulp. Er gaat ontzettend veel donorgeld naar zogenaamd ‘onafhankelijke’ media, waar vraagtekens bij te zetten zijn. En juist in een gebied als Zuid-Soedan, waar etnische retoriek en haatpropaganda gemakkelijk weer de vonk in het kruitvat kunnen zijn, is het belangrijk dat onafhankelijke media misdaden aan het licht brengen en propaganda ontmaskeren. Helaas staan veel staten, waaronder de Zuid-Soedanese, dat niet toe.

Dat hulporganisaties in dat gat springen lijkt me cruciaal. Maar dan wel op een manier die de journalistieke waarden te allen tijde viert, in plaats van alleen wanneer het de hulporganisaties uitkomt.

Ik hoop dat Free Press Unlimited een nieuwe weg inslaat. Een weg die niet gaat om de eigen organisatie groot te maken, maar om lokale journalisten in oorlogsgebieden groot te maken. Een weg die transparant is over wat er goed gaat en wat niet. Een weg waar kritiek en meningsverschillen op de werkvloer én met donororganisaties juist worden verwelkomd.

De ‘fundamentele opdracht van de journalistiek,’ zei dit voorjaar in is ‘het zoeken naar de waarheid en het nooit genoegen nemen met wat machthebbers je op de borst spelden.’ Een organisatie die dat voorstaat wil ik steunen. Maar die moet die ‘fundamentele opdracht’ ook blijven uitvoeren wanneer de ‘machthebbers’ toevallig ook haar geldschieters zijn.

Meer lezen?