Hier pakt de politie je slaapzak af en geeft de buurvrouw je een bed

Tomas Vanheste
Correspondent Europa tussen macht en verbeelding
Illustratie: Rosanne van Leusden (voor De Correspondent)

In Brussel vangen gewone mensen elke nacht honderden dakloze migranten op. Ze nemen de verantwoordelijkheid op zich die de overheid afwijst en ontfermen zich over de restjesmensen van het Europese asielbeleid.

Tussen een kantoorkolos van een energiemaatschappij en enkele troosteloze woonflats ligt een stukje groen met wat aftandse speeltoestellen en een voetbalkooi. Op deze desolate plek, getooid met de chique naam Maximiliaanpark, Tot de politie begon ze Want een tweede dat willen ze in België niet.

Het Maximiliaanpark is de schroeiplek van het Europese migratiebeleid in de hoofdstad van de EU. Hier duiken mensen op voor wie Europa de poorten angstvallig gesloten wil houden. Een wettelijke ingang is er niet. Wie de herberg toch weet binnen te komen, heet Of nog erger: illegaal. Dat stempel krijgt iedereen die zich niet aan de houdt en geen asiel aanvraagt in de al overbelaste landen van eerste aankomst, vooral Italië en Griekenland.

Bed, bad en brood aan deze ongenode gasten aanbieden wil de Belgische overheid niet. Want dat zou weleens nog meer kostgangers kunnen lokken. Het liefst sluit ze de indringers op, om ze daarna snel op het vliegtuig naar huis te zetten. En om de te verwijderen personen te identificeren, werkt ze zonder gêne samen met dictaturen.

Het Maximiliaanpark is de schroeiplek van het Europese migratiebeleid

Maar veel burgers kunnen het niet langer aanzien. Zij hebben zich verenigd in een burgerinitiatief. Elke avond verzamelen zich in het park vele gastgezinnen die een slaapplaats aanbieden aan de honderden migranten die de politie verhindert in het park te slapen. De besloten waarop de gastgezinnen ervaringen uitwisselen, telt intussen bijna negentienduizend leden.

Wat vrijwilligers in het park doen

Bij de achterbak van een auto die aan de weg langs het Maximiliaanpark is geparkeerd, verdringen zich vroeg in de avond een stuk of dertig mannen. Moeder Katia en dochter Sheena delen er schoenen en kleren uit. Katia zamelt geld bij vrienden in en koopt er afgeschreven partijen schoenen, sokken, handschoenen en mutsen mee op. Drie à vier keer per week komt ze ’s avonds naar het park om spulletjes uit te delen aan de migranten.

‘Dit zijn mensen als gij en ik,’ zegt Sheena terwijl haar moeder nog druk in de weer is. ‘En dan worden ze als beesten behandeld. Elk mens heeft recht op een bed.’ Terwijl we staan te praten, stapt een forse man op ons af. ‘You have big warm coat?’ vraagt hij.

Als moeder en dochter weer vertrokken zijn, loopt een vrouw alleen het donkere park in. ‘Waar zijn je kameraden?’ vraagt ze even later aan een jongen die op haar afkomt. De dag daarvoor was ze voor het eerst naar het park gekomen en had ze hem samen met drie anderen mee naar huis genomen. Zij proberen die nacht de oversteek te maken naar Engeland, vertelt de jongen die uit Soedan komt en vijftien jaar oud is. Het kanaal over, dat is ook zijn grote droom. Waarom? ‘I love London,’ zegt hij in zijn beste Engels.

De vrouw, Alice Picard, neemt met die ene gast geen genoegen. Op de dagen dat haar dochter bij haar ex-man is, heeft ze plek voor vier. Als er nog drie mannen gevonden zijn, geeft ze hun voornamen door aan de coördinatoren van het burgerplatform.

Enkele dagen later laat Alice weten dat het allemaal goed is verlopen. Via Skype sprak ze de moeder van de jongen van vijftien. ‘Ze vertelde me van alles wat ik niet kon begrijpen. Maar haar gebarentaal zei genoeg. Ze stuurde me tientallen kussen.’

Waarom Alice het doet? ‘Omdat ik het kan doen. Omdat ik het niet verdraag te weten dat ze daar buiten zijn. Omdat ik een mama ben en weet dat er ergens mama’s zijn die zich zorgen maken over hen. Omdat we met elkaar verbonden zijn,’ legt ze uit.

Het gedrag van de overheid vindt Alice een vorm van plichtsverzaking, die getuigt van stuitend cynisme. Wat ze zou moeten doen? Zorgen voor opvang die de naam waardig is. Met behoorlijke sanitaire voorzieningen en de broodnodige maaltijden. Voor psychologische en juridische begeleiding. En vooral: ophouden te steunen op burgers en zelf hun werk doen.

