Wat verhalen zonder woorden kunnen
Een theatertje in Amsterdam. Op het podium staan negen instrumenten. Sommige ken ik bij naam, andere niet. Met hun klanken stellen zij zichzelf en de muzikanten aan me voor.
De man met de kleinste trommel slaat zacht. Beweegt veel en danst op zijn stoel. Soms lacht hij de anderen toe. Ze knikken en glimlachen warm terug.
De jongen met darbuka lijkt af en toe afwezig. Door gedachten meegevoerd, zijn ogen gericht op het verre. Zijn handen spelen onverstoord door. Kennen de muziek. Zijn muziek.
Ook ik laat me op de klanken van zijn spel meevoeren. Even ben ik niet meer in Amsterdam, maar word ik meegenomen naar de plek die voor sommige van de muzikanten thuis is. Palestina. Bezet gebied, maar daar trekken de instrumenten zich niets van aan. Verhalen laten zich niet door muren begrenzen.
Ik voel de behoefte het moment te vangen en buig naar mijn tas voor pen en papier. Wat ik daar in het donker opschrijf doet er niet zoveel toe.
Mijn hoofd knikt op het ritme van de muziek, mijn oog valt op de pianiste. De tonen van haar pianospel vermengen zich met een herinnering.
Ik zie mezelf lopen op Rotterdam Centraal. Ik ben te laat en probeer gauw de route uit te stippelen. Ondertussen moet ik twee belletjes wegdrukken en loopt mijn telefoon vast. Die hoge hakken waren ook niet zo handig.
Ik vertraag mijn pas als de eerste klanken mijn oren bereiken. Op de stationspiano speelt een jongen. Dikke jas, bontkraag, Eastpak op de grond, een bakje druiven op de klep.
De telefoon gaat in mijn zak.
Na een tijdje wil ik de jongen bedanken voor zijn pianospel, maar zoete klanken omlijsten nog de stilte die daarvoor nodig is. Ik wil ze niet breken door te klappen en vis pen en papier uit mijn tas. Even zoek ik naar woorden, dan krabbel ik wat neer. Een stil applaus.
‘Voor jou. Bedankt.’ Ik leg het kaartje naast het bakje druiven. Hij kijkt op en glimlacht. Zijn handen spelen door. Zijn muziek.
In het donkere theatertje vallen de instrumenten stil, het publiek staat. De man met de kleine trommel lacht ons toe. Wij applaudisseren en lachen terug.