Beste,

Het Italiaanse bedrijf Hacking Team verkoopt surveillancesoftware aan autoritaire regimes. Twee weken terug publiceerde ik er met Maaike Goslinga over. We kwamen er namelijk achter dat twee Nederlanders de Italianen hierbij geholpen hebben.

Dat verhaal begon bij een tip van onderzoeker Hij had een geheimhoudingsverklaring van één van de Nederlanders uit een enorme hoeveelheid gelekte documenten gevist. Deze Karel Coors, oud-honorair consul van Ecuador, probeerde te bemiddelen tussen Hacking Team en een nieuwe Ecuadoraanse geheime dienst.

Toen we besloten de tip na te gaan, zagen we dat Buro Jansen & Janssen eerder dit jaar had gepubliceerd naar de betrokkenheid van een andere Nederlander: Peter Stolwerk, een van de directeuren van het schimmige bedrijf Providence Group.

Zo haal je informatie van Facebook

Terwijl collega’s van het medium Plan V in Ecuador op zoek gingen naar aanvullende informatie over Coors, dook ik in het verleden van Stolwerk. Al snel zag ik dat de directeur heel veel relevante informatie op Facebook deelde.

Zo zag ik waar hij incheckte als hij een zakenreis maakte. Kon ik foto’s en teksten over zijn zakenrelaties zien. En zag ik talloze posts over zijn gezin. En dat was best wel ongemakkelijk.

Want net als ik woont Stolwerk in Haarlem (al is hij net naar Zuid-Afrika verhuisd). Heeft hij kinderen van ongeveer dezelfde leeftijd als de mijne. En komt hij in speeltuinen, duinen en restaurants waar ik ook vaak kom.

Dit alles is moeilijk te rijmen met de mails die ik via WikiLeaks van hem en Hacking Team kon inzien. Daaruit wordt duidelijk hoe graag hij een deal wilde met dit bedrijf dat - en ik overdrijf niet - bloed aan zijn handen heeft.

Ik heb Stolwerk gevraagd hoe hij dit goedpraat, maar helaas geen antwoord gekregen. Op mijn aanraden heeft hij wel zijn Facebookpagina op privé gezet.

En zo doen de pro’s socialemediaonderzoek

Uiteindelijk speelde mijn Facebookspeurwerk maar een kleine rol in het verhaal. Maar het laat wel zien dat je soms de slordigheid van je onderzoeksobject kunt gebruiken.

Een van de mensen die daar alles van weet, is een jonge freelancemedewerker van onderzoekscollectief Bellingcat.

Hun onderzoek naar het neerhalen van vlucht MH17 in Oekraïne is bekend. Via sociale media kon het collectief het gebruikte luchtafweergeschut terugvinden

Vorige week gaf Triebert een workshop bij De Correspondent en ik zat de hele middag met open mond te luisteren. Ik ken de technieken en mogelijkheden die hij en Bellingcat gebruiken om berichten te verifiëren en claims van machthebbers tegen het licht te houden.

Maar om hem in actie te zien, is toch wat anders. De volharding waarmee hij en zijn internationale collega’s zich vastbijten in belangrijke dossiers, de precisie waarmee ze werken, het oog voor detail dat ze hebben ontwikkeld en het vernuft om toch net dat ene puzzelstukje boven water te krijgen, is zeer bewonderenswaardig.

En zo kan een terloops gemaakte foto van een Russische matroos op een schip, in combinatie met een wazig filmpje van een ‘schip-spotter,’ bewijs worden van een Russische wapenleverantie aan Syrië.

Ik wil niet zeggen dat dit de toekomst van de journalistiek is, maar de vaardigheden die ze bij Bellingcat ontwikkelen, worden wél een onmisbaar onderdeel van ons journalistieke gereedschap.

Daarom wil ik in deze nieuwsbrief een aantal tips geven om je enerzijds bekend te laten worden met hun werk en anderzijds zelf aan de slag te gaan als onderzoeker.

De leestips:

En laat het me vooral weten als je een interessante vondst hebt gedaan.

Op de hoogte blijven van mijn verhalen? Elke dinsdag vertel ik waar ik mee bezig ben, wat ik gelezen, gehoord en gezien heb én vraag ik jullie om hulp bij mijn producties. Schrijf je hier in voor mijn wekelijkse mail