De staatssecretaris die wil #opkuisen

Daar voelt de staatssecretaris van Migratie en Asiel Theo Francken, de rouwdouw van de Belgische regering en van Vlaanderen, niets voor. Hij was toen de minister-president van het gewest Brussel in september het plan lanceerde een opvangplek voor de migranten te openen.

Voor Francken is het simpel: dit zijn mensen die de oversteek willen maken naar Engeland en zich illegaal op het Belgische grondgebied bevinden. Na een politieactie in het Maximiliaanpark zette hij half september een post op Facebook die hij afsloot met #opkuisen. Toen daar commotie over ontstond, legde hij uit. ‘Ik kuis geen mensen op. Ik kuis problemen op.’

Dat opkuisen bestond uit het oppakken van mensen in het park en hen in gesloten centra zetten, met als doel hen uit te wijzen. Al ontkende de Belgische regering het stellig, uit documenten zou blijken dat de politie in september zelfs werkte volgens De bedoeling was elke dag tussen de twintig en dertig mensen op te pakken.

Ook om mensen te identificeren en terug te sturen. Dat riep grote verontwaardiging op. Hoe kun je nu samenwerken met een bruut regime waarvan de leider door het Internationaal Strafhof wordt gezocht wegens oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid?

Voor Francken is het simpel: dit zijn mensen de die zich illegaal op Belgisch grondgebied bevinden

Achteraf gezien is het niet handig dat hij met die Soedanese ambtenaren op de foto ging, gaf Francken onlangs toe in met als veelzeggende kop ‘Iemand moet zijn handen vuil maken.’

Het is een opvatting die perfect past in het huidige Europese politieke klimaat. Er heerst het geloof dat we om de migratiestroom te beteugelen niet anders kunnen dan dealtjes sluiten met niet al te frisse regimes. De Europese leiders zijn er dan altijd met de kippen bij om te verzekeren dat alles natuurlijk gebeurt binnen de regels van het Europees en internationaal recht. En dat verzekert ook Francken: inhoudelijk en juridisch is het inschakelen van de Soedanese ambtenaren perfect verdedigbaar.

Dat is alleen zeer de vraag. Een Luikse rechter in oktober dat de identificatiemissie en de uitzettingen verboden waren. Maar Francken noemde dat bizar.

Zijn redenering is: deze mensen vragen geen asiel aan, en zijn dus niet bang voor politieke vervolging. Geen belemmering dus om ze het land uit te knikkeren.

Maar zo eenvoudig is het vaak niet. Veel van deze Soedanezen zouden wel asiel in België willen aanvragen, maar kunnen dat niet, omdat hun vingerafdruk al in Italië is genomen. Daar is geen ontsnappen aan. Volgens worden mensen die weigeren met geweld gedwongen om hun vingerafdruk af te staan.

Als die eenmaal is gezet, moeten ze volgens de Dublinregels in Italië asiel aanvragen. Maar het Italiaanse asielsysteem kan het grote aantal mensen De situatie in de opvangkampen is De wachttijden zijn er eindeloos. En als het de migranten al lukt er asiel te krijgen, weten ze dat ze in Italië

Vandaar dat velen proberen door te reizen naar elders in Europa. Waar de overheid ze ziet als illegale indringers en de politie hen poogt op te pakken.

Verdubbelen capaciteit gesloten centra

Het lot van in het park opgepakte migranten is onduidelijk. ‘Jammer genoeg worden hun persoonlijke spullen afgepakt, ook hun telefoon,’ zegt Nel Vandevannet van Dokters van de Wereld. ‘Daardoor is contact niet meer mogelijk.’

Ik spreek haar in de trein, als ze onderweg is naar een overleg aan de Belgische kust. Daar willen de meeste gemeenten niet eens over opvang praten. Maar het helpt niet het bestaan van deze migranten te ontkennen, vindt Vandevannet. Ze zijn de nieuwe nomaden van Europa. Ze komen naar trampolinestad Brussel om van daaruit telkens weer de sprong naar Engeland te wagen. Brussel is een knooppunt van verkeersaders richting havensteden als Calais, Zeebrugge en Antwerpen. En in de metropool is het makkelijker zich te verstoppen.

Dat lukt niet altijd. Bij politieacties worden migranten opgepakt, veel van hen zijn in gesloten centra vastgezet. Soms ‘Heel problematisch,’ vindt Vandevannet. ‘Minderjarigen, daar is internationale rechtspraak over, mogen nooit omwille van migratie vastgezet worden.’

In de metropool Brussel is het makkelijker zich te verstoppen dan in Calais of Zeebrugge

In december 2016 de mensenrechtencommissaris van de Raad van Europa Francken op te stoppen met het vastzetten van migrantenkinderen en in de Belgische wet vast te leggen dat dit verboden is. Maar Francken trekt zich daar niets van aan. In zijn jongste schrijft hij dat hij de capaciteit in gesloten centra wil verdubbelen naar meer dan duizend plaatsen en uitbreiden met familie-eenheden waar ook minderjarigen kunnen worden vastgezet bij ‘manifeste weigering terug te keren.’

