Wat ik leerde op een onderwijsconferentie in Qatar
In mijn vorige nieuwsbrief schreef ik dat ik op de World Innovation Summit for Education (WISE) in Qatar was, een tweedaagse conferentie over onderwijs en innovatie. Waarom in Qatar? Omdat er ook in het onderwijs veel geld te verdienen is, zo leerde ik. Een reisverslag in leerzame momenten.
Les 1. We moeten waken voor sluipende privatisering
In de bus op weg naar het hotel raak ik in gesprek met twee Argentijnse journalisten. Ze vragen of ik weleens in Zuid-Amerika ben geweest. Ik zeg van niet, en voeg eraan toe dat ik vaak in Azië ben geweest. Ik wil immers overkomen als een jongen van de wereld.
‘That’s a whole different continent, but okay.’
Ik mag ze wel. We praten wat over traditionele gerechten - ze zijn verbaasd dat ik weet wat empanadas zijn en ik leg uit dat we in Nederland onze aardappelen graag stampen- en ik stel de voor de hand liggende vraag: hoe staat ‘t ervoor met het Argentijnse onderwijs?
70 procent van het onderwijs in Argentinië is publiek, vertelt een van hen, 30 procent is privaat. In Buenos Aires is de verdeling 50/50. Ze verwachten dat het Argentijnse onderwijs nog veel geprivatiseerder zal worden in de toekomst. ‘There’s no way back.’ Rijke ouders willen hun kinderen nu eenmaal naar private scholen sturen, ook al presteren die niet beter op landelijke examens. Het leidt tot een tweedeling in de Argentijnse samenleving.
Ik vertel ze over het Nederlandse systeem, en dat rijke ouders hun kinderen vooral naar private scholen sturen als ze het niet halen binnen het ‘gewone’ systeem.
‘Ah, sounds like Argentina 30 years ago.’
Les 2. Ik ben een waardeloos netwerker
Niet alleen ben ik m’n visitekaartjes vergeten mee te nemen, ook stamel ik me maar een beetje door gesprekken heen als ik m’n teksten niet vooraf heb uitgeschreven of acht bier op heb. En een biertje kost acht euro in Qatar.
De Amerikaan die me in de conferentiehal aanspreekt heeft duidelijk meer training gehad. ‘Hey buddy,’ is zijn opening, gepaard met een hand op m’n schouder. Binnen een minuut weet ik alles over zijn boek (Hack Your Education) en sta ik met z’n visitekaartje in m’n hand weer alleen voor het lunchbuffet van het conferentiecentrum.
Les 3. Investeerders zien de overheid als hindernis
Ik weet niet wat ik hoor tijdens de ‘innovators and investors roundtable’ op dag 1. Aan tafel zitten onderwijsinvesteerders, onder andere uit Silicon Valley.
De gespreksleider vraagt waarom je zou investeren in iets wat zo gereguleerd wordt door overheden.
Het antwoord: het hele onderwijsmodel moet op de schop. De kwaliteit van onderwijs is niet zo moeilijk te meten, is het geloof, en door middel van technologie kunnen bedrijven van een afstand de kwaliteit van heel veel scholen meten. Zo kan er winst gemaakt worden.
Overheden worden door de panelleden als een probleem gezien. ‘The biggest resistance is governments.’ Daarom is het slimmer om in Afrikaanse landen te investeren waar overheden zwak zijn. Daar kan het onderwijs niet zonder privaat geld.
Een Zweedse investeerder ziet dat er de afgelopen jaren ook in het Westen langzaamaan toch iets aan het veranderen is: de ministers van Onderwijs die hij spreekt, zijn veel meer dan voorheen bereid te praten met investeerders.
Les 4. Wat techbedrijven willen: betaal ons naar prestaties
Op dag 2 schuif ik aan bij een gesprek over de financiering van onderwijs - ‘a trillion dollar opportunity for investors’-, deels met dezelfde panelleden als een dag eerder. Eén ding wordt me heel duidelijk: voor investeerders is het heel belangrijk dat het onderwijs meetbare resultaten kent.
Greg Mauro, oprichter van het grootste investeringsfonds in onderwijstechnologie, beredeneert dat als volgt: ‘Technologie zorgt ervoor dat onderwijs tot meetbare resultaten kan leiden, waardoor bedrijven op kunnen schalen. Het gevolg is dat overheden kunnen betalen voor die resultaten. We hebben overheden nodig die erop vertrouwen dat ze kunnen investeren in private bedrijven.’
Mauro noemt Bridge International Academies als goed voorbeeld. Die privéscholen in Afrikaanse landen laten volgens hem zien dat private investeringen kunnen leiden tot betere resultaten op nationale examens.
Ik ken een heel ander verhaal over Bridge, namelijk het verhaal dat Maria Hengeveld eerder voor De Correspondent schreef . Zij concludeerde na maanden onderzoek: ‘Duidelijk is dus dat het model van Bridge, met zijn curriculum, goedkope leraren en vertrouwen in data, niet werkt. Omdat kwaliteitsonderwijs geen universeel script kent en betekenisvolle leeruitkomsten zich niet in zelfgemeten evaluaties laten vatten.’
Les 5. Europa speelt een bijrol
Het doemscenario laat zich eenvoudig schrijven: in de toekomst is het onderwijs volledig uitgeleverd aan bedrijven die leven op data. Het onderwijs verschaalt daarmee tot dat wat meetbaar gemaakt kan worden, terwijl onderwijs veel meer is dan dat.
Maar zo’n analyse is veel te kort door de bocht. Het is misschien wat techinvesteerders willen, maar dat betekent nog niet dat dat ook is wat ons te wachten staat.
16 procent van de ruim 2.000 aanwezigen op deze conferentie komt uit Europa. En na twee conferentiedagen denk ik eigenlijk: Europa doet er niet zo toe voor investeerders. Europese overheden zijn te sterk, waardoor het door investeerders geliefde dataonderwijs maar moeilijk van de grond komt. Wie echt veel geld wil verdienen, moet investeren in onderwijs in Amerika of Afrika.
In het vliegtuig terug slaap ik een paar uur en kijk ik acht afleveringen Friends.
Met groet,
Johannes