Telkens verbergt de Europese Commissie aarzelende daden achter stoere taal
Soms begint de Europese politiek een beetje te vervelen. De Europese Commissie doet een voorstel. Dat presenteert ze als uitermate ambitieus. Linkse partijen en maatschappelijke organisaties vinden het juist slappe hap. Veel te streng, oordeelt het bedrijfsleven dan weer.
Neem de plannen voor schone mobiliteit, die de Europese Commissie woensdag naar buiten bracht. Bij een persconferentie noemde klimaatcommissaris Miguel Arias Cañete deze ‘ambitieus’ en ‘uitgebalanceerd.’ Ze zouden zelfs leiden tot ‘versterkt wereldleiderschap.’
Onzin, vonden de Europese sociaaldemocraten. De Commissie moest zich schamen nu ze het ‘volstrekt onacceptabele’ doel de CO2-uitstoot van auto’s met 30 procent terug te dringen per 2030 naar buiten bracht tijdens de klimaatconferentie in Bonn. Een dergelijke reductie is bij lange na niet voldoende om te halen wat in Parijs is afgesproken over de beperking van de opwarming van de aarde.
Teleurgesteld zijn de sociaaldemocraten ook over het feit dat de Commissie geen minimumpercentage wil vastleggen voor het aandeel elektrische auto’s in de productie van de fabrikanten.
Een ‘cadeau aan de Europese autofabrikanten,’ oordeelde de non-gouvernementele organisatie Transport & Environment dan ook. Juist een onrechtvaardige straf, meende de industrie, en ze kwalificeerde de plannen als ‘zeer agressief.’
Je kan denken: als de een het te streng en de ander het te slap vindt, heeft de Commissie het goede midden gevonden.
Toch is dat iets te eenvoudig gedacht. Dat ‘versterkt wereldleiderschap’ is moeilijk vol te houden als je weet dat China wél een quotum heeft voor elektrische auto’s. Al in 2019 moet 10 procent van de op de markt gebrachte auto’s daar een nuluitstoot hebben. Ook voert China vanaf 2020 normen voor de CO2-uitstoot in die beduidend strenger zijn dan de Europese.
Feit is ook dat de EU heeft vastgelegd dat de CO2-uitstoot in sectoren zoals transport, die niet onder het systeem van emissiehandel vallen (waarover later meer), in 2030 met 30 procent afgenomen moet zijn.
Een berekening leert dat, als we rekening houden met de groei van het autoverkeer en met het op de weg blijven van oudere modellen, nieuwe auto’s in 2030 dan 58 procent minder moeten uitstoten. Een reductie die bijna twee keer zo sterk is als wat de Europese Commissie nu wil.
Nederland legt de lat nog hoger. In het regeerakkoord is te lezen dat het nastreeft dat ‘uiterlijk in 2030 alle nieuwe auto’s emissieloos zijn’. Eerst zien en dan geloven. Zeker is dat die 30 procent minder uitstoot voor nieuwe auto’s die de Europese Commissie wil halen erg bleekjes afsteekt bij de inzet van Rutte III.
Nederland behoorde dan ook bij de negen landen die vroegen om meer ambitie. Maar de lidstaten met een flinke auto-industrie lobbyden onder aanvoering van Duitsland fel om daar een stokje voor te steken.
Meer voorbeelden van dit patroon
Hetzelfde voorspelbare patroon tekende zich af bij de plannen om de handel in rechten voor de uitstoot van broeikasgassen te hervormen.
Tot nu toe is het Europese systeem voor emissiehandel geen daverend succes. Er zijn zoveel rechten op de markt, dat de prijs veel te laag ligt en er voor bedrijven nauwelijks een prikkel is hun uitstoot te beperken.
In juni 2015 presenteerde de Europese Commissie plannen hier verandering in te brengen. Weer klonk hetzelfde liedje. Commissie: ambitieus! Links en nong-gouvernementele organisaties: gatenkaas! Industrie: een doodsklap!
Donderdag kwam dan het bericht dat de onderhandelingen tussen Commissie, Parlement en Raad (lidstaten) een compromis hadden opgeleverd. De reacties kun je raden:
- Klimaatcommissaris Cañete sprak opgetogen dat de deal eens te meer toont dat Europa de strijd tegen klimaatverandering aanvoert.
- Een ‘magere deal’, ‘bij lange niet genoeg om de omslag te brengen die het klimaatakkoord van Parijs vereist,’ liet GroenLinksonderhandelaar Bas Eickhout weten.
- Teleurgesteld was ook de organisatie van de Europese staalindustrie. Maar om omgekeerde reden: het compromis betekent volgens haar een zware kostenpost voor zelfs de schoonste producenten en een aanslag op de competitiviteit van de Europese staalindustrie.
Dus wat hiervan te vinden? Bijna alle deskundigen zijn het erover eens dat het tempo waarin het aantal op de markt beschikbare emissierechten afneemt te traag is om te voldoen aan het klimaatakkoord van Parijs.
De cirkel van de Europese politiek
Het moge duidelijk zijn: telkens verbergt de Europese Commissie aarzelende daden achter stoere taal. En telkens klinkt daarop hetzelfde voorspelbare koor aan stemmen.
We zagen het bij de plannen voor het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen in sectoren die niet onder de emissiehandel vallen. En ook bij de voorstellen voor een circulaire economie.
Hoe komt dit komt? Een kleine poging tot verklaring. Als je betere ideeën hebt, hoor ik het graag.
Allereerst is eurocommissarissen natuurlijk niets menselijks vreemd. Als ze op de bühne komen, willen ze graag schitteren en niet de boodschap brengen: ja, het is een halfslachtig compromis, maar meer zat er even niet in.
Alleen is het vaak natuurlijk wel zo. De Commissie weet dat het weinig zin heeft om iets ambitieuzers op tafel te leggen. Want de lidstaten zullen het dan later toch wel afschieten. Neem de uitstoot voor auto’s. Van tevoren kon de Commissie al uittekenen dat strengere normen op protest van te veel landen zouden stuiten.
Ook de gang van een Commissievoorstel door de Europese instituties volgt een voorspelbaar patroon. Bij menig plan doet het Europees Parlement pogingen het aan te scherpen, waarna de Raad het weer afzwakt. En na de onderhandelingen tussen Parlement, lidstaten en Commissie komen we ongeveer weer uit bij het voorstel waarmee we begonnen.
Goed, er zijn zeker tegenvoorbeelden. Maar in grote lijnen is dit patroon er echt. Het politieke proces is zo gelaagd en de Raad - de vergadering van 28 landen - vervult er zo’n cruciale rol in, dat er weinig anders dan een halfbakken compromis uit de bus kan rollen.
Is er een alternatief? Ik herinner nog eens aan het onder meer door Sophie in ‘t Veld geformuleerde idee Commissie en Parlement in de EU het voortouw te geven en de rol van de Raad terug te dringen. Dat zou de EU, dat denk ook ik, minder stroperig en ondemocratisch maken. Meer ideeën?
P.S. Het meest magische nieuws van de afgelopen week vond ik wel het bericht dat Koen Peeters de ECI-literatuurprijs heeft gewonnen voor zijn roman De mensengenezer. Ik schreef eerder stukken over zijn oeuvre die hier te vinden zijn en bewaar ook bijzondere herinneringen aan dit interview dat ik met hem had.