Afgelopen week was Junkie XL alias Tom Holkenborg, die in Hollywood woont, voor het eerst in lange tijd in Nederland, als eregast van het Nederlands Filmfestival, waar hij een Gouden Kalf won voor voor de film Brimstone.

Een dag voor ons interview liep ik in de Utrechtse Schouwburg met hem mee en keek toe hoe hij alle toegestroomde media te woord stond, vlug en efficiënt. RTL Boulevard, Ivo Niehe, iedereen wilde hem spreken – terwijl hij de avond daarvoor nog bij aan tafel zat. Wat vooral opviel was hoe moeiteloos hij alle vragen beantwoordde, soms met dezelfde formuleringen als een uur eerder, maar met hetzelfde enthousiasme.

Na die interviews gaf hij een drie uur durende masterclass over soundtracks. De zaal zat vol met vrijwel alleen maar mannen die lachten bij iedere halve grap en hem toejuichten als een verloren held: aspirant-componisten, conservatoriumstudenten, liefhebbers van filmmuziek zoals ikzelf.

Daarna: handtekeningen, nog meer interviews, een toegelichte viewing van Mad Max. Een medewerker van het Filmfestival fluisterde me toe, kijkend naar al die verzamelde pers: ‘Tsja, Nederlanders die over de grens succes hebben, dat spreekt altijd tot de verbeelding.’

Maar Holkenborg is meer dan een Nederlander die over de grens succes heeft. Hij heeft zich de afgelopen jaren enigszins in de luwte opgewerkt tot het hart van Hollywood en maakt nu de soundtracks van sommige van de grootste filmreleases ter wereld. Hij kan daarmee een uniek inkijkje geven in de filmindustrie - en zijn rol daarin.

Hollywood: Een mysterie dat in stand gehouden wordt

Een dag na zijn masterclass treffen we elkaar in Hotel Karel V te Utrecht. Opnieuw stelt hij zich aan me voor, net als de dag ervoor drinkt hij in hoog tempo koffie en begint hij meteen te vertellen. Over zijn ervaringen in Hollywood, over ‘Hans’ en ‘Zack’ wanneer hij het heeft over de bekende filmcomponist Hans Zimmer en Superman-regisseur Zack Snyder.

‘Dat is de wens van Hollywood: om het allemaal een beetje mysterieus te houden’

Holkenborg (1967, Lichtenvoorde, opgegroeid in een zeer muzikaal gezin) praat duidelijk, zonder ijdelheid maar ook niet onbescheiden. Hij weet precies wat hij mag zeggen en wat niet.

‘Kijk, ik kan alles vertellen over hoe ik werk en waarom ik een bepaalde muzikale keuze maak, maar ik kan nooit veel kwijt over hoe een studio of regisseur werkt. Dat is de wens, vaak contractueel vastgelegd, van de Hollywoodindustrie: om het allemaal een beetje mysterieus te houden en niet te veel prijs te geven. Natuurlijk schik ik me daarnaar.’

Filmmuziek: Gedienstig en tegenintuïtief

‘Wat ik doe en maak, heeft sowieso iets heel gedienstigs,’ gaat hij verder. ‘Filmmuziek is echt een gek, verwaterd genre. Je kijkt als componist niet in eerste instantie naar de klanken, maar naar de bijbehorende scènes.’

‘Dat heeft iets tegenintuïtiefs: wanneer je als muzikant begint aan een mooie melodie, wil je die het liefst afschrijven en uitbouwen. In filmmuziek kan dat vrijwel nooit: de scène loopt af, de toon verandert, er is een tempowisseling, en daar voegt de soundtrack zich naar.’

‘Want de muziek die ik maak - eerst vanachter mijn keyboard en met mijn laptop, daarna vaak met een orkest - bestaat natuurlijk puur en alleen ter ondersteuning van het beeld: om een film een meer emotionele, spannende, dramatische lading mee te geven, om de cruciale scènes nog beter uit de verf te laten komen.’

‘Ik kom best vaak studenten tegen die filmcomponist willen worden en alleen maar soundtracks luisteren. Dat vind ik eigenlijk heel treurig. Waarom luisteren ze niet naar een echt stuk muziek dat uit het hart geschreven is, en niet vanuit de bedoeling van een toepassing, een concreet doel?’

Foto: Jip Broeks (voor De Correspondent)

Holkenborg: Van dj naar filmcomponist

Het roept sterk de vraag op waarom Holkenborg zich dan al jarenlang bezighoudt met soundtracks, een carrière die hij ook nog eens heel bewust heeft nagestreefd.

