Een greep uit de reacties op een stuk dat ik deze week publiceerde:

  • Wat een hijgerig, eenzijdig verhaal. Johannes zoekt een lobby-complot en gaat voorbij aan de rest.
  • Wat een eenzijdig en negatief stuk is dit. Eigenlijk een argument voor een pleidooi voor meer aandacht voor data en programmeren als een journalist dit gebrek aan inzicht toont.
  • Man, man, man. Wat is dit nu weer voor onzin. Is De Correspondent gekocht of gesponsord door de linkervleugel van de SP?

Wat had ik geschreven?! Hoe de Bilderberg-conferentie de cijfers van meester Wim aanpaste? Hoe de mainstreammedia jarenlang zwegen over het rapport van Bobbi uit 2 vmbo? Een pleidooi voor het basisinkomen?

Nee, een stuk over programmeren in het onderwijs.

En het viel allemaal wel mee wat ik schreef: na meerdere interviews over de wenselijkheid van programmeerles op de basisschool, schreef ik in een stuk vooral over de lobby die wil dat ieder kind op de basisschool leert programmeren.

Ik schreef dat overheden daar baat bij hebben omdat ze voorop willen lopen in de digitale economie, en dat bedrijven er om drie redenen belang bij hebben:

  1. ze hebben vacatures te vervullen;
  2. als die vacatures vervuld zijn, is het nog steeds handig als meer mensen leren programmeren, want dat drukt de salarissen;
  3. het scheelt bedrijven eigen opleidingskosten.

Ik ging daarmee voorbij aan het bredere maatschappelijke verhaal dat die bedrijven uitdragen, kreeg ik te horen. Ik had niet goed geluisterd naar de programmeerlobby, die volgens sommigen helemaal geen lobby was.

Ik sprak afgelopen weken meermaals met organisaties die pleiten voor programmeeronderwijs op de basisschool, en hoorde hun verhaal. De korte versie: computational thinking (leren hoe je een probleem oplost met een computer) is een vaardigheid die ieder kind zou moeten beheersen en die je leert door te programmeren.

Ik schreef dat niet op, omdat het niet klopt. De korte versie van mijn weerwoord: niet ieder kind zou computational thinking aan hoeven leren en vooral: er is geen onderzoek dat aantoont dat je die manier van denken leert door te programmeren.

Misschien was het sterker geweest als ik het verhaal dat de programmeerlobby vertelt wel had opgeschreven, om het vervolgens af te breken. Enfin, en oordeel zelf.

Een artikel, een podcast en een TED Talk

Zelf ben ik inmiddels met een nieuw stuk bezig, over wat we kinderen zouden moeten leren in een wereld die steeds digitaler wordt.

Ook las ik afgelopen weken een artikel, luisterde ik een podcast en zag ik een Ted Talk die ik aanraad:

  • van emeritus hoogleraar ‘public understanding of technology’ John Naughton. Hij pleit voor een 21ste-eeuwse Maarten Luther, en komt zelf met 95 stellingen tegen ‘the church of tech.’
  • van de Turkse ‘techno-socioloog’ Zeynep Tufekci. Juist nu machines leren denken, is de menselijke moraal belangrijker dan ooit, betoogt Tufekci.
  • Wat als we het onderwijs privatiseren? Die vraag staat centraal in waarin een voor- en een tegenstander aan het woord zijn. Zoals onderwijsninja Jelmer Evers erover tweette: ‘Letten jullie op collega’s? Gevaarlijke onzin kan snel realiteit worden.’

Met groet!

Johannes