Ruim een jaar verrichtte de onderzoeksgroep van De Correspondent graafwerk om de onderste steen boven te krijgen in een hormonenschandaal uit 2002.

In de zomer van dat jaar kregen zeugen op Nederlandse varkenshouderijen ernstige problemen bij de zwangerschap. Die bleken uiteindelijk veroorzaakt te zijn door met hormonen vervuild suikerwater dat in hun voer was terechtgekomen.

Het is een kwestie waar nog steeds rechtszaken over lopen, van gedupeerde veehouders tegen het bedrijf waar het hormoonafval oorspronkelijk vandaan kwam, farmagigant Wyeth. En die veel groter is dan destijds aan het licht kwam. Want grote hoeveelheden van het besmette suikerwater zijn ook in de menselijke voedselketen terechtgekomen.

Dat bleek uit een document van de Belgische gerechtelijke politie dat ik in het voorjaar van 2016 kreeg toegespeeld. Het was de aanleiding voor de onderzoeksgroep van De Correspondent zich in deze zaak vast te bijten. Natuurlijk niet voltijds. Veel tijd ging verloren aan het wachten op informatie van een overheid die niet stond te springen de vuile was buiten te hangen. Maar afgelopen week konden we het resultaat van ons werk dan eindelijk presenteren in een drietal stukken:

De stukken maakten het een en ander los. De Partij voor de Dieren vroeg, gesteund door GroenLinks, SP en 50Plus, een plenair Kamerdebat aan. Dat zagen de andere partijen niet zitten. Maar ze vroegen wel om een uitgebreide schriftelijke reactie van de regering. Ook is het onderwerp op de lijst gezet voor een kleiner, zogeheten ‘dertigledendebat.’ We gaan het volgen.

Ook wijdden veel media berichten aan onze onthullingen, van tot Apache, de Belgische evenknie van De Correspondent, publiceerde er eveneens over.

Wellicht de interessantste reactie kwam van de Wageningse deskundige op het terrein van voedselbeleid Jeroen Candel. In het zei hij: ‘Het beste wat de overheid kan doen als zich een mogelijk nieuw voedselrisico aandient, is eerlijk erkennen dat er verder onderzoek nodig is.’ Maar hij wees er ook op dat ze geen makkelijke rol heeft. Want ‘we accepteren het niet als de overheid zegt dat er onzekerheid is. De consument en de voedingssector willen zo snel mogelijk uitsluitsel.’

Opgeklopt, tendentieus?

Er was ook kritiek. Verschillende leden vonden dat we het gevaar voor de volksgezondheid van de affaire hadden opgeklopt en het tendentieus hadden opgeschreven.

Vanzelfsprekend nemen we alle kritiek ter harte. Maar naar onze overtuiging hebben we de zaak niet erger gemaakt dan hij is. Nadrukkelijk citeren we in het stuk een hoogleraar die zegt dat het niet is aan te tonen dat er gezondheidsschade is aangericht. Ons punt is andersom: de overheid heeft veel te snel geconcludeerd dat er geen gevaar voor de volksgezondheid was, zonder goed uit te zoeken wat er aan de hand was, precies wat ze volgens Candel niet moet doen.

We hebben alle argumenten voor de stelling dat er wel degelijk reden was voor grote zorg nog eens op een rij gezet in aan de discussie.

En dan de toon. Het is op de redactie een eeuwige discussie hoe je iets zo goed mogelijk opschrijft. Moet je proberen de feiten zo veel mogelijk voor zichzelf te laten spreken? Of moet je als journalist geregeld uitzoomen en uitleggen wat er volgens jou aan de hand is?

Bij De Correspondent geloven we eerder in het tweede. De ‘feiten’ staan zelden op zichzelf, ze vragen om duiding. En door zichtbaar te maken hoe jij dat doet, geef je de lezer ook de kans een eigen positie in te nemen.

Het debat gaat voort, over onze berichtgeving, maar hopelijk vooral over deze affaire. En, algemener, over hoe de overheid omgaat met voedselveiligheid. Naar ons inzicht toont de gang van zaken in de MPA-affaire in ieder geval aan dat het geen goede zaak is dat de verantwoordelijke instantie hiervoor, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, onder het ministerie van Economische Zaken valt. Dat versterkt het gevaar dat economische belangen het winnen van de zorg om de volksgezondheid.

Hoog tijd om, zoals Marc Chavannes dit weekend betoogt in zijn politiek dagboek, te knokken voor onafhankelijk toezicht.