Het was een overwinnning van de emoties op de feiten, van de sentimentele en ouderwetse Fransen op de rationele en efficiënte Nederlanders.

Dat was de stemming in Nederland, nadat het Europees Parlement dinsdag had gestemd voor een verbod op pulsvisserij, een vistechniek waarbij stroomstootjes de vissen van de bodem verjagen.

‘Politiek op zijn lelijkst,’ De Telegraaf. Het Europees Parlement had gekozen voor de nationale belangen van landen die met jaloezie kijken naar de efficiëntie van de Nederlandse vissers. De kwade genius was Frankrijk, dat een heftige lobby had gevoerd met ‘kolder’ over geëlectrocuteerde vissen.

NRC Handelsblad kwam tot dezelfde slotsom. De krantstelde dat de pulsvisserij volgens de jongste wetenschappelijke inzichten milieuvriendelijker is dan de boomkorvisserij, waarbij zware sleepnetten over de bodem worden getrokken. Inhoudelijk had Nederland het gelijk aan zijn kant, maar de Nederlandse regering had verzaakt steun te zoeken in Brussel.

Dat was ook de analyse van Bert Wagendorp in de Volkskrant. ’Je kunt wel gelijk hebben, maar daarmee is niet gezegd dat je het ook krijgt. Wij richten ons op onderzoek en feiten, maar zijn vergeten die aan de man te brengen, dat je mensen moet overtuigen - ook degenen die er baat bij hebben de feiten te ontkennen.’

Maar had Nederland wel gelijk? Een grote meerderheid in het Europees Parlement - uit alle landen en van alle politieke kleuren - stemde voor het verbod. Hadden al die parlementariërs zich dan laten inpakken door de Franse lobby?

Is pulsvisserij een ecologische ramp?

Dat er een ander perspectief mogelijk is op de feiten, blijkt wel uit die politici en wetenschappers in november 2017 in Le Monde deden om de pulsvisserij te verbieden. De ondertekenaars waren niet alleen Fransen, maar ook wetenschappers uit Amerika, Canada, Groot-Brittannië en Duitsland.

Het argument dat de pulsvismethode zorgt voor minder brandstofverbruik dan de boomkorvisserij wezen ze af. Op die grond kan je ook vissen met een gewelddadige methode als dynamiet verdedigen.

Je moest, vonden de ondertekenaars, het in het geheel van milieu-, biologische en ethische aspecten bekijken. De oceanen zijn overbevist, het ‘efficiënte’ elektrische vissen versterkt dat nog eens.

Sterk bewijs dat pulsvisserij een ecologische ramp is, droegen de schrijvers van het pleidooi in Le Monde niet aan. Ze wezen vooral naar getuigenissen van vissers en naar eerdere ervaringen in China en Hongkong. Daar is de pulsvisserij verboden omdat ze een negatief effect op de biodiversiteit bleek te hebben.

Maar, zeggen de voorstanders, intussen heeft de techniek zich verder ontwikkeld. De Nederlandse vissers gebruiken een lager voltage dan de Chinezen destijds. Dat mag waar zijn, veel onderzoek naar de effecten van de pulsvisserij is er nog niet gedaan.

Wel zijn er aanwijzingen voor schadelijkheid. wees uit dat meer dan 50 procent van de kabeljauw die werd blootgesteld aan electrische pulsen schade aan de ruggengraat opliep.

In wiens nationale belang is dit?

Normaliter is zoiets in Europa een argument om het voorzorgprincipe te hanteren: als er vermoedens zijn dat een product of maatregel negatieve effecten heeft, geef je geen groen licht.

Het is ook de reden waarom de spraakmakende milieujournalist George Monbiot in een zijn verontwaardiging uitsprak over de snelheid waarmee Nederland en ook het Verenigd Koninkrijk de pulsvisserij uitrolt.

Vooral groene politici schermen graag met het voorzorgprincipe. Bijna alle groenen in het Europees Parlement dan ook voor een verbod op de pulsvisserij. Net als een overweldigende meerderheid van de sociaaldemocraten.

De Nederlandse groenen en sociaaldemocraten stemden juist allemaal tegen. Wie stelde nu eigenlijk het nationale belang voorop? Alle anderen of juist de Nederlandse Europarlementariërs?

Kunnen we ons verplaatsen in de ander?

Nu het Europees parlement heeft gesproken, is het tijd voor de trialoog: het overleg tussen de Raad van Ministers die visserij in hun portefeuille hebben, de Europese Commissie en het Europees Parlement.

Minister Carola Schouten heeft al zich fel te verzetten tegen het verbod. Ze noemde het besluit van het Europees Parlement ‘onbegrijpelijk’. ‘Het lijkt erop dat emoties en sentimenten hebben gewonnen van feiten en resultaten van onafhankelijk onderzoek,’ zei ze.

Als Nederland volhardt in die houding van ‘zij zijn emotioneel en onwetend, wij redelijk en feitelijk’ gaat het de strijd niet winnen. De enige manier om steun te winnen voor een wellicht kleinschaliger experiment met de pulsvisserij is je te verplaatsen in het perspectief van de tegenstander.

Wellicht moet Schouten zich eens inleven in de vissers tussen Duinkerke en Boulogne-Sur-Mer. Die dat er geen tong meer te vinden is sinds de Nederlanders elektrisch vissen in de wateren voor hun kusten.

En misschien moeten we ook hier eens naar kijken?

In betoogde de Belgische opiniemaker Mia Doorneart dat de versterking van de Europese Unie op dit moment een illusie is omdat Europa steeds minder leeft in de geest van zijn inwoners.

‘Europa kan geen levende werkelijkheid zijn,’ betoogde ze, ‘als zijn gemeenschappelijke, heel eigen cultuur niet meer onderwezen wordt, zijn talen niet beter aangeleerd, als zijn bewoners geen notie hebben van de literatuur, de geschiedenis, de nationale gevoeligheden van andere Europeanen.’

Op de dag na de stemming over de pulsvisserij in het Europees Parlement kwam de Europese Commissie met over het bevorderen van de gemeenschappelijke Europese waarden in het onderwijs.

Daar had niemand het over. En er was ook niets om over te hebben: het was een plichtmatig stuk vol gemeenplaatsen zonder concrete maatregelen.

In de Die Hauptstadt van Robert Menasse wordt het Directoraat Generaal Cultuur van de Europese Commissie beschreven als de dumpplek van uitgerangeerde ambtenaren. Een afdeling zonder gewicht in de Commissie, zonder budget, zonder macht en invloed.

Het is te vrezen dat de roman de werkelijkheid van nu weerspiegelt. Cultuur is van generlei belang in de Europese Unie. De perceptie domineert dat de EU een toneel is waarop nationale, economische belangen worden uitgevochten.

Vergeten is dat de missie van Europa juist is de nationale belangen te overstijgen en dat het om gemeenschappelijke grond te vinden noodzakelijk is je te verdiepen in het perspectief en daarom ook de taal en de cultuur van de ander.