Dat kan ik bevestigen noch ontkennen Lang lang geleden versloeg ik een moordzaak en sprak ik met mensen in een volkswijk. Op mijn vraag aan een buurtbewoner of zij het slachtoffer kende, antwoordde zij: ‘Dat kan ik bevestigen, noch ontkennen.’ Iedere journalist kent deze zin en meestal wordt die uitgesproken door gladde pr-medewerkers of paniekerige woordvoerders. De zin is bedoeld om iets te verhullen, om openbaarheid te voorkomen, om de journalist voor een dilemma te stellen. In een leuke podcast van Radiolab gaat een journalist terug naar de oorsprong van deze dooddoener, ook wel ‘glomar’ genoemd. En het spoor leidt naar de bodem van de oceaan en twee grote mogendheden die geen gezichtsverlies wilden lijden. (Dimitri Tokmetzis) Neither confirm nor deny (25 minuten) Hoe Michel Gondry zijn gesprek met Noam Chomsky zelf animeerde Een intrigerend uitgangspunt: de verfilming van de ontmoeting tussen het verstrooide Franse filmgenie Michel Gondry en de invloedrijke taalwetenschapper en politiek activist Noam Chomsky. Het resultaat: de film ‘Is the Man Who Is Tall Happy?’, een gesprek over Chomksy’s bijzondere academische prestaties, die onder meer via iTunes gedownload kan worden. Gondry neemt in de film geen genoegen met de klassieke opzet van het gefilmde interview, maar zet animatie op wonderbaarlijke wijze in om belangrijke passages te verbeelden. Zo leer je in deze making-of niet alleen Chomsky kennen, maar kom je ook te weten dat Gondry zelf thuis alle stopmotionanimaties met de hand tekent. (Harald Dunnink, hoofdontwerper) Animating Noam Chomsky, An Afternoon With Michel Gondry (9 minuten) Pedojagers nemen niet alle kinderen in bescherming De moeder van een slachtoffer van pedozwemleraar Benno L. riep afgelopen week op om L. met rust te laten. Dat lijkt misschien vreemd, maar wat blijkt? Het slachtoffer was helemaal over haar toeren door het protest dat uitbrak toen bekend werd dat L. voortaan in Leiden zou komen te wonen. Honderden mensen hadden zich verzameld voor zijn flat en stonden te schreeuwen dat hij ‘hun’ stad uit moest. Malou van Hintum schreef een uitstekende column over deze zogenoemde pedojagers. ‘Pedojagers willen niet weten dat pedoseksuelen vaak zelf misbruikt zijn of een gestoorde ontwikkeling hebben. Dat is allemaal veel te moeilijk en vraagt om inlevingsvermogen dat ze niet willen opbrengen. Ze zijn echt dol op kinderen, de pedojagers. Zolang het maar hun eigen kinderen zijn.’ (Vera Mulder) Pedojagers maken het voor ons alleen maar onveiliger (580 woorden)

 

Verslaggever vanuit de onderbuik van het internet Ik volg de Amerikaanse onderzoeksjournalist Brian Krebs al een aantal jaar. Krebs specialisme is cybercriminaliteit. Zijn artikelen daarover zijn vrij technisch maar erg belangrijk: hij legt de onderwereld van het web bloot, die bestaat uit digitale meesterdieven en online maffiaclans. Krebs is een onderzoeksjournalist nieuwe stijl: hij doet al zijn werk van achter zijn computer. In The New York Times staat deze week een mooi portret van Krebs, dat laat zien dat zijn onthullende journalistiek ook een keerzijde kent: de veelal Russische cybercriminelen die hij achternazit, jagen ook op hem. ‘Brian needs a bodyguard,’ aldus een kennis. (Maurits Martijn) Reporting From the Web’s Underbelly (1.600 woorden)


  

Wat is er aan de hand in Venezuela? Heel veel aandacht in de internationale media krijgt het nog niet: de groeiende protesten in Venezuela en de gewelddadige reactie hierop van de Venezolaanse regering. Het gebrek aan media-aandacht is verklaarbaar: sinds de protesten uitbraken, zijn de media - zowel lokaal als internationaal - hardhandig de mond gesnoerd. Informatie komt vooral van sociale media. Om toch enigszins een beeld te krijgen van wat er in het land van de onlangs overleden revolutieleider Hugo Chávez aan de hand is, is dit stuk van onderzoeker en schrijver Daniel Lansberg-Rodríguez in het Amerikaanse vakblad Foreign Policy een goed begin. In het kort: kon Chavez het gat tussen de socialistische droom en de veel minder florissante werkelijkheid nog compenseren met charisma, zijn opvolger Nicolás Maduro lukt dat allerminst. Het gevolg: grote onrust onder - met name - jongeren en middenklassers. (Rob Wijnberg) Nice try Venezuela, but your censorship backfired (1.000 woorden)


 

Worden we echt overspoeld door selfies? De selfie. Sinds het door Van Dale is uitgeroepen als woord van het jaar 2013, wordt er veel over geschreven en gespeculeerd. We zouden worden overspoeld met selfies en het zou een uitwas van de extreem individualistische tijdsgeest (en dus levensgevaarlijk) zijn. Maar klopt dat wel? De onderzoekers van de Digital Thought Facility gingen op feitenonderzoek uit: ze analyseerden 120.000 foto’s uit vijf verschillende wereldsteden. Wat blijkt? Met die tsunami aan selfies valt het reuze mee: minder dan 4 procent van alle foto’s die ze verzamelden, bleken selfies te zijn. Ook interessant: in Bangkok wonen de jongste selfie-makers, met een gemiddelde leeftijd van 21 jaar; in New York ligt die leeftijd op gemiddeld 25,3 jaar. En in Moskou glimlachen ze het minst. (Sterre Sprengers) Selfiecity (Tussen 1 en 100 minuten)