Hun gezichten zitten zo tegen elkaar aan geperst dat hun wangen als een soort yin-yang in elkaar vallen. Met hun haar gebeurt hetzelfde: een blonde lok van de linker krult om het donkere haar van de rechter heen.

Twee meisjes op perron 4 nemen foto’s van zichzelf. Afgaand op hoe ze elkaar aanspreken, heten ze allebei schatje. Ze noemden mij net ook zo, nadat ik op hun verzoek twee foto’s van ze maakte. Eentje horizontaal, eentje verticaal. De rechter vond ze niet mooi. ‘We staan er zo klein op. Te ver weg. Maar bedankt.’

En dus maken ze nu een selfie. Hun grote sjaals mochten niet op de foto - ‘dan lijkt het net alsof het heel koud is,’ dus die hebben ze afgedaan. Ik vraag me af wie ze voor de gek houden: het is heel koud.

De rechter trekt met haar middelvinger de hals van haar topje wat lager. ‘Schiet op, ik krijg het koud.’

De linker houdt de telefoon vast. Die zit in een hoesje met een enorm Chanel-logo erop. De rechter trekt met haar middelvinger de hals van haar topje wat lager. ‘Schiet op, ik krijg het koud.’ Steeds, net voordat de linker met haar duim op het scherm van de telefoon tikt, verschijnt in de ogen van beide meisjes een bedelende blik. Hun ogen worden groter, hun wenkbrauwen gaan omhoog. Daarna krullen hun lippen op. De rechter heeft een klein diamantje op haar hoektand.

Direct na elke klik haalt de linker haar arm omlaag en buigen de twee meisjes zich over het scherm. De linker knikt, de rechter keurt af. ‘Nee, ik doe raar met mijn lip.’ En dan nog een keer: ‘Je haar zit ervoor.’ En dan nog zes keer: ‘Nee. Kut, ogen dicht. Nah, onderkin. Hou je ogen nou eens open. Te dichtbij. Nog een keer.’

Na een reeks spontaan verschenen en verdwenen glimlachen en wat klikken op het scherm, laat de linker haar arm eindelijk zuchtend zakken. In plaats van evalueren met de rechter, stopt ze nu haar telefoon in haar binnenzak. ‘We doen het straks wel.’ Maar de rechter wil het nu, buiten. In de trein is het licht lelijk. ‘Maak er maar gewoon een paar achter elkaar. Niet knipperen. En laat je tanden zien. Je moet niet lachen zonder tanden. Dan lijkt het zo geposeerd.’