Zo leidde de financiële crisis tot een goudkoorts in het regenwoud

Bart Crezee
Journalist, gespecialiseerd in milieu
Een goudzoeker aan het werk in de inheemse gemeenschap Puerto Luz. Foto's: Rochi León (voor De Correspondent)

Een van de opmerkelijkste gevolgen van de financiële crisis is een aanhoudende goudkoorts in de Amazone. Op mijn liftreis door Peru zie ik hoe de crisis ook bijna tien jaar na dato nog een verwoesting in het regenwoud achterlaat.

Chauffeur Fran is maar wat trots op de glimmende terreinwagen waarmee hij fotografe Rochi León en mij door dit troosteloze woenstijnlandschap rijdt. Vier jaar lang ploeterde hij dag in dag uit in de modderpoelen die we links en rechts passeren.

Met het geld dat hij daarmee verdiende, wist hij onlangs een langgekoesterde droom waar te maken: een eigen auto kopen, waarmee hij nu als taxichauffeur nieuwe gelukzoekers aanvoert.

Want de 34-jarige Fran is een voormalig goudzoeker in het Amazonewoud van Peru. Hier werden in korte tijd honderden hectares tropisch bos met de grond gelijkgemaakt in de zucht naar goud, om niets anders dan een kaal zandlandschap achter te laten.

Net als uit het Andesgebergte daalde Fran af naar het regenwoud, in de hoop in de modder te vinden wat de kale hoogvlaktes niet konden bieden: goud, daarmee een inkomen, en daarmee een kans op een beter leven.

Zoals Fran het zegt: ‘Natuurlijk vond ik het niet fijn om dit werk te doen, maar je moet toch eten?’

Het illegale goudzoekerskamp Delta 1 is in tien jaar tijd uitgegroeid tot een volwaardig dorp. Foto: Rochi León (voor De Correspondent)

Hoe de financiële crisis samenhangt met goudzoeken in de Amazone

Hun werelden mogen dan letterlijk en figuurlijk mijlenver uit elkaar liggen, de hoop het te maken is voor Peruanen als Fran niet zo heel anders dan voor investeringsbankiers.

Sterker nog: de zucht naar goud die Fran naar het regenwoud lokte, is een direct gevolg van de steeds grotere risico’s die er op Wall Street genomen werden.

Toen in september 2008 de Amerikaanse investeringsbank Lehman Brothers omviel, luidde dat het begin in van de zwaarste economische crisis sinds de jaren dertig. Het resultaat was wekenlange chaos op de beurzen en een wereldwijde recessie die jaren aan zou houden.

Ook een belangrijk gevolg: de aanhoudende financiële onrust dreef investeerders ertoe massaal goud op te kopen omdat dat - in tegenstelling tot geld - geen waarde verliest.

In oktober 2008 begon de goudprijs dan ook aan een ongekende opmars.

Rond dezelfde tijd een snelweg door Peru die Brazilië met de Stille Oceaan verbindt. De weg loopt precies door het stroomgebied van de Madre de Dios-rivier: een zijtak van de Amazone, rijk aan goud dat met smeltwater uit de hoge Andes wordt meegevoerd.

In een gebied waar de corruptie welig tiert, de overheid nauwelijks aanwezig is en het met de milieu-eisen niet zo nauw genomen wordt, ontstond binnen de kortste keren een informele economie die duizenden werk - en een beetje hoop - verschafte. De rivier van God kreeg al snel de bijnaam Rivier van Goud.

De oever van de Madre de Dios-rivier. Foto’s: Rochi León (voor De Correspondent)

Hoe het goudzoeken van de Peruaans jungle een woestijn maakt

Langs de Interoceanic Highway is goed te zien hoe de nieuwe snelweg migranten als Fran de kans gaf zich hier te vestigen. Een strook asfalt van zo’n vijftien kilometer lang wordt aan beide kanten geflankeerd door haastig uit de grond gestampte mijnwerkerskampen.

Waar voorheen weelderig regenwoud stond, tref ik een aaneenschakeling van simpele hutjes aan die soms niet meer beslaan dan vier houten palen en een blauw zeil. Daartussen: goedkope eettentjes, hotels die een tweede leven leiden als bordeel en stoffige garages waar brandstof, graafmachines en waterpompen worden gerepareerd en verkocht. Erachter strekt kale mijnbouwgrond zich kilometers uit.

