Waarom ‘treitervlogger’ Ismail Ilgun nu een TEDx Talk geeft (en de gevolgen van vier andere mediastormen)
Mensen die vastzitten in mediastormen, ze fascineren me. Van Anne Fleur Dekker tot Hanina Ajarai, zo vergaat het de mensen die ik portretteerde maanden na de rel.
Een halfjaar geleden begon ik met een nieuwe rubriek over mediastormen en de mensen die erin vastzitten. In lijn met het doel voorbij de waan van de dag te gaan, was ik benieuwd hoe het kan dat iedereen ineens over hetzelfde onderwerp lijkt te praten - en hoe dat voor het onderwerp zelf is.
Niet op het moment zelf, maar net na de storm. Wat heeft het voor effect als iedereen opeens je naam kent, maar niet per se je verhaal?
Vijf mensen portretteerden we intussen: een documentairemaker, een activist, een YouTuber, een bisschop en een columnist. Ondanks de grote verschillen, het verloop en de gevolgen van de mediastorm, leken ze een paar dingen gemeen te hebben: het verhaal bleek nooit zoals het werd voorgespiegeld.
Ik vroeg me af: hoe is het dan nu met de vijf?
Vincent Verweij: Een nieuwe mediastorm in de maak
Documentairemaker Vincent Verweij maakte met de beste journalistieke intenties een film over Van Gogh-dief Okkie Durham. Verweij zocht zelf de media op, die gaven hem alle ruimte, waardoor mensen al moe waren van het verhaal en Okkie, nog vóór de documentaire uit was. Verweij had spijt, vertelde hij in de eerste aflevering van deze rubriek: ‘We hadden nooit naar De Wereld Draait Door moeten gaan.’
De documentaire is inmiddels zes maanden geleden uitgezonden, maar Verweij is er nog altijd mee bezig. Er blijven aanvragen komen van mensen die beeldmateriaal willen gebruiken.
Okkie is een keer van de straat afgepikt omdat hij door het lint ging
Hoe het nu met Okkie is? ‘Inmiddels beter,’ aldus Verweij. Hij raakte overspannen na de media-aandacht rond de film. En van de oud-onderwereld-kennissen, die hem onder druk zetten verder zijn mond te houden. Verweij: ‘Okkie is een keer van de straat afgepikt omdat hij door het lint ging, maar dat is allemaal weer gekalmeerd. Het kan wel zijn dat het weer verandert als hij opnieuw in de publiciteit komt.’
Want nieuwe publiciteit, die gaat er komen. Nadat Verweij afzag van een boek, koppelde hij Telegraaf-journalist Wilson Boldewijn aan Okkie. Die gaat het boek alsnog schrijven. Verweij: ‘Wilson is de beste man om dit te doen. Okkie en hij hebben een mooie dynamiek: ze hebben beide een Surinaamse moeder, zijn beide opgegroeid in de Staatsliedenbuurt [een wijk in Amsterdam, VM], en op een cruciaal moment hebben ze een andere afslag genomen. Dat alleen al maakt dat hij dit boek moest maken.’
Verweij heeft naar eigen zeggen regelmatig contact met Boldewijn, om te voorkomen dat de publiciteit opnieuw uit de hand loopt. Toch kijkt Verweij niet negatief terug op de rel rondom zijn Okkiefilm. ‘De meeste docu’s op de NPO gaan geruisloos voorbij, dat kan je hier niet van zeggen. En de documentaire an sich is niet bekritiseerd, die blijft overeind.’
Anne Fleur Dekker: Kijkt een extra keer over haar schouder
De tweede rubriek ging over de jonge, linkse activiste Anne Fleur Dekker, die ondergedoken zat na bedreigingen van rechts. Toen ik haar in juli sprak, was de politiebescherming net wat afgezwakt, intussen zijn ze zozeer aangezwollen dat ze niet meer zonder kan.
Hoe Dekker daarmee omgaat? ‘Ik zit nog minder op sociale media. Het uit de weg gaan is soms de enige manier om het niet onder je huid te krijgen. Maar de bedreigingen ‘offline’ zullen nooit wennen. Drie weken geleden moest een bijeenkomst aan de UvA afgezegd worden vanwege een bedreiging.’
