Twee ontzettend verontrustende artikelen over smartphones en jongeren
Hoewel mijn hoofdredacteur groot fan is van de Amerikaanse komiek Louis C.K., zag ik tot vorige week nooit een show van de beste man.
Vorige week heb ik heel vaak heel hard gelachen om Louis C.K. 2017, een show die op Netflix staat.
Mooi stukje over leraren ook:
‘What if I get really good at it, what happens?’
‘Nothing, nothing happens. Nobody notices and you get fired and you die alone.’
Programmeren, belangrijker dan Engels?
Tim Cook, de baas van Apple, zei in een interview met het Franse nieuwsplatform Konbini dat programmeren belangrijker is als tweede taal dan Engels. Cook: ‘Ik wil niet beweren dat het geen zin heeft Engels te leren, maar coderen is een taal die het mogelijk maakt om jezelf tegenover zeven miljard mensen in de wereld uit te drukken. In elke school van de wereld zou coderen een verplicht vak moeten zijn.’
Zelf sprak ik afgelopen week Felienne Hermans, die aan de TU Delft onderzoek doet naar programmeeronderwijs voor kinderen. Ook zij vindt dat ieder kind op de basisschool moet leren programmeren. Tegelijkertijd geeft ze toe dat we nog bijna niets weten over hóé je kinderen leert programmeren.
Ook sprak ik Pauline Maas, van Stichting CodeKlas. Zij schrijft met Microsoft een boek over wat je allemaal met een ‘micro:bit’ kan doen. Een micro:bit is een apparaatje waar je software op kan programmeren. Zo’n micro:bit kan onder andere muziek afspelen, stappen tellen en temperatuur meten.
Stichting FutureNL crowdfundde de afgelopen maanden bijna drie ton bij elkaar om 45.000 kinderen te leren programmeren met de micro:bit. In mijn onderzoek naar EdTech zie ik dat voortdurend: techbedrijven investeren in stichtingen die hun belangen behartigen in het onderwijs.
Pauline Maas liet me trouwens een filmpje zien van de ‘hagelslagrobot’: een leraar die zich gedraagt als een robot. Leerlingen moeten hem instructies geven zodat de ‘robot’ een boterham met hagelslag kan smeren. Het filmpje maakt duidelijk hoe secuur je moet formuleren als je een computer een opdracht wilt geven.
Gaat ook weleens mis trouwens, getuige deze ketchuprobot:
Verplicht leesvoer over smartphones voor in de les Engels
Verder kreeg ik een mail van een leerling uit een 5 havo. Ze stuurde me een betoog dat ze had geschreven voor Nederlands. Uit haar tekst: ‘In de lessen horen gewoon geen telefoons. Als dit wel wordt toegelaten, werken de docenten ten eerste mee aan hun eigen ondergang doordat de leerlingen minder opletten en dus slechtere resultaten hebben. Ten tweede laten ze de leerlingen verslaafd worden of blijven door het te accepteren.’
Iemand op Twitter merkte op dat ik een ‘kruistocht’ tegen smartphones in de klas ben begonnen. Dat klopt! De afgelopen weken las ik weer twee zeer verontrustende artikelen over het effect van smartphones op jongeren.
Dit lange stuk (pardon: longread) in The Atlantic van hoogleraar psychologie Jean M. Twenge, met als titel: ‘Has the smartphone destroyed a generation?’ Het stuk gaat over de generatie die is opgegroeid met de smartphone, ‘iGen.’
Citaat: ‘It’s not an exaggeration to describe iGen as being on the brink of the worst mental-health crisis in decades. Much of this deterioration can be traced to their phones.’ Een stuk dat iedere leraar Engels met z’n leerlingen zou moeten lezen.
Een stuk in The Guardian met een niet veel hoopvollere titel: ‘‘Our minds can be hijacked’: the tech insiders who fear a smartphone dystopia.’ Het stuk gaat over medewerkers van techbedrijven die hun smartphone vaarwel zeggen en offline gaan.
Citaat: ‘There is growing concern that as well as addicting users, technology is contributing toward so-called “continuous partial attention”, severely limiting people’s ability to focus, and possibly lowering IQ. One recent study showed that the mere presence of smartphones damages cognitive capacity – even when the device is turned off. “Everyone is distracted,” Rosenstein says. “All of the time.”’
Tot zover!
Johannes