Beste,

Het gaat goed, jongens en meisjes. Europa heeft de wind weer in de zeilen. We zijn in het vijfde jaar van economisch herstel, dat nu alle lidstaten heeft bereikt.

Aldus Jean-Claude Juncker, voorzitter van de Europese Commissie, bij zijn de rituele jaarlijkse aftrap van het politieke seizoen in het Europese Parlement.

Dat Juncker dat ging zeggen, had de voormalige Griekse minister van Financiën Yanis Varoufakis enkele dagen eerder al voorspeld bij zijn ‘State of the Union.’ In het Brusselse cultuurpaleis BOZAR presenteerde hij met zijn Europese politieke beweging DiEM25 zijn visie op de toestand van de EU.

Yanis Varoufakis op 9 september 2017 in Bozar, Brussel.

Democratie is een vijgenblad in Europa, zei Varoufakis. Om het Griekse volk eronder te krijgen, hadden de Europese instituties geen tanks but banks op Griekenland afgestuurd. De papieren economische Griekse groei maskeerde volgens hem dat het volk intens leed. En met de Turkijedeal had Europa zijn ziel aan een despoot verkocht en het internationale recht geschonden.

Retorische handigheden

De toespraak van Varoufakis in Brussel woonde ik bij, die van Juncker in Straatsburg bekeek ik online. Maar bij beide speeches bekroop me eenzelfde gevoel van teleurstelling. De twee mannen zeiden precies wat je van hen kon verwachten. En allebei bedienden ze zich van retorische handigheden om de werkelijkheid in hun voordeel te plooien.

Zo haalde Varoufakis de uit de kast dat Juncker ooit heeft gezegd dat politici als het erop aankomt moeten liegen. Dat Juncker nu zei dat de crisis voorbij was, betekende dus dat het omgekeerde het geval was. Die grap vond hij blijkbaar voldoende om zichzelf van de plicht te ontslaan aan te tonen dat de huidige economische groei in Europa niet reëel is.

Juncker op zijn beurt maakte het af en toe ook behoorlijk bont. Zo zei hij in zijn opsomming van Europese weldaden zonder gêne dat ‘wij’ er deze zomer in geslaagd zijn de irreguliere immigratie van Libië naar Italië onder controle te krijgen en dat het aantal mensen dat de zee weet over te steken in augustus dit jaar met 81 procent is gedaald ten opzichte van vorig jaar.

Wat hij er niet bij vermeldde, is dat die daling vooral het gevolg is van een tussen Italië en Libische mensensmokkelaars die migranten met geweld tegenhouden.

Een democratische sprong vooruit?

Even zat ik op het puntje van mijn stoel toen Juncker begon over de democratische sprong vooruit die Europa nodig heeft.

Maar het allereerste waar hij mee kwam, was een nieuw voorstel voor de financiering van politieke partijen. Met als hoofdargument: ‘we zouden de geldkist van anti-Europese extremisten niet moeten vullen.’

Vast een goede zaak om de regels aan te scherpen, nu is gebleken dat Marine Le Pen geld bedoeld voor ondersteuning in het Europees Parlement inzette voor personeel in Frankrijk. Maar vanuit democratisch oogpunt niet erg handig om alleen anti-Europese partijen in het vizier te nemen.

Ook schaarde Juncker zich achter het aloude idee van de transnationale kieslijst. Die maakt het mogelijk bij de Europese verkiezingen ook op kandidaten uit andere landen te stemmen. Zodat deze er belang bij hebben zich ook tot kiezers over de grens te richten en er iets als een Europese democratie ontstaat.

Nieuw was zijn idee om twee functies, voorzitter van de Europese Commissie (nu Juncker zelf) en van de Europese Raad (de vergadering van regeringsleiders, nu voorgezeten door de Pool Donald Tusk), samen te smelten.

Maar veelzeggend was vooral wat hij niet zei. Niets over de mogelijkheid dat deze voorzitter een gekozen functionaris wordt. Niets over de versterking van de bevoegdheden van het Europees Parlement. Niets over het tekortschietende democratische toezicht op het informele orgaan dat toch zulke belangrijke beslissingen neemt.

Een open raam

Juncker gebruikte het beeld dat we nu in Europa een window of opportunity hebben dat niet voor altijd open zal blijven.

Ik voelde me bij het aanhoren van zijn toespraak een beetje als de man op het schilderij van Prosper de Troyer (1880-1961). Daarop zien we een wat gepijnigde figuur die door het dakraam naar buiten reikt. Alsof hij probeert te ontsnappen aan de kooi van het dagelijkse leven en in aanraking wil komen met iets wat mooier, hoger, waardiger, natuurlijker is.

Het schilderij hangt in het Museum voor Schone Kunsten van Gent. Ik heb er geen goede foto van kunnen maken. Wel had ik deze week een ultiem geluksmoment toen ik het boek Ten huize van... 1 op de kop tikte, de papieren neerslag van gesprekken uit de beginjaren van de televisie, met grote literatoren en kunstenaars uit die tijd, zoals en Prosper de Troyer.

Over zijn ontsnappingen aan alle ‘ismen’ zei De Troyer: ‘Het leven heeft daarvoor gezorgd. Eerst en vooral heb ik altijd veranderd als ik in een methode niet meer geloofde.’

Bladzijde uit ‘Ten huize van...’

Altijd veranderd. Het Europa van Juncker is juist dat van de gestolde overtuigingen. En dat van de halve waarheden, de afgesleten clichés, de retorische trucs, de vergezichten die altijd netjes binnen de kaders blijven. Je zou zo hopen dat bij de jaarlijkse Europese troonrede de verbeelding een keer aan de macht komt, er verrassende, stoutmoedige ideeën worden gelanceerd om Europa een nieuw elan te geven.

Met haar boek Een Europees ID dat volgende week verschijnt, doet Sophie in ‘t Veld (D66) wel een vermetele poging het raam open te gooien en met passie en verbeelding over Europa te denken. Vrijdag spreek ik haar. Volgende week volgt de neerslag van dat gesprek.

Wil je op de hoogte blijven van mijn Brusselse zoektocht? Elke zondag om 10.00 uur publiceer ik een nieuwsbrief waarin ik verslag doe van mijn pogingen het spel in Brussel te doorgronden en initiatieven voor een mooier Europa in kaart te brengen. Die verschijnt op de site, maar kan je ook in je mailbox ontvangen. Schrijf je hier in