Laat ik in deze grauwe dagen eens een nieuwsbrief wijden aan

Het is al lang geleden dat ik erover schreef voor De Correspondent, maar er zijn nog altijd weken dat alles ineens in het teken ervan lijkt te staan.

Call Me By Your Name: Meegesleept door de liefde

Aan dat gevoel is al bijna niet te ontsnappen als je de film ziet, van regisseur Luca Guadagnino. Ik zag hem afgelopen week op een druilerige maandag en voelde me na afloop alsof ik op zomervakantie was geweest op het Noord-Italiaanse platteland. Het is me sinds La Vie d’Adèle niet meer gebeurd dat ik zo werd meegesleept door liefde op het scherm.

Dat heeft zeker te maken met de jarentachtignostalgie waarin deze film is gedrenkt en de lome shots van zoemende weilanden en stromende beekjes. Wat Call Me By Your Name onvergetelijk maakt is de knetterende chemie tussen de twee hoofdrolspelers. De piepjonge Elio (Timothée Chalamet) en de wat oudere Oliver (Armie Hammer).

De laatste is als student een zomer te gast op het landhuis van Elio’s vader, een professor in de archeologie, en terwijl de twee zich vermaken in de prachtige omgeving rond het huis bloeit de liefde op.

Die zomerliefde is zalig genoeg, maar het zijn juist de kleine zorgen, de aanstaande pijn van het afscheid, het liefdesverdriet, die deze idylle zo indringend maken. Guadagnino is goed in broeierigheid, dat bleek al uit Io Sono l’Amore en A Bigger Splash, maar hier overtreft hij zichzelf in subtiliteit en diepgang.

Ik nog wel van jou: Wanhoop na het huwelijk

Waar Call Me By Your Name me hulpeloos terug slingerde naar tijden van puberliefdesverdriet en heftige zomerliefdes, werd ik deze week door een roman meegenomen in een liefdesverdriet van een andere orde.

Ik nog wel van jou van Elke Geurts gaat over het einde van een huwelijk. Het boek speelt zich af in het tergende schemergebied tussen de mededeling waarop de titel het antwoord is en het daadwerkelijke vertrek van ‘man’, zoals de verteller aan haar geliefde refereert.

Zo vol als die film is van vakantie-achtige landerigheid en sensuele fantasieën, zo vol is van praktische afspraken en dagelijkse beslommeringen - kinderen, huizen, auto’s, schema’s. Maar juist daarin weet de schrijfster de chaos en wanhoop van een overhoop gegooid leven te vangen.

Het boek is voortgekomen uit een serie autobiografische columns in Trouw waarin Geurts verslag deed van het slepende vertrek van man (die steeds maar terugkomt om wijntjes te drinken en de afwasmachine uit te ruimen). De toon is, bijpassend, pijnlijk oprecht en het is bewonderenswaardig hoe ze het met zulk rauw en vers materiaal klaarspeelt om bijna voortdurend geestig te zijn.

Where Should We Begin:

Het is begrijpelijk als je na het lezen van dit boek, net als de verteller, achterblijft met de vraag of deze twee geliefden de ijstijd niet te boven zouden kunnen komen. Of hun verhaal niet meer bij te stellen is. En zo ja, hoe dan.

In dat geval raad ik de podcast aan van de controversiële en indrukwekkende relatietherapeut Esther Perel. De tien afleveringen, die sinds kort gratis te beluisteren zijn, volgen therapiesessies met steeds een ander stel.

Het ene stel worstelt met overspel, het andere met een onvervulde kinderwens, weer een ander koppel vraagt zich af hoe ze hun seksleven weer interessant krijgen.

Perel verricht wonderen - verschaft in ieder geval nieuwe inzichten - in zeer korte tijd. Hardcore psychotherapie, en dat live opgenomen, op een intieme en oprechte manier waar Dr. Phil nog een puntje aan kan zuigen.