Wat er gebeurt wanneer kunstenaars de wereld moeten redden
Klimaatverandering, vervuiling, ongelijkheid: voor het oplossen van zulke grote problemen doen we steeds vaker een beroep op de verbeeldingskracht van kunstenaars. Twee nieuwe projecten geven het goede voorbeeld - hoe klein de stapjes ook zijn.
In 1962 publiceerde wetenschapsfilosoof Thomas Kuhn zijn boek The Structure of Scientific Revolutions. Daarin ging hij na hoe de wereldbeelden die wetenschappers erop na houden, veranderden.
Eeuwenlang was de aarde plat, tot ze ineens rond was. Eeuwenlang hadden apen en mensen niets met elkaar gemeen, tot ze ineens een verre voorouder bleken te delen.
Wanneer een nieuw wereldbeeld eenmaal geaccepteerd was, dan kon je je eigenlijk niet meer voorstellen dat het ooit anders was geweest. Zo’n verschuiving in ons denken noemde Kuhn een paradigmawisseling.
Bij de persopening van de tentoonstelling Change the System in Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam vorige week viel die term – paradigmawisseling – meerdere keren. ‘Hoe kan ik een paradigmawisseling veroorzaken bij mijzelf en de rest van de maatschappij?’ vroeg kunstenaar Arne Hendriks zich bijvoorbeeld hardop af.
(Hendriks houdt zich bezig met de vraag hoe we van het verafgoden van ‘groei’ kunnen overstappen naar een waardering voor krimp – hoe we, kortom, een ander wereldbeeld kunnen adopteren. Daartoe werkt hij onder meer samen met kankeronderzoekers, een van de weinige wetenschappelijke groepen die groei niet automatisch gelijkstelt aan goed.)
Change the System (nog tot en met 14 januari te zien) brengt naast Hendriks nog ruim vijftig veelal jonge ontwerpers en kunstenaars bijeen die zich in hun werk richten op de voornaamste uitdagingen van deze tijd. Oprakende grondstoffen, klimaatverandering, groeiende ongelijkheid, migratie en conflict, de invloed van sociale media op het individu en het collectief – die dingen.
Voor hen staat niet een product centraal, aldus conservator Annemartine van Kesteren, maar een oplossing – of beter: een verandering.
De blik van de kunstenaar helpt ons ‘het systeem’ te veranderen
De tentoongestelde werkwijzen lopen uiteen van pragmatisch tot reflecterend, van klein tot megalomaan – de Fairphone van Bas van Abel en de plasticsoep-opruimactie van Boyan Slat maken bijvoorbeeld hun opwachting, maar ook het werk van James Bridle, wiens beelden vooral bedoeld zijn om surveillance zichtbaar te maken.
De grotere boodschap van de tentoonstelling gaat evengoed voor iedereen op: namelijk, dat het de creatieve buitenstaandersblik van de ontwerper en de kunstenaar is, die ons moet helpen om ‘het systeem’ te veranderen.
Nu hebben ontwerpers natuurlijk altijd wel in oplossingen gedacht en ook geëngageerde kunst is eeuwenoud – al is het momenteel wel weer wat hipper dan het een tijdlang is geweest. The Art of Impact, het fonds dat Jet Bussemaker een paar jaar geleden in het leven riep, was specifiek bedoeld om oplossingsgerichte – en tot samenwerken bereid zijnde – kunstenaars te sponsoren. Musea, van het Stedelijk Museum in Amsterdam tot het Museum of Fine Arts in Boston, begeven zich geregeld op het snijvlak van kunst en activisme.
De achterliggende gedachte – ook hier op De Correspondent al een paar keer verwoord – is dat je, om verandering te bewerkstelligen, je eerst moet kunnen voorstellen dat dingen überhaupt kunnen veranderen. We hebben, kortom, verbeelding nodig – nieuwe verhalen, nieuwe ideeën, nieuwe beelden.
Aangezien creatievelingen van verbeelding hun vak hebben gemaakt, wordt er nu steeds vaker naar hen gekeken om de destructieve verhouding van de mens tot de rest van het ecosysteem en tal van andere problemen te helpen oplossen.
