Hoe gaat de EU de klap van de Brexit opvangen?
Geld, dat zal in 2018 het meeste drama veroorzaken. Aldus Magdalena Sapala, medewerkster van het onderzoeksbureau van het Europees Parlement, bij de bijeenkomst Ten issues to watch in 2018.
Alsof het een communistische planeconomie is, zo legt de EU de begroting voor zeven jaar vast in een zogeheten multiannual financial framework (MFF).
In mei 2018 komt de Europese Commissie met een voorstel voor de opzet van het nieuwe MFF. Daar wordt met grote spanning naar uitgekeken.
Want hoe gaat de EU de klap van de Brexit opvangen? Het vertrek van het Verenigd Koninkrijk leidt naar schatting tot een gat in de EU-begroting van meer dan 14 procent.
De hoop is, zei Sapala, dat de EU dit moment zal aangrijpen voor een omslag. Van een ‘nogal rigide begroting met achterhaalde prioriteiten naar een meer flexibele en eigentijdse begroting.’
Dus vroeg ik haar wat die achterhaalde prioriteiten dan zijn. Het Gemeenschappelijke Landbouw (GLB) Beleid misschien?
Haar baas keek wat geschrokken toen de onderzoekster deze politiek beladen vraag beantwoordde, maar Sapala wond er geen doekjes om.
‘Natuurlijk komt het GLB als eerste bij je op als we het hebben over het up to date maken van de prioriteiten. Het wordt steeds moeilijker te verdedigen dat het zo’n groot deel van het budget opslokt,’ zei ze.
Kan er niet minder geld naar landbouw?
Nog altijd gaat bijna 40 procent van het EU-budget naar landbouw. Al jaren woedt daar een felle discussie over.
In 2009 was er een spoeddebat in de Tweede Kamer over het ‘versneld afbouwen van de landbouwsubsidies.’ Een PvdA-Kamerlid twijfelde er geen seconde aan: na 2013 was het ‘klip-en-klaar einde oefening voor het gemeenschappelijke landbouwbeleid.’
2013 was het jaar waarin de toenmalige eurocommissaris van landbouw een hervorming van gemeenschappelijk landbouwbeleid voorstelde. Maar het budget bleef nagenoeg gelijk en de wens het GLB te vergroenen door de financiële steun voor boeren aan strenge voorwaarden op het gebied van natuur en mileu te binden resulteerde in slappe maatregelen.
En inderdaad kwam de Europese Rekenkamer recent tot de slotsom dat het GLB er niet voor zorgt dat de landbouw milieu- en klimaatvriendelijker wordt. Onderzoekers van de Universiteit van Wageningen concludeerden dat de vergroeningsmaatregelen ook in Nederland nauwelijks succes hebben gehad.
De vraag is hoe zinvol en noodzakelijk de landbouwsubsidies überhaupt zijn. Vormen ze een onontbeerlijke steun voor boeren die anders niet kunnen rondkomen? En zorgen ze ervoor dat de goede hoeveelheid voedsel op de markt is om de Europese bevolking te voeden?
Want waar gaat al dat geld heen?
Laten we, om die vragen te beantwoorden, eens kijken wie in Nederland de grootste ontvanger is van GLB-geld. Dat blijkt in 2016 Hoogwegt te zijn.
Het in Arnhem gevestigde bedrijf is ’s werelds grootste handelaar in zuivelproducten. Het bedrijf ontving in 2016 meer dan 49 miljoen euro uit Brussel.
Maar dat is geen subsidie, zegt een woordvoerder van Hoogwegt aan de telefoon. Hoogwegt heeft voor dat bedrag melkpoeder aan Brussel verkocht.
Want de Europese Commissie koopt melkpoeder op om de melkprijs voor boeren op niveau te houden. Het gevolg is dat Brussel, vertelt de woordvoerder van Hoogwegt, op een berg van meer dan driehonderdduizend ton melkpoeder zit.
