Deze week was Bruno Latour in Amsterdam. Hij is een van de bekendste filosofen van deze tijd, vaste prik in iedere cursus wetenschapsfilosofie, en fel criticus van het idee dat we ooit in het ‘modernisme’ hebben geleefd. We zijn nooit modern geweest heet een van zijn bekendste boeken.

Hij sprak maandagavond in de Lutherse Kerk en dinsdagavond in het Veem House for Performance over de Nederlandse vertaling van zijn laatste boek, (deze week verschenen bij uitgeverij Octavo, vertaald door Rokus Hofstede en Katrien Vandenberghe).

Beide avonden trok hij een volle zaal - met recht. Oog in oog met Gaia is een prikkelend boek vol scherpe analyses van onze tijd. Het deed me veel beter begrijpen waar ik zelf zo vaak over schrijf - klimaatverandering.

Latours these is dat het toneel waarop de wereldgeschiedenis zich afspeelt, nu zelf in beweging is gekomen en een rol opeist. Dat is wat het betekent om in ‘het antropoceen’ - het geologisch tijdperk van de mens - te leven: we leven onder continue dreiging van een Aarde (hij schrijft het bewust met hoofdletter) die ‘reageert op onze poging tot heerschappij,’ die geheel is beïnvloed door ons en die alles wat wij doen weer beïnvloedt.

Vergelijk het met hoe schrijver Jessie Greengrass - in een boek dat ik kort besprak – een koude winter beschrijft: ‘a force in opposition, a way of being rather than a backdrop.’

Dat levert een complex samenspel op tussen menselijke activiteit en de natuurlijke wereld. Latour noemt dit samenspel, in navolging van de Britse filosoof James Lovelock, Gaia. (Dat woord verwijst naar een mythologisch personage uit de Griekse oudheid, de godin Aarde.)

Bruno Latour in het Veem House for Performance

Hoe bereiken we duurzaamheid als we over oorlog praten?

Het Veem House for Performance had me gevraagd een vraag voor te bereiden en die aan Latour te stellen. Ik besloot te vragen naar de zevende ‘lezing’ (het boek is een verzameling van acht lezingen die Latour in 2013 hield en die hij sindsdien heeft herzien en aangevuld) over ‘oorlog en vrede.’

Hij gebruikt in deze lezing eerder werk van Carl Schmitt, de rechtsfilosoof van het Derde Rijk, om te bepleiten dat we in dit tijdperk bereid moeten zijn te erkennen dat we ‘in oorlog’ zijn en dat wij, die ons zorgen maken over de toekomst, vijanden hebben. Het is een stelling die gemakkelijk verkeerd geïnterpreteerd kan worden (alleen al dat hij met Schmitt werkt...) en die bovendien op gespannen voet staat met een ander deel van Latours boek, waarin hij stelt dat het antropoceen nieuwe vormen van solidariteit aan alle aardbewoners opdringt - we worden immers allemaal geraakt door de gevolgen van klimaatverandering.

Hoe kun je tegelijkertijd spreken over oorlog én solidariteit, En als je spreekt over vijanden, wie zijn die vijanden dan?

Hier vraag ik Latour naar zijn ideeën over oorlog en vrede. Foto: Rokus Hofstede

Zijn antwoord was verhelderend en wordt de basis van een stuk dat ik hierover wil gaan schrijven. De verklaring van ‘oorlog’ betekent niets meer en niets minder dan de erkenning dat er geen scheidsrechter is die de uitkomst bepaalt, zei Latour. En dat blijkt te kloppen: Trump bijvoorbeeld kan het Verdrag van Parijs opzeggen en klimaatverandering ontkennen - een oorlogsverklaring aan de rest van de wereld if ever there was one.

De mensen op Aarde zijn het niet alleen oneens over de toekomst, zoals tegenstanders in een debat, zij streven naar fundamenteel andere doelen, en dus moeten ze bereid zijn elkaar tot vijand te verklaren. Dat is de basis van het bedrijven van politiek, schrijft Latour. Wat dan volgens Latour weer niet betekent dat je je vijand moet haten, of geweld moet gebruiken om hem te bestrijden - hij is niet oorlogszuchtig, schrijft hij zelf.

De herontdekking van de grond waarop we staan

Het blijft explosieve materie, en ik wil er nog veel meer tijd mee doorbrengen voordat ik er uitgebreider over schrijf. Het interessantst is Latour overigens niet als hij over oorlog schrijft, maar als hij suggereert waar we naartoe moeten. Hij pleit voor een herontdekking van de Aarde en van de politiek; we moeten ons opnieuw bezighouden ‘met het klimaat, met het toebehoren aan de bodem, met het territorium.’

Die ‘bodem’ noemt hij vaker. Hij vindt het veelzeggend dat juist de zelfverklaarde ‘modernisten’ zo blind zijn voor de grond waarop ze staan. Het is toevallig (of niet toevallig) een thema dat mij op dit moment ook bezighoudt.

Henk den Hartog voor de compost die hij maakt.
Compostering op de boerderij van Henk den Hartog.

Op dezelfde dag dat ik Latour een vraag mocht stellen, ging ik op bezoek bij Henk den Hartog, een melkveehouder vlak bij Abcoude, die op grote schaal compost maakt en daarmee zijn bodem voedt. Hij gebruikt geen gif, en vertelde me dat hij in feite dagelijks ‘aan het filosoferen’ is over de beste manier om met zijn land en dieren om te gaan. Hoe kun je natuurlijke processen nabootsen en biodiversiteit behouden, vraagt hij zich dan bijvoorbeeld af.

We spraken er uitgebreid over, wat de basis gaat vormen voor een artikel over de werkelijke kosten van onze hedendaagse voedselvoorziening.

Er is dringend behoefte aan alternatieven voor de conventionele landbouw en het gaat nog niet de goede kant op: in Europa werd deze week besloten dat het omstreden gif glyfosaat voorlopig niet wordt verboden. Tomas Vanheste en ik schreven eerder NRC Handelsblad beschreef dat glyfosaat nu al problemen geeft

Verder in deze eclectische week

Shell stelde een doel om de uitstoot van zijn producten te verlagen. Daarmee erkent het bedrijf dat het verantwoordelijk is voor de uitstoot van zijn klanten. is een stap in de goede richting, maar let op: het doel is een relatieve vermindering van de CO2-uitstoot van iedere eenheid energie die Shell levert. De olie- en gasgigant commiteert zich hiermee dus niet aan wat nodig is: een absolute daling van de uitstoot.

Rutte IIIwil inzetten op de ondergrondse opslag van CO2. Is dat een goed idee of niet? In een notitie verzamelde ik de stukken waarmee je zelf een mening kunt vormen. Er zitten ook verhalen bij over het opzuigen van CO2 (‘negatieve emissies’) en over het verstoken van biomassa in kolencentrales, twee technieken die zouden moeten bijdragen aan een vermindering van de uitstoot.

Kunnen we de natuur beschermen door haar waarde in euro’s uit te drukken? Een uitzending van Tegenlicht daarover vormde de aanleiding voor een goed gesprek op De Correspondent. Over de waarde van de natuur en de vraag

Tot de volgende,

Jelmer