Nadat hij in 2002 een onverwachtse wereldhit had met zijn remix van het Elvis Presley-nummer verhuisde hij van Amsterdam naar Hollywood. Zonder contacten of concreet plan, maar wel met een duidelijk doel: hij wilde slagen als filmcomponist. Het was een lange, stroeve weg, waarin hij zeker de eerste jaren bijna geen klussen kreeg en al helemaal geen geld verdiende.

Het was een lange, stroeve weg, waarin hij zeker de eerste jaren bijna geen klussen kreeg

Tot Hans Zimmer hem in 2010 bij zijn team vroeg. Daar helpen soms wel tien, vijftien componisten bij. Holkenborg werkte mee aan de soundtracks van onder meer Inception (‘daar droeg ik bijna niks aan bij’), Dark Knight Rises (‘daar mocht ik al een grotere rol spelen’) en Man of Steel (‘daarvan heb ik eigenlijk de helft gemaakt, al gingen alle credits naar Hans, zo hoort het ook: je moet je als beginnend componist echt opwerken’) – stuk voor stuk megaproducties waarbij de bombastische muziek het verhaal onderstreepte en verder invulde.

Daarna mocht Holkenborg het op eigen kracht proberen. Sindsdien verzorgde hij onder meer de overweldigende soundtrack van (2015) en de muziek bij (2016, met Hans Zimmer) en groeide hij met zijn harde synthesizers, zijn snerpende gitaren, roffelende paukenslagen en soms vette strijkers uit tot ‘de wereldwijde top van filmcomponisten,’ zoals de directeur van het Nederlands Filmfestival liet weten nadat ze hem had geboekt voor zijn masterclass.

Momenteel werkt Holkenborg aan de soundtrack van Tomb Raider en aan ‘twee grote projecten waar ik echt helemaal niets over kan zeggen, dat is contractueel allemaal dichtgetimmerd.’

Foto: Jip Broeks (voor De Correspondent)

De industrie: Gehaast en op zoek naar hoop

Dit is de wereld die hij is binnengetreden door van de artiest Junkie XL te transformeren tot de filmcomponist Tom Holkenborg: een wereld waar producenten bepalen wat de buitenwereld mag weten over zijn muziek, en waar hij regelmatig is overgeleverd aan resultaten van testscreenings, aan expliciete wensen van studio’s en regisseurs, aan vervroegde deadlines en soms slopende haast.

Foto: Jip Broeks (voor De Correspondent)

Afgelopen najaar werd hij bijvoorbeeld gevraagd om in twee weken een hele soundtrack uit de grond te stampen voor een grote release – en uiteindelijk werd die soundtrack toch niet gekozen. ‘Zeker als een film in de problemen komt, kan een studio zich er heel actief tegenaan bemoeien. Hoe elke scène eruit moet zien, wat voor soort toon ik moet aanslaan. De Nederlandse filmindustrie is vrij stabiel, daar verandert de algehele teneur niet zo snel – in Amerika zie ik het echt helemaal omslaan. Donald Trump, het Noord-Koreaconflict, racisme, noem het maar op: mensen zijn bang. Ik merk echt dat Hollywood een lichtere toon aan wil slaan. Met Batman V. Superman zijn ontzettend veel problemen gekomen: mensen vonden de film te donker, te zwaar, daarna zijn er heel veel scripts aangepast. Er is behoefte aan hoop, aan ontspanning. En ik moet me daaraan aanpassen.’

‘Want de filmindustrie in Hollywood is ontzettend hiërarchisch. De films zelf zijn soms slecht, maar in het productieproces zijn alle rollen duidelijk. In Nederland heb je het poldermodel, iedereen doet zijn zegje en heeft een mening. In Hollywood bestaat dat niet. De regisseur zegt wat hij wil en daar ga je geen discussie mee aan. Als hij iets anders van me wil, ga ik iets anders maken.’

‘Ik maak dus ook heel veel materiaal dat niemand ooit zal horen – tsja, alle muziek die ik schrijf blijft eigendom van de studio die me inhuurt. Daar worden enorme contracten voor gesloten, ik heb een manager die fulltime voor me werkt en een advocaat in dienst.’

Zodra zijn koffie op is, werpt Holkenborg een kauwgumpje in zijn mond. Hij kauwt er een paar keer haastig op, gooit het vervolgens weg, bestelt nieuwe koffie. ‘Met veel regisseurs kom ik twee keer per week samen tijdens het maken van de film,’ zegt hij dan. ‘Met Martin Koolhoven [de regisseur van Brimstone, THvV] heb ik wekenlang iedere ochtend zitten skypen om de soundtrack van Brimstone te finetunen. En voor de duidelijkheid: ik vind het prima om zo veel te overleggen, vaak wordt de muziek er ook beter van. Uiteraard heeft het ook iets geks: tot op het laatste moment kan een studio me vervangen.’