Ook zegt ze tegenwoordig minder snel ja op publieke optredens. Als ze al gaat, kondigt ze het niet van tevoren aan. Zo stond ze deze zomer opeens op Lowlands (‘een leuke tegenhanger’), wat ze aandurfde vanwege de goede beveiliging. ‘Mensen waren echt geïnteresseerd, blij en respectvol. Dat geeft veel energie en dan kun je er weer even tegenaan.’
Dekker is verder bezig met een boek, dat later dit jaar uitkomt. Bang om op tour te gaan is ze niet. ‘Ik word tegenwoordig op straat herkend. Dat zijn bijna alleen mensen die iets positiefs te zeggen hebben. Mensen die haten, durven dat niet te zeggen. Maar online is het makkelijk om anoniem vuil te spuien.’
Toch kijkt ze soms een keer extra over haar schouder. ‘Ik heb altijd in m’n achterhoofd: er hoeft maar één iemand gek genoeg te zijn.’
Ismail Ilgun: Een transformatie die niet zo voelt
Daarna sprak ik ‘treitervlogger’ Ismail Ilgun, die krap een jaar geleden nog verketterd werd vanwege de video’s die hij maakte in de Zaanse wijk Poelenburg, maar daarna een wonderlijke transformatie doormaakte. Hij kreeg een contract bij platenlabel Top Notch en begon aan een tour langs alle grote media, inclusief ons eigen platform, om te laten zien hoeveel hij veranderd was.
Ik sta daar kritische vragen te stellen waar ik zelf de antwoorden al op weet
Intussen maakt Ilgun empathische documentaires over achterstandswijken. Hij mocht een lezing doen op Lowlands en afgelopen week gaf hij een TEDx Talk. In diezelfde week was hij te gast bij Pauw, het programma dat er vorig jaar nog voor zorgde dat een groot deel van Nederland hem uitkotste: hij verscheen er met een batterij vrienden, allen met zonnebril op, en schoffeerde andere gasten. Dit keer zat er een stralende Ilgun, die door het publiek werd aanbeden.
Maar, zegt hij: ‘Ik heb niet het gevoel dat ik enorm veranderd ben. Die naam, treitervlogger, die is me gegeven door Dumpert of GeenStijl. Ik heb die naam nooit gewild, ik weet van mezelf dat ik nooit zo ben geweest. Dus dat ik nu overal symbool sta voor De Grote Verandering is leuk, maar ik ben helemaal niet zoveel veranderd als mensen denken, ik was niet zo slecht als ze dachten en ik ben nu niet de held die ze van me maken. Ik wil nu hetzelfde als toen: video’s maken, laten zien wat echt is. Ik zou het graag vaker over de toekomst hebben, maar in elk interview wordt toch weer het verleden erbij gehaald.’
Zijn laatste project lijkt de transformatie rond te maken: hij ging voor het AD terug naar Poelenburg, om er een documentaire te schieten. Maar voor Ilgun voelde het vooral gek: ‘Ik sta daar kritische vragen te stellen waar ik zelf de antwoorden al op weet, aan mensen die ik al ken. Maar ik ben blij dat ik nu iets positiefs kan maken.’
Bisschop de Korte: Voert weer een nieuw gesprek
Bisschop van Den Bosch Gerard de Korte, die aankondigde op Roze Zaterdag lhbtqia’ers te zegenen in de Sint Jan, zich terugtrok na kritiek van zijn priesters, maar blijft worstelen met de rol van de kerk en zijn eigen progressieve denken, kwam daarna.
Na het voorval sprak hij met een werkgroep van een aantal parochianen uit de kathedaal, binnenkort hopen zij de bisschop een passend advies te kunnen geven op het gebied van inclusiviteit en de kerk. ‘We moeten dit keer een manier vinden om op niet-polariserende wijze het gesprek aan te gaan, dat is de vorige keer niet gelukt. Daarbij gaan we ons in eerste instantie richten op de eigen gelovigen, met als einddoel: een inclusievere kerk.’
