Begin dit jaar was ik in Londen, in zo’n mooie oude boekwinkel met krakend visgraatparket, een door boekenkasten omrande vide en donkergroene lampenkappen.

Ik kocht er een boek dat ik eerder al in andere etalages en uitstalkasten had zien staan, maar waar ik steeds voorbij was gelopen – misschien omdat er net een baby was geboren en ik vooral bezig was met het tegenovergestelde van wat er in de titel werd opgeroepen.

(2014) is geschreven door Atul Gawande, chirurg en schrijver – goede combinatie is dat toch altijd – en gaat over de wijze waarop artsen omgaan met ouderdom en de dood.

Of eigenlijk, hoe ze er niet mee omgaan: de westerse geneeskunde is volledig geënt op het genezen van patiënten en het oplossen van problemen. Die houding heeft de afgelopen eeuw voor duizelingwekkende vooruitgang gezorgd maar pakt, wanneer het op onze oude dag aankomt, helemaal verkeerd uit.

In plaats van ongeneeslijk zieken en hun families te laten stilstaan bij wat zij nu echt belangrijk en waardevol vinden aan het eind van hun leven, wordt er doorgaans doorbehandeld tot het bittere eind. Zo krijgen ‘veiligheid’ en ‘gezondheid’ de voorrang boven ‘welzijn.’

Gawande schrijft dit toe aan de westerse angst voor sterven. De dood blijft voor de meesten van ons nu eenmaal dé grote onacceptabele factor. In Being Mortal laat hij zien wat hiervan de gevolgen zijn, en biedt hij perspectief op alternatieven: ouderenhuizen vol dieren en kleuters bijvoorbeeld, een grotere rol voor hospicezorg, en een herwaardering van het begrip ‘welzijn.’

Welzijn versus gezondheid

Al het hele jaar nu raad ik Being Mortal aan iedereen in mijn omgeving aan. Bij dezen dus ook aan jullie. En ik moest er aan denken toen ik deze week de podcast beluisterde waarin

Slaets is directeur van de Leyden Academy on Vitality and Aeging en maakt in veel opzichten hetzelfde punt als Gawande: dat we in onze geneesdrang én onze hang naar meetbaarheid zijn vergeten te kijken naar wat mensen eigenlijk verlangen.

Dat we geen tolerantie hebben voor verlies en verdriet, terwijl die nu eenmaal de consequentie zijn van een flink langere levensduur. En dat we al een heel eind geholpen zouden zijn als artsen, in plaats van protocollen volgen en formulieren afvinken, de tijd zouden kunnen nemen voor een goed gesprek.

Afhankelijkheid en eenzaamheid

In de podcast passeren een aantal thema’s de revue die mij het afgelopen jaar ook bezighielden. Zo benoemt Slaets de dominantie van waarden als autonomie, individualisme en vrijheid – en het onvolprezen belang van relaties en gemeenschap. In de Afhankelijkheidsverklaring, ging het precies daarover.

Ook heeft Slaets het over eenzaamheid. De huidige ‘eenzaamheidsepidemie’ noemt hij deels een hype: met ‘onze liberale waarden van zelfstandigheid en privacy’ en ‘de manier waarop we het in onze publieke ruimtes onmogelijk hebben gemaakt om elkaar te ontmoeten’ hebben we het er zelf een beetje naar gemaakt.

Bovendien: wie oud wordt, die zal verliezen. Beter staan we toe dat dit verlies en de bijkomende eenzaamheid mogen bestaan – in plaats van dat we allerlei toeren uithalen in een vrijwel altijd gedoemde poging het te bestrijden.

Gemeenteambtenaren die bij ouderen aanbellen en zeggen ‘mevrouw, u bent eenzaam, we komen u een beetje helpen’ – als Slaets ergens eenzaam van zou worden, zegt hij, dan was het dat wel.

De dood kan je niet oplossen

Je hoort vaak over ‘de grote uitdagingen van deze tijd’, en meestal gaat het dan over klimaatverandering, economische ongelijkheid, en depressie. Grote en structurele maar ook min of meer oplosbare kwesties.

Gawande en Slaets stellen ons voor een andere uitdaging, collectief én individueel, en vrijwel onvoorstelbaar groot: accepteren dat pijn, verdriet, eenzaamheid, ongeluk en de dood erbij horen. Dat ze onlosmakelijk met het leven verbonden zijn. hoe graag we dat ook zouden willen.

Ga er maar aan staan.

Tot de volgende,

Lynn.