Foto: Jip Broeks (voor De Correspondent)


De toekomst: Jonge componisten een kans geven

De vraag blijft waarom Holkenborg zo graag filmmuziek wilde maken. Waarom hij doelbewust de overstap maakte van een succesvolle solocarrière naar deze gedienstige muziek waarvan delen ook nog worden ingevuld of in elk geval bijgestuurd van bovenaf.

‘Voor mij staat filmmuziek voor een verenging van werelden: ik houd ontzettend van films, van goed geschreven scripts, en daar hebben mijn scores mee te maken. Bij de albums die ik als ‘artiest’ uitbracht, was het gewoon muziek, nu staat het in dienst van een groter geheel. Een goede film vind ik ook echt een hoger cultureel goed dan een goed muziekstuk.’

‘De crux zit hem erin dat filmmuziek voor mij helemaal niet gedienstig aanvoelt. Toen ik alleen muziek maakte voor mezelf, was ik meer en meer bezig met wat mijn publiek ergens van vond: hoe gaat het plein in Breda reageren op mijn nieuwe single, en als ik dit nummer zo maak, kan er dan wel op gedanst worden, enzovoorts. Daar was ik constant mee bezig en ik kreeg daardoor het idee dat ik meer en meer vastzat. Als ik iets mocht doen voor een film, voelde ik me juist veel vrijer.’

‘Vanuit Nederland had ik nooit kunnen bereiken wat ik nu heb bereikt’

‘Laat ik het met schilderen vergelijken: als je mij een atelier in stuurt en er staan allerlei types canvas klaar, en verschillende soorten verf en materialen, dan loop ik vast door alle keuzes die er zijn. Als je mij datzelfde atelier in duwt en er is maar één doek, en er ligt alleen maar blauw en geel, en er komt ook nog eens een strikte deadline bij: dan ontploft er iets in mijn hoofd en word ik heel creatief.’

De koffiekop is leeg, een nieuw kauwgompje verdwijnt in zijn mond. ‘Ik zit nu in de poule van tien, vijftien man – ja, er zit geen vrouw tussen – die de muziek maakt bij de grootste, duurste films ter wereld, maar er is natuurlijk ontzettend veel concurrentie. Er zitten 20.000 componisten vlak onder ons die staan te trappelen om het over te nemen, en die dat vaak ook al bijna kunnen.’

‘Dus ik moet altijd mijn positie verstevigen. Ik slaap drie, vier uur per nacht. Als ik niet lang werk, heb ik meteen een schuldgevoel. En de dagen lopen vanzelf vol. Aan de lopende band heb ik meetings met producenten en regisseurs - dat is een heel belangrijk onderdeel van mijn werk. Want hoe groot sommige van die films ook zijn, de wereld in Hollywood is klein. Het is cruciaal om die contacten warm te houden. Natuurlijk heeft het er ook mee te maken hoe goed je als componist bent, maar het is ook gewoon echt een people’s business. Vanuit Nederland had ik nooit kunnen bereiken wat ik nu heb bereikt.’

‘Tegenwoordig heb ik ook een team van assistenten onder me, allemaal beginnende componisten. Die helpen me en nemen bepaalde delen van de soundtrack voor hun rekening – dat kan ook niet anders met die haast en druk die erbij komt kijken. Ik ken genoeg voorbeelden van componisten die het allemaal een beetje lieten versloffen zodra ze een paar grote films hadden gedaan. Maar dat merkt iedereen meteen, en dan nemen nieuwe componisten het over. Sterker nog, dat is ook de manier waarop ik Hollywood ben binnengekomen. Een paar componisten lieten steekjes vallen en toen pas zijn de studio’s gaan zeggen: laten we Tom eens proberen, die is hier al zo lang en wil zo graag. We geven hem een kans.’

Lees ook:

Rico & Sticks: ‘Als je nu 13 bent, is een plaat van Boef gewoon veel aansprekender’ Rico & Sticks behoren tot de invloedrijkste en creatiefste rappers van Nederland. Volgende week verschijnt na lange tijd een nieuw album: IZM. Hoe blijven de twee zichzelf in een totaal veranderde hiphopwereld? ‘Het is toch een beetje ouwelullenmuziek.’ Lees het interview hier terug Een kinderboek met hoofdpersonen van kleur zou geen uitzondering moeten zijn ​Brian Elstak maakte een kinderboek met hoofdpersonen van kleur. Hij hoopt dat het net zo normaal wordt als Pluk van de Petteflet. ‘Je merkt dat kids rolmodellen krijgen die op ze lijken, waardoor hun zelfbeeld beter wordt.’ Lees het interview hier terug