Op de voorpagina gaat het over stalbranden, in de bijlage staan kalkoenrecepten
LEVE HET FEESTBEEST.
Met die leus bracht Volkskrant Magazine eind november een reportage over ‘de lekkerste scharrelkerstkalkoen.’ Het feestseizoen stond voor de deur, dus zette het Magazine confetti en een gouden strik op het omslag en ging het op bezoek bij een ‘uitstervende soort:’ de poelier.
Binnenin stonden portretten van poeliers en wildhandelaren - waaronder een bedrijf dat ‘wekelijks 70 duizend kilo wild en gevogelte’ bereidt.
Noem me een kniesoor, maar ik vind het obsceen dat een krant die het hele jaar vol heeft gestaan met nieuws over dierenmishandeling en stalbranden het ‘feestseizoen’ zó inluidt. In juni kwamen net over de grens in Duitsland nog 8.000 kalkoenen om het leven bij een stalbrand.
De poeliers die in beeld werden gebracht leveren ongetwijfeld kwaliteit en ik gun heus iedereen een vrolijk en onbezorgd kerstfeest. Toch vermoed ik dat verreweg de meeste kalkoenen die Nederlanders deze maand verorberen een erbarmelijk leven hebben gehad. Maar ondertussen vertelt de krant ons graag verhalen waardoor zelfs de sneuste kalkoen nog een glamoureus imago krijgt.
We krijgen steeds wisselende signalen
Misschien is het een teken van de tijd; dat er vrijwel gelijktijdig totaal tegenstrijdige verhalen over de wereld op ons worden afgevuurd. Dat we de ene werkelijkheid (het dierenleed) moeten ontkennen om de andere (het kerstdiner) te doorstaan.
We zoeken naar een duurzame verhouding met dieren, ecosystemen en het klimaat, maar worden ook doodgegooid met symbolen van het eenzijdige instrumentalisme dat dieren als objecten ziet die feestelijk gegeten kunnen worden, of trots aan de muur gehangen.
Alsof je de docu Cowspiracy kijkt terwijl je een emmer kippevleugels wegwerkt. Dat botst.
Ik zag het deze week ook in NRC Handelsblad. Op de ene pagina vat de tv-recensent een documentaire over milieuschandalen samen met de zin: ‘We zitten diep in de shit.’ Op de andere pagina prijst de NRC Webwinkel een ‘Solis Combi Grill 3 in 1’ aan.
Dit botst. Goeie kans dat de teflon in de anti-aanbaklaag van de raclettepannetjes van de combigrill uit de Dordtse fabriek Chemours komt, die in de documentaire als een van de beruchtste milieuvervuilers naar voren komt. De omgeving van de fabriek is zwaar vervuild met GenX, een giftige stof die wordt gebruik als hulpfstof voor de productie van teflon.
Dus: we zitten diep in de shit en maken ons zorgen over vervuiling, maar worden tegelijkertijd aangespoord om vooral meer vervuilende spullen te consumeren. Natuurlijk, een krant is een platform. Columnisten, redacteuren en advertentie-inkopers spreken niet met één stem. Maar het heeft wel iets waanzinnigs als hetzelfde medium beide berichten uitstuurt. De krant is zo zelf een schizofreen product, een diep tegenstrijdig pak papier.
Over deze splitsing – maak je zorgen / maak je geen zorgen – had ik het eens met een psycholoog. Zij noemde het ‘gekmakend’ om continu blootgesteld te worden aan boodschappen die elkaar ontkennen. ‘De essentie van gekmakend is dat je je in een onmogelijke positie bevindt,’ vertelde ze me. In de psychologie staat het bekend als een ‘dubbele binding’: reageren op de ene boodschap betekent dat je de andere negeert, en andersom.
Weet je nog, toen we dieren opaten?
Vooralsnog dragen veel media bij aan die gespleten werkelijkheid, door aan de ene kant problemen te beschrijven en die aan de andere kant met advertenties en voedsel- en lifestyle-bijlagen in stand te houden. Maar gelukkig zijn er ook tal van mensen op zoek naar een minder waanzinnige verhouding tot de werkelijkheid.