Berucht zijn de boterberg en de melkplas die in de jaren zestig ontstonden als gevolg van het Europese landbouwbeleid. Blijkbaar is er tegenwoordig een melkpoederberg gegroeid.
Het Europese landbouwbeleid werkt dus ook anno 2018 nog overproductie in de hand. En daar is ook Hoogwegt geen voorstander van. De woordvoerder: ‘Wij als handelsfirma vinden dat de markt zijn werk moet doen.’
Hoe zit het met dat nieuws over Macron?
Dat de markt zijn werk moet doen, is ook wat de Franse president Emmanuel Macron vindt. Afgelopen week berichtte Politico dat hij het Franse taboe op de landbouwsubsidies doorbreekt.
Uit een uitgelekt document blijkt dat de Franse regering de prioriteiten in Europa bij defensie en onderwijs wil leggen en het gemeenschappelijke landbouwbeleid radicaal wil hervormen.
Dat Macron dat wil, is al tijden te lezen op de site van zijn beweging En Marche! Daar staat: ‘We moeten van methode veranderen: het werk van boeren belonen en ze bevrijden van de afhankelijkheid van publieke steun.’
Politico beschreef het als een kleine revolutie. Want het waren de Franse politici geweest die het Europese landbouwbeleid na de oorlog hadden gebouwd en de Fransen hadden het tot nu toe met hand en tand verdedigd.
Dat laatste mag waar zijn, maar Politico vergat de cruciale rol van Sicco Mansholt, de Nederlandse politicus die in de eerste Europese Commissie het Europese landbouwbeleid tot stand bracht.
En die aan het eind van zijn leven spijt had, omdat hij zag hoe de landbouw roofbouw pleegde op de natuur en het landschap van zijn jeugd had vernietigd.
Dus waar gaat het heen met de landbouw?
De boodschap van de oude Mansholt is natuurlijk uiterst actueel: er is een grote noodzaak de landbouw milieu-, klimaat- en natuurvriendelijker te maken.
In een stuk dat ik enkele jaren geleden schreef, zei de Groningse hoogleraar plattelandsontwikkeling Dirk Strijker: ‘Bij de laatste hervorming in 2013 [door de EU, TV] is er van de vergroening van het landbouwbeleid nog niet zo veel gekomen.’
‘Maar over een paar jaar, bij een volgende ronde, zal die logica winnen: alleen nog maatschappelijk geld voor maatschappelijke taken die boeren verrichten zoals het op milieuvriendelijke wijze beheren van het landschap.’
Dat is precies de richting waarin Macrons beweging En Marche! denkt. Ze wil dat boeren een eerlijke prijs voor hun producten krijgen en daarvoor niet afhankelijk zijn van subsidie. Niet meer zoals nu directe betalingen aan landbouwers naar rato van de hoeveelheid grond die ze bezitten, maar alleen nog voor het leveren van ‘milieudiensten’ zoals het duurzaam onderhouden van het landschap en het zo beheren van alpenweiden dat het lawinegevaar afneemt.
Die ‘eerlijke prijs’ wordt nog lastig. Want die betekent dat de Europese Commissie haar rol als marktmeester niet langer moet vervullen met inkomenssteun en door het opkopen van voedsel, maar door de macht van de supermarktketens waar de boeren van afhankelijk zijn te temperen.
Van die opdracht is de huidige landbouwcommissaris Phil Hogan zich alvast bewust. In een speech in Dublin kondigde hij aan dat hij wetgeving zal maken om de ‘supermacht’ van de supermarktketens te breken.
Ook de inzet van Macron biedt hoop dat er ditmaal wél iets zal veranderen. De Franse president, zeiden de mensen die ik sprak voor mijn laatste stuk van vorig jaar, zorgt voor nieuw enthousiasme en is wellicht in staat zaken in beweging te brengen.
Of dat echt gaat lukken, of het landbouwbeleid werkelijk op de schop gaat, is voor mij een van de issues to watch in 2018. Als je suggesties hebt voor andere onderwerpen die ik dringend moet volgen, hoor ik het graag.