Vandevannet is bang dat in die centra de naar België gehaalde Soedanezen vrij spel hebben bij het identificeren en terugsturen van landgenoten. ‘Wij hebben er de middelen niet voor. Maar we zouden graag hebben dat een journalist eens een teruggestuurde Soedanees achternareist en onderzoekt wat er met hem gebeurt.’

De politie had als argument voor de acties in het park dat zich tussen de migranten mensensmokkelaars bevinden. ‘Dat is een vicieuze cirkel,’ zegt Vandevannet. ‘De legale weg ergens te geraken is er niet. Dus doen mensen beroep op smokkelaars.’

Het is ook de redenering die de Europese Commissie hanteert bij het verdedigen van de afspraken met de Libische kustwacht en wij willen de macht van de mensensmokkelaars breken. Maar dat ze die juist werk verschaffen door alle wettelijke wegen naar Europa af te sluiten, vertellen ze er niet bij.

De afgelopen weken houdt de politie zich rustig in het park. Het burgerinitiatief heeft de burgemeester van Brussel zover gekregen het park te beschouwen als een soort humanitaire zone, in de avonduren als de gastfamilies er de migranten komen oppikken. En de burgemeester is in België bevoegd over de inzet van politie op zijn grondgebied.

Al wil de Belgische regering het niet, volgens de jongste berichten zal op initiatief van het burgerplatform op 1 december in Haren, een randgemeente van Brussel, een opvangplek voor vijftig à honderd migranten de deuren openen. Verder heeft Dokters van de Wereld bedongen dat de migranten straks ook terechtkunnen in de winteropvang voor daklozen. Maar waar en wanneer die dit jaar opengaat, is nog ongewis.

Muts en mantel, soep en brood, babbel en advies

Intussen proberen het burgerinitiatief en een aantal ngo’s de ergste noden te lenigen. Vlak bij het park, in een aftands flatgebouw, richtten enkele organisaties een humanitaire hub in waar migranten terechtkunnen voor medische bijstand en warme kleren.

Laureen Van Assche van Oxfam, de organisatie die de kleding uitdeelt, heeft een lange lijst van spullen waar de grootste vraag naar is. ‘Schoenen, slaapzakken, warme jassen, lange onderbroeken zoals onze grootouders droegen, handschoenen, sweaters, mutsen, bidtapijtjes,’ somt ze op.

De hele middag komen migranten langs. Een man uit Eritrea steekt een sweater omhoog die hij net heeft gekregen. ‘Dit is heel mooi,’ zegt hij enthousiast. ‘God is er,’ zegt hij.

Toch is het lot hem vandaag niet goed gezind. De politie heeft hem een brief gegeven. Het is een bevel het grondgebied van België vandaag te verlaten. Normaliter is de termijn dertig dagen.

Of hij asiel wil aanvragen weet hij nog niet. Eerst gaat hij overleggen met een door Vluchtelingenwerk Vlaanderen beschikbaar gestelde advocaat. Maar zijn kansen zijn gering. Want zijn vingerafdrukken zijn al in Italië genomen. En van mogelijke uitzonderingsgronden op de Dublin-regel, zoals bijzondere medische omstandigheden, is bij hem geen sprake.

Het is een verhaal dat veel migranten in het park vertellen. Op de vraag waarom ze niet in België willen blijven, antwoorden ze door hun vingers te tonen. In Engeland denken ze makkelijker in het illegale circuit te kunnen verdwijnen en werk te kunnen vinden. Ze zijn het product van een Europees asielbeleid dat een onevenredige druk legt op de landen aan de Middellandse Zee waar de migranten voet aan wal zetten.

‘Ik ben zo moe, vannacht heb ik niet geslapen,’ zegt de Eritreeër. En hij legt zijn hoofd op tafel.

Even later veert hij weer op en vertelt over de familie die hem enkele dagen eerder uit het park oppikte. ‘Zulke aardige mensen. Zoiets heb ik in mijn leven nog niet meegemaakt. Ze lieten gewoon hun huissleutels achter, toen ze naar hun werk gingen en hun kinderen naar school brachten. Ik bid God om ze een lang leven te geven.’

Hij is uitgeput en hongerig en vraagt of er ergens in de buurt voedsel wordt uitgedeeld. Een vrijwilligster geeft hem haar mandarijn.

’s Avonds rond half acht staat het Rode Kruis aan de rand van het Maximiliaanpark met bakken eten en koffie. Tussen de middag kunnen mensen een paar honderd meter verderop bij Vluchtelingenwerk Vlaanderen terecht voor soep en brood, een babbel en advies. Maar dat is eigenlijk bedoeld voor mensen die wél asiel willen aanvragen.