Een voorbeeld is de toneelvoorstelling Tenzij je een beter plan hebt van Rebekka de Wit en Anoek Nuyens. Zij zoeken naar een nieuw verhaal voor deze tijd en komen uit bij een nieuw verhaal over dieren. Misschien moeten we dieren en ecosystemen rechten toekennen om ze te beschermen, stellen zij voor. Over een eeuw of twee zullen we ons niet meer kunnen voorstellen dat het anders was; dat we scharrelkalkoenen ooit feestbeesten noemden en hertenhoofden in onze restaurants ophingen.
Na de voorstelling nodigen De Wit en Nuyens steeds mensen uit om op het podium mee te denken over hun voorstel. Het levert een interessante serie podcasts op, die je op hun site of in iTunes kunt luisteren. Onder andere te gast geweest zijn Ester Ouwehand (Partij voor de Dieren), Mathias Bienstman (klimaatactivist en schrijver) en Erno Eskens (dierenrechtenfilsoof).
In oktober mocht ik ook aanschuiven - we spraken over de rol van de journalistiek, het ondoorgrondelijke bodemleven, de mogelijkheden van het recht en het voorzorgsprincipe. Hier (of in iTunes dus) terug te luisteren.
Wil je niet iets luisteren maar iets doen: sluit je dan aan bij de Overstap10daagse. De komende tien dagen stappen duizenden mensen over naar een groene bank en groene energieleverancier. Lees hier waarom dat een goed idee is en hoe je mee kunt doen.
Hoe halen we zoveel mogelijk energie uit de zon?
Achter de schermen ging ik deze week verder met het onderzoek voor een stuk dat ik eerder aankondigde over de groei van duurzame energie. Wie alvast bijgepraat wil worden; er staat een schat aan leerzame en toegankelijke lezingen online:
- Bij de Universiteit van Nederland sprak zonne-energieprofessor Wim Sinke over de vraag: hoe halen we zoveel mogelijk energie uit de zon?
- Op hetzelfde podium schetste transitie- en mobiliteitsexpert Auke Hoekstra (Eindhoven University of Technology) de toekomst van de elektrische auto.
- En bij een Amerikaans energie-evenement sprak futurist Tony Seba over de processen die ten grondslag liggen aan ‘schone disruptie.’
Als je deze lezingen – en eventueel ook nog deze van Michael Liebreich – kijkt, ben je al heel aardig bij. Een ding dat ik ga proberen te vermijden in mijn stuk is spreken over ‘disruptie.’ In dat woord zit de suggestie dat de dingen na de ‘disruptie’ weer ‘normaal’ worden. Wat niet zo is en, gezien klimaatverandering, ook nooit meer zo zal zijn (sorry).
De dodelijk mooie stad waar geen wegen naartoe lopen
Verder publiceerde ik deze week over de (hierboven al genoemde) documentaire Beerput Nederland. Daarin staat de medeplichtigheid van de overheid bij decennialange overtredingen van de milieuwet centraal. Ik interviewde criminologe Karin van Wingerde over de vraag: waarom verzaakt de overheid? Het gesprek onder het artikel leverde tientallen interessante bijdragen op - zeker het nalezen waard.
Een leestip tot slot: The New York Times ging kijken in Norilsk, de stad tweehonderd kilometer boven de poolcirkel waar geen wegen naartoe lopen maar waar wel heel veel koper, kobalt, en palladium wordt gewonnen - grondstoffen die onder meer in onze mobieltjes zitten. Het is de koudste en een van de meest vervuilde steden op aarde. Hier de mooie reportage over een onwaarschijnlijke stad.
Voor wie meer wil: collega Tomas Vanheste tipte al eens een prachtige poëtische film over Norilsk. ‘Ondanks de horror, de fabrieken, de schoorstenen, de rook is dit allemaal zo mooi,’ zegt een vrouw in de film. Betoverend, zoals Tomas al schreef.
Tot de volgende,
Jelmer
P.S. Ik ben volgende week afwezig, dus deze lange nieuwsbrief telt voor twee. Zoek je nog een cadeau voor de kerst? Je kunt De Correspondent geven!