Vorige maand stelde ik jullie drie vragen:

  • Wat weet u van uw kind, op de kinderopvang of op school?
  • Wat zou u kunnen weten van uw kind, op de kinderopvang of op school, als u de mogelijkheden zou benutten die de opvang of de school biedt?
  • Wat zou u willen weten van uw kind, op de kinderopvang of op school?

En toen stroomde mijn inbox vol. Ik kreeg 44 mails van lezers, en onder het stuk gaven 5 leden antwoord op de vragen. Tezamen hadden jullie 63 kinderen: 22 op de kinderopvang, 23 in het basisonderwijs, 14 in het voortgezet onderwijs en 4 elders.

De tendens van al die mails was duidelijk: jullie hoeven niet zoveel te weten van jullie kinderen als ze op de kinderopvang of op school zijn, want jullie vertrouwen de begeleidsters en leerkrachten.

Een paar ouders schrijven dat de informatie die ze gedurende de schooldag over hun kind krijgen kan leiden tot een beter gesprek met hun kind. Evenveel ouders schrijven dat de kinderopvang of school wel een app heeft, maar dat ze de inlogcodes vergeten zijn.

Lezers van De Correspondent zijn natuurlijk geen representatieve groep. Een lezer: ‘Ik krijg de indruk dat ik veel minder behoefte heb om details te horen over wat mijn kinderen meemaken op een dag dan de gemiddelde ouder.’

‘Het fenomeen schriftjes met verslagen over hoe vaak er gepoept was, wat er werd gegeten: het interesseerde me nauwelijks. Om mij heen hoorde ik ouders klagen dat er niets geschreven werd.’

‘Het fenomeen schriftjes met verslagen over hoe vaak er gepoept was, wat er werd gegeten: het interesseerde me nauwelijks’

Een andere lezer mailt dat hij met stijgende verbazing op zijn kantoor ouders onder werktijd hun kind ziet checken via schoolsystemen. En iemand schrijft dat de school eist dat ouders Magister (een app waarin onder andere de schoolcijfers te vinden zijn - daarover later meer) in de gaten houden.

‘Als wij bellen dat uw kind er slecht voor staat, dan willen wij niet horen dat u dat niet wist,’ liet de school weten. Hij schrijft daarover: ‘School weet op Excelniveau precies waar onze kinderen staan, maar dat een kind rouwt omdat de vader ongeneeslijk ziek is, valt toch niet echt te registreren (en dat merken we).’

Oftewel: andere ouders willen hun kind in de gaten houden, de school wil dat, maar mij maakt het echt niet zo veel uit, hoor! Misschien komt dit doordat het met jullie kinderen over het algemeen goed gaat op school.

Een ouder wiens kind het slechter deed op school, mailt me dat hij blij was dat hij zijn kind toen wat beter in de gaten kon houden.

De lezer die me het volgende schreef, was wellicht het eerlijkst: ‘Voor mijn gevoel weet ik vrij weinig over mijn dochters op school. Ik zou wel meer willen weten, maar ik denk dat dit heel erg ‘van nu’ is en vraag me af waarom ik dat wil. (...) Het voelt als een motie van wantrouwen richting de school om alles te willen weten. Dat laatste wil ik in elk geval niet uitstralen!’

Deze stukken wil ik schrijven

Wat doe ik verder met jullie bijdragen? Er zijn drie thema’s die in veel mails terugkomen, en waar ik verder onderzoek naar wil doen. Dat zijn:

1. Gaat het ten koste van echt contact om de administratie op orde te houden?

Een lezer wijst me op een app waarmee ze kan zien wat haar kind ieder moment van de dag doet op de kinderopvang. ‘Het is wel humor dat de leidster ‘Buiten spelen joepie’ intikt, maar ik vraag me vooral af hoeveel tijd het haar kost al die gegevens in te voeren op de iPad.’

Die opmerking hoor ik vaak. Ouders spreken liever kort met de begeleider op de kinderopvang of kijken een uurtje mee in de groep, dan dat ze precies weten wat hun kind iedere dag gedaan heeft.

En gaat het een niet ten koste van het ander? ‘Het hele verhaal van monitoring, van de cijfers en grafieken die je om de oren slaan, leidt ertoe dat de leerkrachten niks weten van het kind’, schrijft een lezer.

Of deze: ‘Mijn man kreeg ooit eens een schrift mee waarin stond dat zijn zoon om vier uur een schone luier had gehad en een fles melk. Ze hadden er niet op gerekend dat hij zijn zoon al om één uur kwam ophalen…’

Een andere lezer vat samen: ‘Ik heb liever dat de docent/verzorger aandacht besteedt aan mijn kind in plaats van aan mij.’

Hoeveel tijd zijn begeleiders op de kinderopvang kwijt aan administratie? Ik zou graag ervaringen horen van henzelf, en een of meerdere dagen meelopen.