De opdracht voor de kunsten: wijs ons de weg naar de uitgang
Het zal je taak maar zijn. In hun nieuwe voorstelling Tenzij je een beter plan hebt (nog tot en met 8 december te zien) gaan Anoek Nuyens en Rebekka de Wit, beiden theatermaker en schrijver, dieper in op die opdracht die de kunsten hebben gekregen. Al sinds hun jeugd maken zij zich zorgen over, onder meer, zure regen en het gat in de ozonlaag, over milieuvervuiling en klimaatverandering en uitstervende diersoorten.
En sinds een poosje weten ze dat het aan hen is, aan hun verbeelding, om ons de weg naar de uitgang te wijzen.
De Wit en Nuyens maken het soort activistisch, journalistiek theater dat de laatste jaren opgeld doet: actueel, betrokken, en met de ambitie om ook buiten de theaterzaal door te werken. Beiden hebben eerder voor De Correspondent geschreven, onder meer voor series als de Afhankelijkheidsverklaring en Het einde van de mens als maat der dingen.
Die reeksen gingen over de noodzaak van een ander mensbeeld – minder antropocentrisch, minder gericht op het autonome individu.
In Tenzij je een beter plan hebt laten Nuyens en De Wit met humor en bevlogenheid zien hoe moeilijk dat is, een nieuw verhaal bedenken. En vooral: hoe moeilijk het is om iets dat je bedenkt ook daadwerkelijk te vertalen naar de praktijk.
Het verlammende verlangen naar een nieuw paradigma
Zo kan je bijvoorbeeld wel bedenken dat andere diersoorten ook een stem zouden moeten krijgen in ons rechtssysteem, maar als je je vervolgens moet voorstellen hoe dan – tja, toch lastig. En je kan je wel voornemen geen vlees meer te eten, maar als je dan op een feestje staat en er komt zo’n schaal met bitterballen voorbij… Tja.
Het verlangen naar een paradigmawisseling, zo laat de voorstelling zien, kan zowel verlammend werken als motiverend. Maar De Wit en Nuyens weten wat Thomas Kuhn ook wist: een paradigmawisseling komt niet van de ene op de andere dag tot stand. Het is een proces, geen gebeurtenis.
De manier waarop wetenschappers de wereld zien – als rond in plaats van plat, bijvoorbeeld – verandert niet omdat individuele wetenschappers per se wíllen dat-ie verandert, maar omdat de bewijzen dat het oude wereldbeeld niet klopt zich blijven opstapelen.
En vooral: omdat zij die aan het oude wereldbeeld vasthouden, oud worden en doodgaan. De grootste sta-in-de-weg van verandering, échte verandering – dat zijn we dus misschien wel zelf.
Kleine stapjes, vereende krachten
Dat laatste is allicht geen fijn antwoord op de vraag ‘hoe kan ik een paradigmawisseling veroorzaken bij mijzelf en de rest van de maatschappij?’ Aan de andere kant laat het ruimte voor kleine stapjes – een eerlijke telefoon hier, een hergebruikt kledingstuk daar – en voor vereende krachten die zich niet eens per se van elkaar bewust hoeven te zijn.
Het sterke van zowel Change the System als Tenzij je een beter plan hebt is de weigering die eruit spreekt om te blijven steken in cynisme of wanhoop.
Want ja, zeggen ze, ‘het systeem’ moet anders en ja, dat is een onmogelijk grootste opdracht. Dus dan maar gewoon één onderdeel kiezen en dat met plezier en aandacht een klein beetje proberen te verbeteren, zoals de kunstenaars in Change the System dat doen.
Of, zoals in Tenzij je een beter plan hebt, één manier kiezen waarop je die opdracht zou kunnen vervullen – en die richting helemaal volgen tot de meest logische conclusie, hoe bizar die ook moge zijn.
Verbeelding is nodig, maar misschien is dát – het vermogen om ondanks alles toch gewoon maar ergens te beginnen, iets te proberen, en in elk geval iets neer te zetten – minstens zo belangrijk. Deze kunstenaars geven het goede voorbeeld. Dit werkt aanstekelijk – en maakt zowel tentoonstelling als voorstelling het bezoeken meer dan waard.