Een van hen vertelt somber dat hij al in Griekenland asiel heeft aangevraagd maar daar vijf jaar in een kamp heeft gezeten, en toen maar verder is gereisd. ‘Je moet je niet te veel ongerust maken,’ zegt een vrijwilligster. ‘België kent de problemen in Griekenland. Ze gaan je niet terugsturen.’ Zij die via Griekenland zijn gekomen, zijn de gelukkigen. Maar sinds de EU-Turkijedeal zijn dat er niet veel meer.

Als de zestig eters weer zijn vertrokken, zit de groep vrijwilligers bij elkaar. Studenten verpleegkunde komen voorlichting geven over tuberculose. De risico’s zijn niet heel groot, verzekeren ze. Een raam openzetten en mensen vragen in een tissue te hoesten en het daarna weg te gooien, verlaagt de kans van besmetting.

Aandoeningen aan de luchtwegen ziet ze het meest, zegt een medewerkster van Dokters van de Wereld. Verder schurft, tandpijn en tal van psychologische problemen als depressies en posttraumatische stressstoornis.

Juist op een moment dat het onthaal van Dokters van de Wereld niet open is, wordt een man die op het bankje bij de kledinguitdeling van Oxfam zit te wachten ernstig onwel. Onder zijn kameraden ontstaat paniek. Laureen van Oxfam belt snel een ambulance, die hem vijf minuten later afvoert.

‘We doen wat we hier doen omdat het hard nodig is,’ zegt Laureen. ‘Maar eigenlijk is het de taak van de overheid. Wij vinden dat het niet kan dat de overheid alleen zijn verantwoordelijkheid neemt als iemand asiel aanvraagt. Alle mensen hebben basisrechten.’

Ze verwijst naar het Europees Sociaal Handvest. Daarin is te lezen dat ieder mens recht heeft op basisvoorzieningen. Op die grond oordeelde het Europees Sociaal Comité in november 2014 in twee over Nederland dat ook ‘irreguliere’ migranten aanspraak kunnen maken op bed, bad en brood.

Het Maximiliaanpark is een symptoom van het Europese migratiebeleid, vindt Laureen. ‘Oxfams standpunt is dat er geen migratiecrisis is, maar dat die is ontstaan door de Europese reactie, door migratie alleen als een probleem te zien en geen legale routes te creëren. Het is een rechtstreeks gevolg van het EU-beleid dat hier mensen in het park naar een slaapplek zoeken.’

De mooiste mensen van de wereld

Op een gure dinsdagavond komt Medhi Kassou iets na negenen het park in gestoven. Hij is de woordvoerder van het burgerplatform. Maar de groep heeft een nog betere pr-man, zegt hij lachend: Francken. ‘Toen hij had gezegd dat hij de boel ging opkuisen, lieten we op internet foto’s zien van wat er gebeurde. En in geen tijd schoot het aantal leden van duizend naar vijfduizend omhoog.’

De goed van de tongriem gesneden Kassou loopt al handenschuddend, schouderklopjes uitdelend en brandjes blussend door het park rond.

Hij en de andere vrijwilligers proberen de mensen die kinderen hebben of ziek zijn als eerste onder te brengen. De gezonde jongemannen moeten soms uren wachten tot ze zijn toegewezen aan een gastfamilie die hen wil meenemen. Een jonge vrijwilligster bijt van zich af als een van hen boos aan haar jasje trekt. ‘Ik ben elke avond vijf uur aan het werk om een plek voor jullie te vinden. Ik had net een gezin voor je gevonden, maar nu laat ik een ander voorgaan.’

De rest van de avond blijven de vrijwilligers in de chaos van het park zoeken naar matches tussen groepjes migranten en gastgezinnen.

Die zijn er van alle leeftijden. Een groep studenten neemt vier mannen mee om in de huiskamer van hun studentenhuis te slapen te leggen. Een statig echtpaar van rond de zeventig heeft een kamer over voor twee gasten. Net als Inke Daems en haar dochter. Ze zijn sinds drie weken lid van het burgerplatform en willen elke week één avond mensen meenemen. ‘Dat leek eng, maar is supergemakkelijk en leuk,’ zegt Inke. Waarom ze het doet? ‘Ik kan niet tegen het idee dat mensen twee kilometer van mijn huis buiten moeten slapen en de politie hun slaapzakken afpakt.’

Het is dankbaar werk, vindt Kassou. Hij kent gastgezinnen die reageerden met ‘je gaat onze vrienden toch niet afpakken?’ toen er sprake van was dat er officiële opvang zou komen. Hij hoort ook steeds vaker dat migranten eigenlijk in België willen blijven. ‘Ze zeggen: de mooiste mensen van de wereld zijn de Belgen.’

Meer lezen?