Er is deze dagen geen ontkomen aan: we mogen weer overstappen van zorgverzekeraar. Op radio en televisie worden we doodgegooid met spotjes om van polis te wisselen.

Door die ons vertellen dat verzekeren meer is dan het vergoeden van nota’s.

Door die ons volledig vrije artsenkeuze beloven.

Door die ons een lagere premie bieden in ruil voor een beperkter zorgaanbod.

Door die ons beloven principes boven commercie te stellen.

En natuurlijk zijn er de reclames van de die maar wat graag hun provisie willen opstrijken voor de polissen die we via hen afsluiten.

Je hebt nog een paar dagen om je keuze te maken. Doe je niets voor 1 januari, dan zit je wederom een jaar vast aan je huidige verzekeraar.

Overheid: stap allemaal over!

Afgaande op de cijfers van de afgelopen jaren zal ongeveer Nederlanders de komende dagen wisselen van zorgverzekeraar.

En niet zonder reden.

Zo de eerder deze maand dat in 2016 driekwart van de Nederlanders een te dure basisverzekering had afgesloten.

Dat wil zeggen: andere verzekeraars boden een polis aan met precies dezelfde dekking, maar voor een lagere prijs.

Volgens de overheid is de potentiële besparing het grootst voor de Nederlanders die sinds de invoering van marktwerking in de zorg nog nooit van polis wisselden.

Zij dragen sinds 2006 namelijk vrijwillig meer bij aan de nationale zorgkosten dan van ze wordt gevraagd.

‘Met overstappen zorg je voor dynamiek op de markt voor zorgverzekeringen en houd je verzekeraars scherp’

Deze en andere Nederlanders kunnen 100 euro per jaar besparen door over te stappen op een goedkopere zorgverzekeraar, meldt ook ACM.

Als we dit allemaal zouden doen, kunnen we met zijn allen maar liefst 1 miljard euro per jaar besparen op onze zorgpremie, gaat het verhaal verder.

Bestuursvoorzitter Chris Fonteijn van de ACM moedigt ons dan ook aan allemaal op zoek te gaan naar een goedkopere polis.

‘Met overstappen zorg je voor dynamiek op de markt voor zorgverzekeringen en houd je de zorgverzekeraars scherp.’

Met andere woorden: wie overstapt op een goedkopere polis is niet alleen goedkoper uit, maar bewijst een dienst aan de hele samenleving.

Maar klopt dat wel?

De markt werkt niet in de zorg

Het overstapseizoen, zoals de verzekeraars de laatste weken van het jaar noemen, zou het jaarlijkse summum moeten zijn van marktwerking in de zorg.

Dat zit zo.

In 2006 hebben we in Nederland marktwerking ingevoerd in de zorg.

Het idee is simpel: door de ziekenhuizen en zorgpraktijken als bedrijven te organiseren, zouden zorgaanbieders efficiënter werken. Hoe meer patiënten ze behandelen, hoe meer ze tenslotte kunnen verdienen.

Dit heeft absoluut voordelen. In de jaren negentig kampten we in Nederland met lange wachtlijsten in de zorg. Marktwerking heeft deze (aanvankelijk) effectief weggewerkt.

Toch is er van een echt werkende markt geen sprake.

Want: patiënten zijn geen kritische consumenten

Geslaagde marktwerking valt of staat bij de aanwezigheid van kritische consumenten die goede ondernemers belonen met hun klandizie.

Neem de markt voor brood: als consument maak je een overwogen keuze tussen de prijs en kwaliteit van het brood. Wil je weinig uitgeven, dan volstaat een fabrieksbrood van de supermarkt van 99 cent, terwijl je in het weekend wellicht best bereid bent om 3 euro te betalen voor lekker verse bammetjes van de biologische bakker.

De markt voor brood kan zo functioneren zonder hogere macht die toeziet op prijs of smaak.

In de zorg gaat dit niet op, want:

  • Veel behandelingen kosten meer dan de patiënt kan betalen.
  • Het is voor patiënten haast onmogelijk om een goede inschatting te maken van de kwaliteit van een behandeling.

En daar komen de zorgverzekeraars om de hoek kijken. In ons zorgstelsel hebben we de rol van de kritische consument uitbesteed aan de verzekeraars.

Iedere Nederlander heeft de plicht een basisverzekering af te sluiten. Het is vervolgens aan de verzekeraars om toe te zien op de kwaliteit, én om de zorgkosten in de hand te houden.

Daarom is de oproep van de ACM om over te stappen naar een goedkopere polis best te begrijpen: verzekeraars die erin slagen de zorg het goedkoopst in te kopen, kunnen hun polissen ook het goedkoopst aanbieden.

Maar hoe blij moeten we zijn met een overheidsinstantie die ons aanmoedigt om collectief een miljard euro te bezuinigen op de zorg?

Welke gevolgen heeft dit voor onze dokters en verpleegkundigen? Hoe voordelig is onze jacht op de goedkoopste polis voor onszelf, op de lange termijn?

Het gevolg: bureaucratie

In het voorjaar van 2015 voerde ik voor De Correspondent een reeks gesprekken met artsen, zorgverzekeraars en zorgbestuurders over de bureaucratisering in de zorg.

Op basis van deze en andere gesprekken, schreef ik het boek over dertig jaar marktwerking in Nederland.

Een van de conclusies uit mijn boek, dat 20 februari verschijnt: in de zorg leidt marktwerking tot meer bureaucratie, en eerder minder dan meer efficiëntie.