La Pampa. Foto’s: Rochi León (voor De Correspondent)

Dit is La Pampa, een van de grootste informele goudzoekersdorpen die sinds 2008 langs de nieuwe snelweg zijn ontstaan. Veel van het goud dat uit de grond gehaald wordt, verlaat La Pampa via illegale weg.

In 2010, terwijl in Griekenland alweer de nieuwste economische crisis zich aandiende, produceerde Peru officieel 180 ton goud. Het Peruaanse onderzoeksplatform Ojo Público kwam op nog hogere cijfers.

Illegale goudhandel maakt Peru zo ’s

Hoe het goud gewonnen wordt en het wantrouwen gevoed

Arnaldo Sanchez is een van de ruim zeventigduizend mijnwerkers die in het stroomgebied van de Madre de Dios naar goud zoeken. Sanchez (44) vertelt dat hij eigenlijk boer is: hij heeft kort geleden zo’n drie hectare aan bananenbomen geplant. Maar dat schuift niks op de korte termijn.

Terwijl het goud dat Sanchez vandaag oppompt, hem morgen al inkomsten oplevert. Tijdens een dienst van meer dan 24 uur kunnen twee mannen zo’n twintig gram goud winnen - met een beetje geluk zelfs vijftig gram.

Arnaldo Sanchez langs de oever van de Madre de Dios. Op de achtergrond: de nieuwe brug van de Interoceanic Highway. Foto: Rochi León (voor De Correspondent)

En van elke gram goud dat het werk oplevert ontvangt Sanchez een kwart. Gemiddeld kan hij op een dag op deze manier zo’n 50 tot 75 euro verdienen: een vermogen, vergeleken met de opbrengst van anderhalf jaar werk op het platteland. Maar: soms vindt hij ook helemaal niets.

Sanchez kan op een dag zo’n 50 tot 75 euro verdienen: een vermogen

Sanchez’ baas maakt - net als de grote meerderheid van alle goudzoekers - legaal aanspraak op de gebruikte mijnbouwgrond. Maar ondanks dat het werk legaal is, is het wel informeel: het gebeurt volledig buiten overheidstoezicht om.

Om meer grip te krijgen om de goudwinning, eist de Peruaanse overheid sinds 2012 dat alle mijnwerkers zich registreren: een jarenlang proces waarbij onder meer een werkplan en een milieu-impactanalyse moeten worden ingediend.

Dagloners als Sanchez kunnen dus ongecontroleerd de pompen bedienen die het goudrijke zand uit het water omhoogzuigen. Uit het omhooggekomen materiaal verwijdert hij vervolgens met een zeef alle grove stenen. Het fijnere zand mengt hij met giftig kwik om de gouddeeltjes aan elkaar te laten klonteren.

Dit giftige mengsel moet boven een vuur verhit worden om het goud weer te zuiveren, maar die cruciale laatste stap doet Sanchez’ baas zelf. Diefstal tiert hier welig, niemand lijkt z’n collega’s te vertrouwen.

Hoe de overheid hier (niet) tegen in het geweer komt

Terug naar de crisis. Terwijl de goudprijs tussen 2008 en 2011 naar een recordprijs van 60,76 dollar per gram steeg, breidden de goudmijnen zich gestaag uit langs de Interoceanic Highway.

En dankzij een aanhoudende prijs van rond de 40 dollar per gram - bijna twee keer zo hoog als voor de financiële crisis - bedreigen de boskap en vervuiling nu ook het beroemde Tambopata National Reserve.

Want in 2015 trokken goudzoekers dit natuurpark - in tegenstelling tot langs de snelweg - illegaal binnen. De schade aan het landschap is goed te zien Hele rivieren hebben hun koers verlegd door het verdwijnen van het bos langs de oevers.

Illegale goudwinning aan de rand van het Tambopata National Reserve. Foto’s: Rochi León (voor De Correspondent)

Verschillende lijken verdere uitbreiding van goudwinning in het park voorlopig Maar ook in 2017 blijft het stroomgebied van de Madre de Dios

Victor Zambrano, voorzitter van het Tambopata National Reserve, heeft geen vertrouwen in de acties van de overheid: ‘Die politieagenten komen slechts één dag uit de Andes hiernaartoe. De goudzoekers verstoppen hun machines simpelweg onder water en gaan op dezelfde voet verder zodra de politie weer weg is.’

