Het is een woord dat we in Nederland maar weinig gebruiken: fascisme. Nederland heeft nauwelijks een fascistische traditie - veel verder dan de ploeteraar Anton Mussert zijn we hier niet gekomen. En het woord zelf lijkt zo hol als het hoofd van Donald Trump. Mussolini? Een fascist! Een politieagent die nors kijkt? Ook een fascist!

Toch wil ik ervoor pleiten onze kennis van het fascisme af te stoffen, want ik raak er steeds meer van overtuigd dat die kennis ons kan helpen een aantal nieuwe extreemrechtse bewegingen beter te begrijpen. De Alt-right in Amerika en vooral de in Europa grijpen openlijk terug op schrijvers, denkers en denkbeelden die je zonder al te veel mitsen en maren fascist zou kunnen noemen, mensen als Julius Evola, Alain de Benoist, Guillaume Faye en Alexander Dugin.

Ik heb de kerstperiode daarom vooral gebruikt om mij in het historische fascisme te verdiepen.

Ik las bijvoorbeeld deze boeken:

  • The Anatomy of Fascism van Robert Paxton;
  • The Nature of Fascism van Roger Griffin;
  • Fascism Today: What It Is and How to End It van Shane Burley;
  • Against the Fascist Creep van Alexander Reid Ross;
  • Against the Modern World: Traditionalism and the Secret Intellectual History of the Twentieth Century van Mark Sedgwick.

Daarnaast las ik enkele artikelen over fascisme en de Nouvelle Droite, een Franse neo-fascistische stroming, zoals (en deze kan ik aanraden):

  • The Man Who Gave White Nationalists a New Life. in BuzzFeed gaat over Alain de Benoist, de vaandeldrager van de Nouvelle Droite.
  • Ur-Fascism. Een van Umberto Eco in The New York Review of Books over de eigenschappen van fascisme en waarom fascisme relevant blijft (hij schreef dit halverwege de jaren negentig).
  • The French Origins of You Will Not Replace Us. Een informatief in de New Yorker, ook over de Nouvelle Droite.
  • CTRL-Alt-Delete: The Origins and Ideology of the Alternative Right. verkent de ideologische wortels van de Alt-right en laat mooi zien hoe de Amerikaanse beweging gegrondvest is in Europees fascistisch gedachtegoed.

Maar wat is dan fascisme?

Er is geen precieze definitie van fascisme waar brede consensus over is. Meestal wordt de beschrijving van Roger Griffin aangehouden. Volgens hem is fascisme ‘een vorm van politieke ideologie die als kern verschillende varianten van een palingenetische vorm van populistisch ultranationalisme heeft.’ Juist. Als je dit wat bot wil vertalen, zegt Griffin dat fascisme in de kern streeft naar nationale wedergeboorte (door middel van revolutie).

Die wedergeboorte is een radicaal nieuw begin, die volgt op een periode van vernietiging of verval. Volgens fascisten leven we op een kantelpunt in de geschiedenis. Alleen met radicale actie en een verwerping van de liberale democratie kan een nieuwe wereld worden gebouwd. Fascisme is in theorie dus niet conservatief en is vrij moeilijk te plaatsen in het spectrum van links en rechts.

Waar Griffin zich vooral op de ideeën van het fascisme richt, kijkt Paxton meer naar de praktische uitwerking ervan, naar de ‘succesvolle’ varianten in Duitsland en Italië en naar de niet-succesvolle fascisten in bijvoorbeeld Engeland, Frankrijk en andere delen van Europa. Paxton legt veel nadruk op de zogenoemde ‘mobilizing passions,’ de emoties die fascisten proberen op te roepen en te gebruiken, zoals:

  • het gevoel in een overweldigende crisis te leven, die niet met traditionele middelen opgelost kan worden;
  • de groep staat boven het individu;
  • de eigen groep is een slachtoffer en de groep mag daarom zonder morele of juridische grenzen actie ondernemen om dat te verhelpen;
  • de groep lijdt onder individualistisch liberalisme, klassenconflict en buitenlandse invloeden;
  • de noodzaak voor een sterkere samenwerking van een pure gemeenschap, bij voorkeur op basis van vrijwilligheid, maar zo nodig worden mensen met geweld uit die gemeenschap gezet;
  • de noodzaak van een autoritaire leider (altijd een man), die de historische lotsbestemming van de groep belichaamt;
  • de superioriteit van het instinct van de leider boven rationaliteit;
  • de schoonheid van geweld, als dat wordt ingezet voor het succes van de groep;
  • het recht van het uitverkoren volk om anderen te domineren, zonder de beperkingen van menselijk of goddelijk recht.

Sommige van deze punten klinken akelig actueel. Dat gevoel had ik helemaal bij het lezen van Umberto Eco’s essay. Hij stelt dat fascisme een kern van eigenschappen heeft die telkens weer terugkomen (vandaar de naam Ur-fascisme). Deze eigenschappen zijn:

  • de cult van traditie, er is een waarheid die reeds geopenbaard is en de noodzaak tot verdere intellectuele ontwikkeling is niet nodig;
  • verwerping van het modernisme en de omarming van irrationaliteit;
  • actie is er om de actie, denken is ontmannelijking en het leven is een permanente strijd;
  • onenigheid en tegenspraak zijn verraad, angst voor diversiteit;
  • Ur-fascisme richt zich op een gefrustreerde middenklasse;
  • obsessie met complotten;
  • fascisten voelen zich vernederd door de rijkdom en kracht van hun tegenstanders, temeer omdat diezelfde tegenstanders als (moreel) zwak worden gezien;
  • Ur-fascisme is ook selectief populistisch, want het volk mag stemmen, maar moet zich ook automatisch neerleggen bij de wil van de meerderheid. De leider is de enige echte vertaler van de volkswil.

Ik weet het, dit soort lijstjes zijn interessant, maar laten nog veel vragen onbeantwoord. Zijn deze eigenschappen niet erg algemeen? In hoeverre passen de denkbeelden van moderne bewegingen in een fascistisch kader en in hoeverre vallen die erbuiten? Zijn bijvoorbeeld rechtspopulistische bewegingen als de PVV en Front National fascistisch? Ik denk van niet, maar ben daar nog niet zeker van.

De komende tijd zal ik daarom aan een stuk werken dat deze ideeën in een moderne context plaatst. Laat me vooral weten waar jij graag meer over zou willen lezen. En als je leestips hebt of interessante sprekers weet, hoor ik het ook graag.

En nog even over Thierry Baudet

Tot slot breng ik graag nog even onder de aandacht dat we vlak voor de kerstvakantie hebben gepubliceerd. We onthulden dat Thierry Baudet een lang gesprek heeft gehad met Jared Taylor, die de ouderwetse rassenleer een quasiwetenschappelijk jasje heeft gegeven. We lieten ook zien dat deze bijeenkomst in een jarenlang patroon past waarbij Baudet telkens blijk geeft van sympathie voor dit soort extreme denkbeelden.

We waren erg tevreden over hoe dit verhaal uiteindelijk is opgepakt. Helaas zijn er nog veel mensen die menen dat we dit soort rassenleerquatsch als een gewone mening moeten behandelen (Maurits Martijn schreef hierop en ik zal ook nog het een en ander schrijven over die rassentheorieën). Het viel ons vooral op dat in het rechtse medialandschap de kritiek op Baudet niet mals was.

We zijn er nog niet klaar mee. Ons onderzoek en de publicatie hebben nog veel interessante leads opgeleverd, dus hopelijk: wordt vervolgd.