2. ‘Ik wil gewoon dat-ie een beetje gelukkig is.’ Maar hoe weet je dat?

In een nieuwsbrief schreef ik in december: ‘Meten of een leerling voldoende zelfvertrouwen heeft. Mag dat?’ Nee, natuurlijk niet, mafkees. Dat was de consensus.

Toch mailden jullie me naar aanleiding van de vragen die ik stelde massaal dat jullie maar één ding écht belangrijk vinden: dat jullie kinderen gelukkig zijn op school. Daar bedoelden jullie mee dat jullie kinderen vriendjes hebben op school, met plezier naar school gaan en vrolijk weer thuiskomen.

Het gesprekje met de leerkracht als jullie je kind van school halen, werd vaak genoemd als hét moment om te horen of alles goed gaat.

Mijn analyse: juist dat moment staat onder druk. Omdat leraren het zo druk hebben, is er weinig tijd voor contact. En omdat er zo weinig contact is en scholen zich toch willen verantwoorden tegenover ouders, wordt er meer gemeten.

Daardoor hebben leraren extra werk, is er minder tijd voor contact met ouders en is de oplossing wederom: meer meten. Zouden we dan toch ook maar gaan meten of kinderen gelukkig zijn, of ze voldoende zelfvertrouwen hebben?

Ik zag al eens een rapport van een kind van vier waarop in allerlei mooie grafieken haar zelfbeeld en relatie tot volwassenen in kaart was gebracht. Was dat een uitzondering, of is dat de norm? Zijn er ouders en leerkrachten in het basisonderwijs die me meer kunnen vertellen over wat er allemaal gemeten wordt?

3. Staan de cijfers al online? Magister in het voortgezet onderwijs

Bijdragen over het voortgezet onderwijs gaan veelal over ‘leerlingvolgsysteem’ Magister. Dat is een digitaal systeem waarin leerlingen hun cijfers kunnen zien, en waarin leraren cijfers kunnen invoeren, de aanwezigheid van leerlingen kunnen registreren, opgeven wie zijn huiswerk niet heeft gemaakt en wie zijn boeken niet bij zich heeft, en overige bijzonderheden over leerlingen kunnen opschrijven. Het verschilt per school welke informatie ouders in kunnen zien.

Magister ken ik uit de tijd dat ik zelf lesgaf. Ik heb er twee bedenkingen bij.

Allereerst vraag ik me af wat het met leerlingen doet wanneer ze elk moment van de dag een cijfer kunnen krijgen. ‘s Avonds, in het weekend, tijdens de les Duits, die vier voor geschiedenis krijg je niet meer terug tijdens de les geschiedenis, maar wanneer de docent de toets heeft nagekeken.

Ik zou graag een psycholoog spreken die me meer kan vertellen over de gevolgen die het kan hebben als je ieder moment van de dag een toetscijfer terug kan krijgen.

Als een kind niet komt opdagen tijdens een les, gaat er meteen een telefoontje naar huis

Wat ook is veranderd, is dat ouders (en de school) nu veel meer inzicht hebben in hoe hun kind het doet op school. Als een kind een onvoldoende haalt, kunnen ouders dat direct zien. Ze kunnen bovendien zien of een kind op school is, zijn huiswerk gemaakt heeft en zijn boeken bij zich heeft.

Contact met ouders is deels geautomatiseerd: als een kind niet komt opdagen tijdens een les, gaat er meteen een telefoontje naar huis. Als een kind vijf keer zijn huiswerk niet maakt, krijgen ouders op sommige scholen automatisch een brief thuisgestuurd.

Een lerares mailt dat ze ouders van bovenbouwleerlingen adviseert met hun kind in gesprek te gaan over het leerlingvolgsysteem Magister. ‘Inmiddels hebben sommige ouders de Magister-app verwijderd en kijken ze alleen nog samen met hun kind.’

Hoe is dat voor leerlingen? Waarom kiezen scholen ervoor de gegevens in Magister openbaar te maken voor ouders? Daar zou ik graag leerlingen en schoolleiders over spreken.

Ik hoop dat er drie mooie stukken uitkomen. Helpen kan in de bijdragen, of door te mailen naar johannes@decorrespondent.nl.

Eerder in dit dossier:

Wat weet u van uw kind op de kinderopvang en op school? Ik wil beter zicht krijgen op hoe we kinderen – op de kinderopvang, de basisschool en in het voortgezet onderwijs – monitoren en hoe ouders daar gebruik van maken. Jullie bijdrage is erg welkom! Lees hier de oproep terug De werkelijke reden dat basisschoolleraren zoveel tijd kwijt zijn met administratie Basisschoolleraren zijn te veel tijd kwijt met administratie, zeggen ze. Dus moet er betere ict komen, zegt de organisatie voor schoolbesturen. Maar waarom kwam die administratie er ook alweer? Lees mijn column hier terug