Misschien heb je het het gemerkt, ik ben een tijd stil geweest omdat ik werkte aan een roman. Dat boek is inmiddels bijna af (het zal eind januari verschijnen!) en ik ben terug bij De Correspondent om het verder uit te breiden.

Momenteel praat ik met mensen (een professor, een fotograaf, een dataverzamelaar) over een opmerkelijke nationale hobby, Funda, het verslavende huizenplatform waarop we onze woondromen projecteren of - minder verheven - hele avonden zitten te gluren bij de buren.

Herken jij je in de classificatie ‘fundaverslaafd’ of heb je opvallende dingen meegemaakt met de site, dan hoor ik voor dit stuk graag je verhaal.

Verder zet ik hier vanaf nu gewoon weer de traditie voort om je te wijzen op wat ik de moeite waard vond in de bioscoop, op tv en in de boekwinkel. Deze week was dat om te beginnen de nieuwe Netflix-documentaire die de popster Lady Gaga volgt rond de verschijning van haar laatste album Joanne, waarmee ze zich naar eigen zeggen opnieuw uitvindt en de wereld eindelijk laat zien wie ze echt is.

De film - door Gaga zelf geproduceerd - beantwoordt aan de conventies van de rockdocumentaire waarin glamour en tragiek zowat gelijk op gaan. Gaga, die op het randje lijkt van een burn-out en kampt met chronische pijn, is niet bang om haar publiek te laten voelen dat het bitter eenzaam is aan de top. Het beeld dat ze ons toestaat wekt sympathie en bewondering, maar over alles ligt het even fascinerende als afstotelijke mysterie van wereldroem, die een gevoelig, getalenteerd mens isoleert en vervreemdt.

Gaga’s vreemde relatie met haar entourage - die ze goed behandelt en inspireert, maar die tegelijkertijd natuurlijk een batterij bedienden is - deed me denken aan Zadie Smith’s indrukwekkende laatste roman Daarin werkt de hoofdpersoon voor een vergelijkbare muziekgrootheid en wordt dan weer als familie, dan weer als een slaaf behandeld. Nog veel dieper dan de documentaire (die al zeer de moeite waard is!) gaat het boek in op de implicaties van de wereldroem en exorbitante rijkdom van één persoon, die daarmee een soort buitenaardse status geniet.

Andere boeken die je niet mag missen: het onlangs voor de ECI-prijs genomineerde Noodweer van Het is een haast perfecte, compacte roman over een ontrafelend huwelijk, de leugen die alles aantast en de vraag in hoeverre je helemaal open moet en kunt zijn tegenover de mensen met wie je intiem bent. Ik sprak vorige week met de auteur tijdens de Tolshow in de OBA en las voor de gelegenheid ook haar debuut, Mensen in de zon, een al even bewonderenswaardig en wezenlijk boek over waarheid en leugens, dat me bovendien hardop deed lachen.