Groot-Brittannië heeft een minister van Eenzaamheid. Wat zegt dat?
Het klinkt als iets uit een satirisch televisieprogramma, of uit een magisch-realistische roman, maar het stond gewoon in de krant: sinds vorige week heeft Groot-Brittannië een minister van Eenzaamheid.
Volgens een recent rapport voelen meer dan negen miljoen Britten (op een bevolking van 60 miljoen) zich geregeld of altijd eenzaam – reden voor premier Theresa May om ‘in actie te komen om de eenzaamheid onder ouderen, verzorgers en hen die dierbaren zijn verloren,’ aan te pakken op het allerhoogste niveau.
Onder leiding van Tracey Crouch, minister van Sport, Burgermaatschappij en nu dus ook de allereerste eenzaamheidsminister, zullen verschillende overheidsdepartementen gaan samenwerken om eenzaamheidsbeleid te formuleren, meetinstrumenten voor eenzaamheid te ontwikkelen en onderzoek te doen naar maatregelen tegen eenzaamheid.
Eenzaamheid als beleidskwestie
De benoeming van een minister van Eenzaamheid is de volgende stap in een proces dat al een aantal jaar aan de gang is: de transformatie van eenzaamheid van een persoonlijke tragedie tot een bedreiging voor de volksgezondheid en, bijgevolg, tot een beleidskwestie.
Eenzaamheid, zo berichten wetenschappers, gaat samen met een groter risico op hart- en vaatziekten, dementie, depressie, angstige gevoelens en een lagere levensverwachting.
Daarnaast zijn eenzame werknemers minder creatief en voeren ze hun werk minder goed uit. Naast overheden worden ook bedrijven daarom geadviseerd eenzaamheid onder werknemers aan te pakken.
Voor de ‘eenzaamheidsepidemie’ waarover wetenschappers en maatschappelijke organisaties de alarmbel luiden, doen allerlei verklaringen de ronde.
Vergrijzing en het groeiende aantal mensen dat alleen woont; maar ook de perverse effecten van sociale media en de druk om gelukkig en succesvol te zijn worden geregeld genoemd.
In die zin, schreef ik een paar maanden geleden, zou je de angst voor en ‘strijd tegen’ eenzaamheid ook kunnen zien als een uiting van onvrede met de uitwassen van een individualistische, prestatiegerichte samenleving.
Maar hoe je dáár als kersverse eenzaamheidsminister beleid voor gaat formuleren?
Obsessie als modewoord
Tot slot: afgelopen weekend publiceerde ik een verhaal over obsessies. Over hoe het kan dat die term, ‘obsessie,’ ooit gereserveerd voor een handvol kunstenaars en schrijvers en mensen met psychische problemen, nu zo alomtegenwoordig is.
Ik kwam – verrassing – onder meer uit bij die individualistische, prestatiegerichte samenleving van ons.
En bij zingeving, iets waar we in geseculariseerde tijden natuurlijk nog steeds behoefte aan hebben, zoals meerdere lezers in de bijdragen ook opmerkten.
Je kan het stuk hier teruglezen. Goed weekend,
Lynn