Toen ik drie jaar geleden over onderwijs begon te schrijven voor De Correspondent, stelde ik mezelf de vraag: hoe zou ons onderwijs beter kunnen?

Eén toekomstscenario, met bijbehorend verhaal over wat er mis is met het huidige onderwijs, kwam in die zoektocht keer op keer terug. en Dat verhaal gaat als volgt:

Het huidige onderwijs is niet meer van deze tijd: het is ontstaan tijdens de industriële revolutie en gemodelleerd naar het fabrieksmodel. Door middel van technologie kunnen we daar nu vanaf, want we kunnen kinderen nu eindelijk ‘gepersonaliseerd’ laten leren. Daarnaast moeten zij ook andere dingen leren, want de samenleving verandert sneller dan ooit en veel banen zullen in de toekomst niet meer bestaan. Nu kennis maar een muisklik weg is en werknemers niet meer hun hele leven bij een baas werken, moeten we kinderen 21st century skills bijbrengen: kritisch denken, samenwerken, communiceren, creativiteit en digitale vaardigheden.

Er is ook die een minder sexy verhaal vertelt. Die beweging zou diezelfde toekomst als volgt beschrijven:

Als we niet oppassen, worden leerlingen in de toekomst voortdurend in de gaten gehouden door bedrijven die uit zijn op data: prestaties en welbevinden van leerlingen worden daarom realtime bijgehouden en hun gedrag wordt continu gemonitord. Dat komt door economische en politieke belangen. Economisch, omdat technologiebedrijven zo producten kunnen verkopen aan scholen en leerlingen op kunnen leiden tot voor hen nuttige werknemers. Politiek, omdat onderwijs zo verandert van een overheidstaak in een klus voor het bedrijfsleven.

Eén ontwikkeling - de inzet van technologie in het onderwijs (met een mooi woord: EdTech) -, twee totaal verschillende verhalen.

Ik heb veel vragen. Welke technologische ontwikkelingen kan het onderwijs de komende jaren verwachten, en wat zullen daar de gevolgen van zijn? Welke pedagogiek gaat er schuil achter het onderwijsverhaal van de techbedrijven? Wat betekent ‘het kind centraal’? Wat houdt ‘kritisch denken’ in? Waar komen die ‘21st century skills’ vandaan? Verdwijnen onze banen inderdaad zo snel en moet iedere werknemer in de toekomst kunnen programmeren?

En de hoofdvraag: Hoe kan technologie het onderwijs verbeteren?

Dit schooljaar wil ik op zoek naar antwoorden, en u kunt me daarbij helpen. Ik las de afgelopen maanden al veel boeken - zoals Big Data in Education van Ben Williamson, De platformsamenleving van José van Dijck, The Monsters of Education Technology van Audrey Watters - en sprak veel mensen. Maar u heeft ongetwijfeld meer lees-, kijk-, luister- en onderzoekstips, werkt zelf in de EdTech-sector of doet veel met technologie op uw school.

O, en mijn eerste verhaal gaat over programmeeronderwijs. Denkt u mee?

Lees ook:

Zo kan het onderwijs kinderen wél tot kritische burgers opleiden Na zes jaar voor de klas staan, is dit mijn grootste zorg: we geven kinderen geen ruimte hun eigen overtuigingen te vormen. Op een school in Nootdorp zag ik dat het anders kan. Lees mijn stuk hier terug Waarom veel slimme kinderen het toch niet redden op school Het Nederlandse onderwijs geeft te weinig steun aan kinderen die opgroeien in kansarme gezinnen. Zo dragen scholen bij aan de toenemende ongelijkheid in de samenleving. Dit kan pas veranderen als we het hardnekkige idee loslaten dat écht talent vanzelf wel komt bovendrijven. Lees het stuk hier terug