Zambrano, heeft daarom een nieuwe missie: de nationale overheid zover krijgen dat ze de marine langdurig inzet om de rivieren van Tambopata te beschermen tegen illegale goudzoekers.

Victor Zambrano. Foto: Rochi León (voor De Correspondent)
K’erenda Homet is een nieuw bos dat Victor Zambrano op eigen land heeft aangeplant. Dertig jaar geleden was dit kale grond, nu leven er jaguars en apen. Foto: Rochi León (voor De Correspondent)

Ook de lokale overheid moet volgens Zambrano veranderen: ‘De gouverneur zelf is een illegale goudzoeker!’ Luis Otsuka, voormalig voorzitter van de goudzoekersvakbond en sinds 2014 gouverneur van het departement Madre de Dios, haalde recent de woede van de nationale regering op zijn hals toen bleek dat Otsuka zou ook de door de nationale overheid beloofde registratie van zeventigduizend legale, maar informele goudzoekers, zoals dagloner Sanchez en zijn baas, tegenwerken. Zonder strenge overheidscontrole zou hij meer winst kunnen maken.

Otsuka ziet dit heel anders: hij klaagt juist dat zo’n groot deel van het gebied niet openstaat voor mijnbouw. Bijna driekwart van de natuur in Madre de Dios is beschermd natuurgebied.

Hoe de inheemse bevolking hier de dupe van is (maar zelf ook naar goud zoekt)

Voormalig goudzoeker Fran brengt ons in zijn nieuwe auto naar de rand van het mijnbouwgebied ten noorden van de snelweg. Daar waar het woestijnlandschap ophoudt en het bos begint, bevindt zich Puerto Luz, een negentig families tellend dorp van Harakmbut-indianen.

Goudwinning aan de rand van het bos. Foto: Rochi León (voor De Correspondent)
Puerto Luz. Foto’s: Rochi León (voor De Correspondent)

Inheemse gemeenschappen als Puerto Luz hebben het meest te lijden onder de goudwinning. Dit bleek in 2016 toen

Dit komt naar alle waarschijnlijkheid doordat zij leven van besmette vissen die zich stroomopwaarts voortplanten. Volgens de onderzoekers resulteert dit in ‘significante gezondheidsrisico’s,’ zelfs voor gemeenschappen die tientallen kilometers van de mijnen vandaan wonen.

Naast vervuiling met kwik vormt de goudwinning ook op een andere manier een bedreiging voor de gemeenschap. Het jonge dorpshoofd Yerco Tayori (26) toont de houten boten van acht gewapende goudzoekers die eind vorig jaar illegaal zijn bos binnentrokken. Uiteindelijk konden ze pas met behulp van de politie en de nationale parkdienst uit het regenwoud worden gezet. Het vorige dorpshoofd was omgekocht.

Yerco Tayori. Foto: Rochi León (voor De Correspondent)

Ook Tayori, die het corrupte stamhoofd mocht opvolgen, heeft herhaaldelijk grote sommen geld aangeboden gekregen van goudzoekers. ‘Ik kan die niet aannemen. Het is de wet van onze gemeenschap om het bos te beschermen. Daar leven onze voorouders.’

Toch zijn de negentig families van Puerto Luz niet volledig tegen de goudwinning gekant. Paradoxaal genoeg doet bijna iedereen uit het dorp eraan mee. Tayori is aanvankelijk huiverig hierover te praten, maar begint dan toch: ‘Goudwinning is een belangrijke inkomstenbron voor ons. Maar alleen op een kleinschalige manier. Langs de rivier, en met schep en kruiwagen. We werken niet met die grote pompen en graafmachines zoals de goudzoekers van buiten.’

Bijna elke dag trekken verschillende mannen uit het dorp in de vroege ochtend naar de rivierbedding. Daar scheppen ze zo’n vijftig tot honderd zware kruiwagens met zand op, genoeg om in een goede week zo’n honderd gram goud te kunnen vinden. En het kwik dan? Dat wordt opgevangen en zo veel mogelijk hergebruikt.