Verzekeraars grijpen terug op de enige manier waarop ze de besteding van het zorggeld wel kunnen controleren: bureaucratie

De reden? Zorgverzekeraars kunnen onmogelijk voor iedere patiënt en bij iedere aandoening een individuele afweging maken welke behandeling door welke arts tegen welke prijs het optimale resultaat zal geven.

Maar dit is wel wat zorgverzekeraars volgens het stelsel zouden moeten doen, als kritische, kostenbewuste consumenten.

Dus grijpen verzekeraars terug op de enige manier waarop ze de besteding van het zorggeld wel kunnen controleren: bureaucratie.

En dus moet medisch personeel iedere pil die ze voorschrijven en iedere pleister die ze plakken schriftelijk kunnen verantwoorden. Zodat de verzekeraar kan controleren of ze waar voor zijn geld krijgt. Niet alleen voor die zorgverleners vervelend, ook de patiënt heeft te lijden onder het gebrek aan efficiëntie.

Hij wordt niet geholpen als zijn dokter naar de computer kijkt.

Ons zorgstelsel is gericht op ziekte

Er is nog een reden waarom we eigenlijk niet zouden moeten willen overstappen van zorgverzekeraar.

Ons zorgstelsel is volledig gericht op het behandelen van zieke mensen. De verzekeraar komt pas in actie als de dokter een diagnose heeft gesteld. Dit jaar hebben de verzekeraars samen maar liefst uitgetrokken om al onze medische behandelingen te bekostigen.

Punt is: slechts een fractie van dit bedrag gaat op aan Opmerkelijk, want we weten onderhand wel dat daar op de lange termijn de grootste winst valt te behalen.

De gezonde levensverwachting van hoger opgeleiden ligt maar liefst hoger dan die van lager opgeleiden. Waar een academicus gemiddeld tot zijn 72ste verjaardag in goede gezondheid doorbrengt, tobt een laagopgeleide gemiddeld al vanaf zijn 53ste met zijn gezondheid.

Dit heeft alles te maken met levensstijl. Hoger opgeleiden sporten meer, verrichten minder zware arbeid, eten gezonder, maar bovenal: roken veel minder.

We danken het aan de medische sector dat iedereen uiteindelijk toch nog een redelijk gelijke levensverwachting heeft. Dankzij allerhande dotterbehandelingen, pacemakers, chemokuren en andere medische ingrepen, sterven lager opgeleiden gemiddeld op hun 76ste. Dit is gemiddeld zes jaar eerder dan hoger opgeleiden.

Maar: aan al deze behandelingen hangt een fors prijskaartje. Bovendien is een groot deel van deze mensen blijvend uitgeschakeld voor de arbeidsmarkt. Dit gaat ten koste van de economische groei, leidt tot lagere belastinginkomsten en extra uitgaven aan uitkeringen.

Wat als we hier nu eens mee stoppen?

Stel je dan nu eens voor hoeveel misère — en geld — we in de toekomst kunnen besparen als we nu massaal zouden gaan investeren in preventieve zorg?

Is dit niet een veel mooiere, en menswaardigere, manier om de zorgnota op termijn betaalbaar te houden?

In principe is dit ook in het belang van de zorgverzekeraar. Ware het niet dat hij zichzelf uit de markt prijst wanneer hij daadwerkelijk zou investeren in meer preventieve zorg, want het zou zijn polis duurder maken.

De investeringen in preventie moeten tenslotte nu plaatsvinden, terwijl de besparing nog decennia op zich laat wachten.

En: zolang wij ieder jaar kunnen overstappen op de goedkoopste concurrent, kun je niet van verzekeraars verwachten dat ze substantieel gaan investeren in onze gezondheid over dertig jaar.

En nu?

Je hebt nog drie dagen om een besluit te nemen over je zorgverzekering.

Vooropgesteld: er zijn heel legitieme redenen om te wisselen van zorgverzekeraar. Denk aan die honderd euro die je kunt besparen door over te stappen. Zonder ook maar iets in te boeten op dekking of artsenkeuze.

Als student ben ik ooit overgestapt op de allergoedkoopste polis die ik kon vinden. Heeft mij over de jaren honderden euro’s voordeel opgeleverd.

Drie jaar geleden schreef ik in verhaal op basis van welke afwegingen je een nieuwe zorgpolis kunt kiezen.

Zelf ben ik inmiddels weer overgestapt naar een iets duurdere polis. Liever dan maandelijks een tientje te besparen, voeg ik mij bij de 10 miljoen Nederlanders die iets meer bijdragen aan de zorgpotten. Uit principe.


Verder lezen?

Per 1 januari gaan bedrijven over de peuteropvang. Dat is niet in het belang van het kind Bijna onopgemerkt gaat de peuteropvang op de schop. Vanaf 1 januari is de peuterspeelzaal in handen van de markt. Gevolg: de ontwikkeling van het kind staat niet langer centraal. Lees het verhaal van Marilse hier terug Waarom stoppen met roken een verkiezingsthema zou moeten zijn Het debat over solidariteit in de zorg gaat vooral over de hoogte van het eigen risico. Maar de grootste ongelijkheid in gezonde levensverwachting komt door iets heel anders: sigaretten. Laat 2017 het jaar worden waarin roken niet langer een persoonlijke keuze is, maar een verkiezingsthema. Lees het verhaal van Sander hier terug