Zo worden vloggende rappers ‘slapend rijk.’ En hierom zijn ze zo populair onder jongeren

Jonge rappers als Boef en Ronnie Flex bereiken hun publiek online. Traditionele media volgen pas later. Het boek Hiphop in Nederland biedt een blik in de hoofden van deze popsterren.
‘Op Me Monnie’ al gehoord? Dat is het muzikale debuut van de achttienjarige vlogger Famke Louise. De muziekvideo kwam 17 november op YouTube en is binnen twee weken vijf miljoen keer bekeken.
Niet dat iedereen het een goed nummer vindt. Integendeel: onder het filmpje zijn talloze reacties te lezen van mensen die het vreselijk vinden.
Maar voor Famke Louise maakt dat, commercieel gezien, niet uit. Want vandaag de dag geldt meer dan ooit: slechte publiciteit bestaat niet.
Vroeger moest je als artiest nog uitkijken platenlabels en radiozenders niet van je te vervreemden. Zonder label kon je geen liedjes opnemen en zonder radio werd je niet gehoord. Met andere woorden: je had distributie nodig. En distributie was schaars.
Ik vind het een geniale theorie
Nu is het anders. Iedereen met een smartphone kan een liedje met clip opnemen en op YouTube zetten. In die zee van aanbod is een nieuw schaars goed ontstaan: aandacht.
Vloggers begrijpen dit. Daarom bestoken ze hun publiek continu met nieuws en filmpjes om de aandacht vast te houden. Niet voor niets is de succesvolste rapper van het jaar, Boef, zelf ook vlogger. En niet voor niets is Boef te horen op een remix van ‘Op Me Monnie.’ Die remix staat nu al een paar dagen in de top van Spotify’s top 50 in Nederland
Vrijdag vertelde ik bij De Nieuws BV hoe deze YouTubesensatie ineens zo groot kon worden. Na de uitzending kwam mijn vriendin met een theorie waarvan ik wilde dat ik haar had bedacht.
Op YouTube staat dat ene $hoot2kill de beat van ‘Op Me Monnie’ maakte. Zij vermoedt dat daar een bekende hiphopproducer achter schuilt. En: dat de versie met Famke Louise een stunt is om de versie met Boef en Frenna een hit te maken.
Wie zou deze bekende producer kunnen zijn?
De eerste kandidaat was Jack $hirak, de producer van onder meer van ‘Drank & Drugs.’ Maar volgens zijn management heeft hij niks met ‘Op Me Monnie’ te maken. Het kan ook het werk van producersduo Project Money zijn. Zij maakten eerder beats voor Frenna’s act SFB.
De zoektocht naar de ware identiteit van $hoot2kill loopt nog. Maar ik vind het een geniale theorie, die naadloos past binnen de denkwijze van de nieuwe generatie rappende vloggers en vloggende rappers: alles draait om aandacht.
Wie wil begrijpen hoe deze hedendaagse popsterren denken en waarom ze mateloos populair zijn onder jongeren, raad ik aan Hiphop in Nederland van Rajko Disseldorp te lezen.
De tien rappers van dit moment
Ik las het boek in twee dagen uit. Het bestaat uit tien portretten van belangrijke Nederlandse rappers. Vijf van de nieuwe generatie (zoals Boef en Ronnie Flex) en vijf die al langer meedraaien (zoals Typhoon en Ali B). Mij fascineert vooral hoezeer de succesvolste jonge rappers inhoudelijk verschillen van de iets oudere.
Boef (1993), die zowel rapt als vlogt, zegt dat zijn focus altijd geld is geweest. Hij legt ook uit waarom: ‘Ik kom van niks. Mijn ouders hadden een uitkering, het was gewoon niet chill. Ik besefte altijd: de enige uitweg uit dit alles is geld verdienen.’
Ronnie Flex (1992) denkt niet in geld maar in aandacht. Hij zoekt erkenning voor zijn honderden miljoenen streams: ‘Voor die prestatie zou ik best wel jurylid kunnen zijn bij The Voice [...] ‘Ik hoef geen money, maar geef me op zijn minst een officiële waardering voor officiële cijfers.’
De oude garde lijkt minder op aandacht gericht. Neem Typhoon (1984), die geen bekende Nederlander wil uithangen: ‘Ik heb onlangs een boerderijtje gekocht om écht afgezonderd te kunnen leven. Of Fresku (1986) en Sticks (1982), die meer over familie dan fans praten.
Je zou kunnen denken dat het aan hun leeftijd ligt. Mensen worden volwassener, hun prioriteiten verschuiven. Maar ik luisterde als puber eindeloos naar hun muziek en volgens mij dachten deze oudere rappers al anders toen ze zelf jonger waren.
Het is een generatieverschil
Op ‘Zwarte Koffie’ (2005) rapt Sticks bijvoorbeeld ‘dat ik nog steeds af en toe vloeren reinig voor m’n werk, dat maakt me sterk.’ Vergelijk dat met deze liedtekst van Boef in 2017: ‘Ik doe mijn ogen dicht want ik word slapend rijk.’
Betekent dat dat muziek vroeger beter was? Dat denk ik niet. In de woorden van muziekproducer Pim van de Werken: ‘Ik denk dat muziek door de tijd heen niet beter of slechter wordt maar evolueert.’ Muziek past zich aan aan de heersende omstandigheden.
Die tekst van Sticks komt uit een tijd dat de platenindustrie instortte. Er viel steeds minder te verdienen met de verkoop van muziek. YouTube startte pas net en Spotify bestond nog niet. In dat klimaat kwamen artiesten bovendrijven die het niet deden voor de glitter and glamour. Nu wordt muziek in rap tempo meer geld waard en daar gedijen artiesten als Boef goed bij.
Het is geen harde regel
Toch wijken er ook een paar rappers af van deze tendens. Zo zegt de jonge Bokoesam: ‘Ik heb genoeg mensen geld zien verdienen die daar zoveel waarde aan hechtten dat alle andere dingen wegvielen, zodat ze uiteindelijk helemaal niets meer hadden. Daar zit je dan, met heel veel geld waar je eigenlijk niets mee kunt.’
En dan is er Ali B, de oudste van de tien geportretteerde rappers. Hij heeft duidelijk een commerciële visie en begrijpt de waarde van aandacht. In 2004 scoorde hij samen met Marco Borsato een nummer-1-hit met ‘Wat Zou Je Doen.’ Vervolgens werd hij jurylid en coach bij The Voice of Holland en The Voice Kids en een succesvol cabaretier.
Daar zit je dan, met heel veel geld waar je eigenlijk niets mee kunt
Dat hij ook nog goed kan rappen, bewees hij in 2015 met ‘Verslaafd.’ In 2016 volgde het album Een Klein Beetje Geluk. Maar Ali B drukt zijn stempel op de Nederlandse hiphop vooral als partner bij SPEC, het management van zowel Boef als Ronnie Flex.
SPEC vertegenwoordigt trouwens niet alleen rappers. Ook vlogger Monica Geuze is erbij aangesloten. Het zou me dan ook niets verbazen als Famke Louise de volgende aanwinst wordt.