Inheemse goudzoekers uit Puerto Luz aan het werk. Foto’s: Rochi León (voor De Correspondent)

Hoe de problemen met de goudwinning opgelost kunnen worden

Zo’n pragmatische oplossing is ook waar Miguel Herrera naar streeft. Herrera (67) is een goudzoeker van het eerste uur en groot pleitbezorger voor de rechten van kleinschalige mijnbouwers.

Ik wil heel graag aan alle regels voldoen, maar de lokale overheid maakt het echt onmogelijk

Al in 1977 - ver voor de crisis op Wall Street gelukzoekers deze kant op zou sturen - vestigde hij zich in Madre de Dios na een studie geologie. Het bos groeide overal nog welig en de weg vanuit de Andes was nog slechts een modderpad. Geholpen door zijn geologische kennis kocht Herrera 135 hectare potentieel rijke grond. Hij doopte het stuk ‘Los Rebeldes’ (de rebellen) en heeft zes dagloners in dienst, die er elke dag zo’n honderd kubieke meter zand uit de modderpoelen opzuigen.

Maar ook veertig jaar later is Herrera nog altijd niet formeel geregistreerd bij de overheid. Zoals eigenlijk niemand in Madre de Dios. Het is een van zijn grootste frustraties. ‘Ik wil heel graag aan alle regels voldoen, maar de lokale overheid maakt het echt onmogelijk, elke handeling brengt ‘hogere kosten’ met zich mee,’ beklaagt hij zich in zijn kantoortje in Puerto Maldonado over de bureaucratie en corruptie.

Miguel Herrera. Foto: Rochi León (voor De Correspondent)

Zonder aan de officiële regelgeving te kunnen voldoen krijgt Herrera ook geen facturen voor het goud dat hij verkoopt. Vrijwel alle verkoop van goud gebeurt informeel. En dat maakt het weer onmogelijk om een lening aan te vragen bij de bank. Het resultaat is dat vrijwel geen enkele mijnwerker kan investeren in een betere - en vooral duurzame - werkwijze.

Overigens ontkent Herrera stellig dat het kwik een gezondheidsrisico met zich meebrengt en wijst hij vooral op de voordelen van de mijnbouw. Zoals de inheemse vrouw die met ons meereist over de rivier naar zijn mijn: ‘Kijk naar haar: zij verkoopt elke dag lunch aan de mijnwerkers. Deze vorm van goudwinning verschaft duizenden mensen werk die anders niets zouden hebben.’

Goudzoekers aan het werk in Los Rebeldes, het gebied van Miguel Herrera. Foto’s: Rochi León (voor De Correspondent)

Ook dat andere probleem - het verlies van regenwoud - valt wel mee, denkt Herrera. Op satellietdata laat hij mij zien hoeveel bos er nog intact is na al die jaren op zijn terrein. ‘Het landschap is niet statisch.’ Geef het de tijd en ook het bos groeit wel weer terug, wil hij maar zeggen.

Hoe de kale gronden die de goudzoekers achterlaten weer weelderig bos kunnen worden, is precies de vraag die onderzoekers van hopen te beantwoorden. Een oplossing zou kunnen zijn om voorafgaand aan de goudwinning eerst de bovenste laag vruchtbare aarde te verwijderen en deze na afloop weer op de kale zandbodem terug te leggen.

Want dat arme boeren hier zullen blijven komen om naar goud te zoeken, lijkt onvermijdelijk. In beide economieën heerst een groeiende vraag naar goud voor zowel industriële toepassingen als voor het gebruik in sieraden door de groeiende middenklasse. De goudprijs zal de komende jaren niet snel zakken naar het niveau van voor de crisis.

Voor Arnaldo Sanchez, de bananenboer die als dagloner ging werken, betekent het een blijvende mogelijkheid om in korte tijd relatief veel te verdienen. Toch beseft ook hij dat zijn bananenveld op de lange termijn meer zekerheid biedt. Over een halfjaar hoopt hij er terug te keren. Want, zegt hij: ‘Goud zoeken doe je niet voor je hele leven.’ Het is een inzicht dat in 2008 voor de bankiers van Lehman Brothers op had kunnen gaan.

Dit verhaal is mede mogelijk gemaakt met steun van

Lees ook: