2017 was een van de warmste jaren ooit gemeten. En in tegenstelling tot 2015 en 2016 was het dit keer niet weerfenomeen El Niño – een periodieke opwarming van zeewater in de Stille Oceaan die het weer wereldwijd beïnvloedt – dat deze afwijking deels kon verklaren.

Dat maakt het afgelopen jaar uitzonderlijk. Het was opnieuw een aanwijzing dat de marge toeneemt waarmee warmterecords worden gebroken. Alsof er een nieuwe Usain Bolt ten tonele is verschenen die gehakt maakt van records die toch al best uitzonderlijk waren.

De grafiek hieronder laat dat zien. Op de horizontale as zie je de afwijking van de wereldwijde gemiddelde temperatuur van 1951 tot 1980. Hoe verder de bult naar rechts zit, hoe verder de afwijking van het gemiddelde. De afgelopen drie jaar spannen de kroon.

Bron: Berkeley Earth

De oceanen, die 90 procent van alle extra warmte in de atmosfeer opnemen, waren sinds de metingen begonnen in 1958

Het is gemiddeld inmiddels ruim een graad warmer dan een eeuw geleden. Een van onderzoeksbureau Berkeley Earth liet zien dat we, als de opwarming zo doorzet, in 2060 de ‘grens’ van twee graden opwarming passeren.

Die grens werd in de internationale politiek lange tijd als kritiek gezien – daarna zou de opwarming ‘gevaarlijk’ worden. Inmiddels weten we dat ook desastreuze gevolgen heeft voor het leven op aarde. En dat we ook bij één graad opwarming al grote veranderingen zien, bijvoorbeeld in het van het zee-ijs op de polen.

Toch voelen die veranderingen vaak ver weg en abstract. Daarom tip ik graag een paar verhalen over de concrete gevolgen:

  • schreef over de toekomst van het skiën. Die gaat bergafwaarts. De inzet van kunstmatige sneeuw om de pistes toch wit te houden, maakt het probleem erger.
  • schreef over de toekomst van de Olympische Winterspelen. Die zullen op een aantal plekken niet meer gehouden kunnen worden.
  • schreef over natuurijsclubs, die worstelen met warme winters.

Maar goed: minder schaatsen en minder wintersport, dat zijn first world problems.

Droogte in Zuid-Afrika

Een alarmerender impact zien we in Zuid-Afrika: Kaapstad dreigt de eerste wereldstad te worden die bijna volledig droog komt te staan. Als het de komende maanden niet gaat regenen in de Kaapprovincie, komt er misschien half april al geen water meer uit de kraan.

De inwoners moeten dan dagelijks naar een van de tweehonderd distributiepunten om een waterrantsoen van 25 liter per persoon op te halen. ‘Het is een onwerkbaar plan dat bovendien een explosie van sociale conflicten kan ontketenen,’ zei Kevin Winter, klimaatdeskundige aan de Universiteit van Kaapstad, in

Aan de crisis ligt een veelvoud van factoren ten grondslag, waaronder een tussen de Kaapprovincie en de nationale overheid, en klimaatverandering.

De afgelopen drie jaar was het extreem droog rond Kaapstad. Zo’n opeenvolging van barre jaren is uitzonderlijk, maar wordt door klimaatverandering waarschijnlijker.

Vrijwel alle klimaatmodellen zijn het erover eens dat het in Zuid-Afrika – net als het Middellandse Zeegebied – als gevolg van de opwarming. The Weather Network legt uit:

Het zou een waarschuwing moeten zijn, schreef in een commentaar. Steden zijn kwetsbaar voor de gevolgen van klimaatverandering, en ze bereiden zich onvoldoende voor.

Over droogte, honger en conflict

Zoals bekend is droogte – door klimaatverandering of andere oorzaken – een voedingsbodem voor conflict. Zowel The New York Times als publiceerde recent over de relatie tussen waterschaarste en conflict in het Midden-Oosten. concludeerde de Amerikaanse krant.

Michael Klare, professor Vrede en Veiligheid aan Hampshire College in de VS, ging in maart 2017 een stuk verder. Context was een door droogte ontketende hongersnood die Jemen, Somalië, Zuid-Soedan en Noordoost-Nigeria teisterde – Klare schreef toen:

‘Als we de klimaatverandering niet weten te stoppen - voor zover dat nog in onze macht ligt - maken we onszelf medeplichtig aan de grootschalige uitroeiing van mensen.’

Pijnlijk, maar waar.

Tot de volgende,

Jelmer