Laatst was de bisschop weer in het nieuws: Den Bosch was genomineerd voor de Kwakzalverprijs 2017, vanwege de duivelsuitdrijvingen die de kerk uitvoert. De Korte heeft daar zelf niks mee te maken - de sessies worden geleid door een ander -, toch ziet hij de nominatie als mooie gelegenheid hier het gesprek over aan te gaan.
‘In een materialistische werkelijkheidsbeleving is überhaupt geen geestelijke wereld. Wil je dan wel de ruimte openlaten dat er boze geesten zijn die mensen in bezit kunnen nemen of negatief kunnen beïnvloeden? Dat is een heel levensbeschouwelijke vraag.’
Laatst zag hij een documentaire over de SS. Dorpen werden systematisch uitgeroeid, mannen werden in schuren gedreven en vrouwen in kerken, huizen geplunderd, kinderen in brand gestoken. De Korte: ‘Als je dat ziet, kun je je afvragen: is dit terug te leiden tot het nationaalsocialisme? Of zijn hier kwade geesten aan het werk?’
‘Als je ervan uitgaat dat er niet zoiets bestaat als een geestelijke wereld, dan lijken veel gesprekken onnozel. Maar sta je daarvoor open, dan kan zo’n ophef als met Roze Zaterdag, of zo’n ludieke nominatie voor de Kwakzalverprijs een mooi en principieel gesprek opleveren.’
Hanina Ajarai: Op naar een plek waar ze gewaardeerd wordt
De laatste die ik sprak was Hanina Ajarai, die een column schreef over MH17 (ze stelde de vraag: waarom raakt deze tragedie me niet zoals kleinere tragedies me wél raken?) en daarmee de toorn van opiniërend Nederland over zich afriep, maar die later zei met haar column nooit te hebben willen kwetsen. De controverse leerde haar vooral hoe moeilijk het is om er als moslima met hoofddoek een eigen mening op na te houden. Eigen vragen te willen stellen, zonder dat die meteen staan voor een hele bevolkingsgroep.
Ze vertelt: ‘Ik kreeg de donderdag voor het Offerfeest een mail… wacht laat me eerst iets anders vertellen... Op vrijdag zou het Offerfeest zijn en ik had op donderdag een column voor de krant geschreven waarin ik vertelde wat dat voor ons moslims betekent - dat het een soort Kerstmis is.’
‘En op die donderdag kreeg ik dus mail van de hoofdredacteur. Hij schreef: ‘Hey wat leuk die column, fijn Offerfeest alvast, enne, heb je tijd morgen om af te spreken’ – op het Offerfeest zelf dus. Toen dacht ik nog: je wilde dit aan het begin van mijn kerstdag droppen? Nadat ik je net heb uitgelegd wat het betekent? Damn.’
Dan ga ik bij mezelf te rade: schrijf ik zulke slechte columns? Of is het vooringenomenheid van de redactie?
‘Het werd dus maandag. Op de fiets daarheen dacht ik al: dit wordt slecht nieuws, want ik had Hans [Nijenhuis, de hoofdredacteur van het AD, VM] een paar weken eerder al gezien. Toen hadden we het erover dat het maar niet klikte tussen mij en de AD-lezer en de AD-redactie.’
Bij Nijenhuis viel haar werk wel in de smaak. ‘Ik schreef laatst een column over minima, naar aanleiding van de Haagse maatregel dat kids uit minimagezinnen een gratis smartphone zouden krijgen. Ik schreef: ‘Dit gaat me te ver, want als ze een smartphone belangrijk vinden, dan regelen ze het zelf wel.’
‘Hans mailde: zo hoort een goeie column te zijn. Met die gedachte ging hij de redactie op: ‘Deze van Hanina is goed hè,’ en toen viel die hele redactie over hem heen, ze vonden het beledigend. Dan ga ik bij mezelf te rade: schrijf ik zulke slechte columns? Of is het vooringenomenheid van de redactie?’
Ajarais voorgevoel kwam uit, haar column werd beëindigd. ‘Ik denk: your loss. Als jullie dit niet op prijs stellen, jammer dan. Ik heb er daarna ook niet meer over willen praten met het AD. Misschien moet ik het wel willen bespreken, maar ik ben niet zo iemand van het diepgravende, hop snel door en vooruit kijken. Op naar een plek waar gewaardeerd wordt wat ik wil zeggen.’